afb.
De Moliusstraat is genoemd naar Wilhelmus Molius (1500-1565). Hij werd als Willem Mool in 's-Hertogenbosch geboren, in een familie van korenkopers, waarschijnlijk in de Kruisstraat. Zijn vader was in 1525/26 deken van het korenkopersambacht. Die was een vermogend man, bezat land en verscheidene huizen. Molius volgde onderwijs aan de Latijnse school, in Leuven behaalde hij in 1523 de meestertitel (magister artium). Rond 1528 werd hij priester, was verbonden aan het kanunnikencollege van de Sint-Jan als rector van het altaar van de H. Anthonius. Hij behoorde tot de Bossche elite, gezien zijn lidmaatschap sinds 1532 als gezworen broeder van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Op 29 september 1565 stierf hij en op 6 oktober daaropvolgend droeg de broederschap een uitvaartmis voor hem op. Molius is vooral bekend geworden vanwege zijn in het Latijn geschreven kroniek over 's-Hertogenbosch (Annales Civitatis Buscoducensis), in de periode tussen 1542 en 1555. Hij beschrijft daarin allerlei wetenswaardige gebeurtenissen die tussen 1323 en 1555 hebben plaatsgevonden. En niet alleen over de grote historische aangelegenheden van tientallen vorsten, kerkprelaten en hoogmogenden, maar juist ook over alledaagse zaken. Zoals de uitvinding van een hijswerktuig in de haven, de moord op Aleid van Poelgeest (bijzit van graaf Albrecht), diefstal in de Sint-Jan. Molius' kroniek wordt beschouwd als een van de belangrijkste historische bronnen voor de geschiedenis van 's-Hertogenbosch. De Bossche geschiedschrijving van de eerste helft van de 16e eeuw berust voor een groot deel op Molius' geschrift. In 2004 verscheen - onder redactie van J.A.M. Hoekx - een Nederlandse vertaling van de oorspronkelijk Latijnse tekst: 'Kroniek van Molius. Een zestiende-eeuwse Bossche priester over de geschiedenis van zijn stad 's-Hertogenbosch'. In De Muntel kreeg Molius een straatnaam in 1923. De meeste straten in deze uitbreidingswijk hadden twee jaar tevoren reeds een naam gekregen; de Moliusstraat was er bij gekomen. Aan de zuidzijde kwamen de eerste huizen (oneven nummers), voornamelijk bestemd voor ambtenaren van het Staatsspoor. Opvallend is dat de oneven nummers beginnen met 13. De Moliusstraat zou aanvankelijk doorlopen tot de Citadellaan. Een verlaging van de grondprijs noodzaakte tot een extra straat, de Arnoud van Gelderstraat. De noordzijde van de Moliusstraat vormde jarenlang de absolute noordgrens van de bebouwde stadsomgeving. Daar begon de immense zandvlakte, die zelfs reikte tot aan de Maas. De huizen met de even nummers zijn pas na 1930 gerealiseerd. |
Willem Molius (Willem Mooi) wordt omstreeks 1500 te 's-Hertogenbosch geboren. Hij is priester en wordt op 30-jarige leeftijd lid van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. | 103 |
Hij schrijft in het Latijn zijn 'Annales civitatis Buscoducensis' (= kroniek van de stad 's-Hertogenbosch). H. van Heurn schrijft over hem: 'Eenvoudig, doch van een ongekreukte trouw'. De vroegere stadsarchivaris J.C.A. Hezemans noemt hem 'de beste der Bossche kroniekschrijvers'. Deze seculiere priester van het kanunnikencollege van de Sint-Jan die waarschijnlijk in de Choorstraat woonde, sterft in 1565 (een jaar voor de beeldenstorm). In zijn beschrijving - in het Latijn - van allerlei wederwaardigheden van de stad geeft hij onder meer een uitvoerig verslag van het 'Crijtenoproer' ('schreeuwers'-oproer) uit 1525, waarbij de inwoners hun misnoegen uiten over de vele voorrechten die kloosterlingen in die dagen genieten. Molius keurt die rebellie en gewelddadigheden wel af, maar toont tenminste oog voor de gerechtvaardigde grieven van de oproerkraaiers. Mr. Jan Hoeckx en de abt van het cistercienzerklooster Mariënkroon te Nieuwkuijk, drs G. Hopstaken, hebben onlangs niet alleen gezorgd voor een wetenschappelijke vertaling van deze kroniek in modern Nederlands (uitgave Adr. Heinen), maar ook voor een zorgvuldig geannoteerde editie van de Latijnse tekst. Molius' kroniek is een van de belangrijkste historische bronnen voor de geschiedenis van de stad 's-Hertogenbosch en het huidige Oost-Brabant. | 104 |
Wilhelmus Molius (Willem Mool) was een omstreeks 1500 geboren Bosschenaar. Hij werd later priester en op 30-jarige leeftijd lid van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. In 1565 overleed hij in zijn geboortestad. Op 6 oktober van dat jaar bewezen zijn medeleden van de broederschap hem de laatste eer. Molius is vooral bekend geworden, omdat hij de schrijver is van een Latijnse kroniek over 's-Hertogenbosch. Deze stadsgeschiedenis eindigt hij met het jaar 1555. In de periode daarna (± 1560) moet hij het werk geschreven hebben. De tekst is in het Latijn. Daarom kennen maar weinig Bosschenaren het. Molius schrijft erg plezierig en beschrijft op plastische wijze het carnaval, het feest van Sint-Nicolaas en de openbare terechtstellingen op de Markt.
Het oorspronkelijke handschrift van Molius in ons niet meer bewaard gebleven. Op het Bossche stadsarchief bevindt zich een kopie. De stadsgeschiedenis van Molius is niet in druk uitgegeven; wellicht zou een goede vertaling van het zestiende Zeeuwse Latijn een goed beeld geven van de middeleeuwse Bosschenaar.
In de stadswijk De Muntel heeft Molius een straatnaam gekregen in 1923. De andere straten in dit uitbreidingsgebied hadden twee jaar tevoren reeds een naam gekregen; de Moliusstraat was erbij gekomen.
De huizen aan de zuidzijde werden het eerst gebouwd. Het waren voornamelijk woningen voor ambtenaren die bij het Staatsspoor werkte. De bebouwing aan de noordzijde zou in de dertiger jaren gebouwd worden.
In de Moliusstraat bevindt zich een kleuterschool, waarvan op 31 oktober 1931 de eerste steen werd gelegd. Momenteel zitten er nog steeds kleuters op deze school. Oorspronkelijk was de bewaarschool van de “vereniging voor protestants christelijk onderwijs”, later de kleuterschool 't Molentje, momenteel zijn er de groepen 1 en 2 van de basisschool Canisius in gehuisvest. Het gebouw is als schoolgebouw door het ministerie afgekeurd en zal dus binnenkort een nieuwe bestemming krijgen.
Op 1 februari 1966 werd de gehele Muntel opgeschrikt door een hevige klap, toen het hoekpand Moliusstraat/Koedijkstraat door een gasontploffing geheel werd vernield. Talloze huizen in de straat hadden schade opgelopen.
De laatste jaren is er onder de bewoners van de straat een actie gevoerd om te komen tot een verbetering van de woonomgeving. In november 1983 vond de eerste straatvergadering plaats. Na onderhandelingen met de gemeente nam op 28 februari 1985 de gemeenteraad het besluit om het door de bewoners samengestelde plan te realiseren. Dat gebeurde daadwerkelijk in de tweede helft van augustus van dat jaar. In mei 1986 is er door de bewoners “in zelfwerkzaamheid” (het materiaal werd door de gemeente ter beschikking gesteld) een speelplek voor de kleinsten van de straat gerealiseerd. Ten slotte zijn er een aantal plantenbakken in de straat geplaatst, die deze week door leerlingen van de Groenschool van planten zijn voorzien.
De straat ziet er momenteel veel gezelliger uit dan vijf jaar geleden.
|
1986 |
Peter-Jan van der HeijdenDe Moliustraat, tussen AOW en Abrahams.n. ('s-Hertogenbosch 1986) |
|
1986 |
Henny MolhuysenStraat en naam : MoliusstraatBrabants Dagblad donderdag 5 juni 1986 (foto) |
|
2002 |
Bewonersvereniging Moliusstraat1922 - 2002 De Moliusstraats.n. ('s-Hertogenbosch 2002) |
1943 | J.P. Engel (slager) |
1943 | Bak. J. (wachtgeld) |
1943 | P.M. Gielisse (boekh.) |
1943 | A.M. Heijmans (drukker) |
1943 | J.G. de Bont (schoenmaker) |
1943 | Fr.H. Dalhuizen (drogistbediende) - A. Hendrikse (ambt. Godshuizen) - P.A.J. Hendrikse (schrijver N.S.) |
1965 | Christelijke Volksbibliotheek |
1943 | J.M. Remijn (ambt. inv. en acc.) |
1943 | W.H.M. Lammers (slager) |
1943 | H.G.J. Raaijmakers (adj. commies) |
1943 | A.J.A. Hopstaken (reclass. ambtenaar) |
1943 | wed. P.H. Cornelissen-van d. Brink - W.B.A. Rijnders (schilder) - wed. M.H. Rijnders-van d. Brink |
1943 | H.A. van Amelsvoort (sigarenmaker) - P.M. van Amelsvoort (assistent-kok) |
1943 | A.G.H. Verdonk (letterzetter) |
1928 | L.H. Servaes |
1943 | D. Dijksterhuis (chauffeur P.T.T.) |
1928 | L.H. Goris - L.J. Goris |
1943 | J.A. van de Oord (reiziger ijzerhandel) |
1928 | A.G.J. Hoogbergen |
1943 | A.G.J. Hoogbergen (boekhouder) |
1928 | W.R. van der Heijden |
1943 | J.J. Teklenburg (verzekeringsagent) |
1923 | Martinus A. van de Griendt (boekhouder) |
1928 | R.K.B. Boersema |
1943 | wed. G. Groeneveld-van Til |
1928 | H.J.Th. Chapel |
1943 | W. Cretier (modelmaker schroevengieterij) - M.F. van den Heuvel (fruitkoopman) - P.J. Stols (portier) |
1928 | M. de Ridder |
1943 | wed. H. Leenaars-Dietvorst - M. de Ridder - P.M. de Ridder (kantoorbediende) |
1928 | S.D. Steenbergen |
1943 | A.M. Straver (klerk bij de keuringsdienst) |
1923 | Hubertus J.W. Dings (machinebankwerker) |
1928 | mej. J.H. Boeren - P.J. Boeren |
1943 | J.H.M.A. Dings-van Oskeuls |
1923 | Johannes van den Elzen (schoensnijder) |
1928 | J. van der Elzen |
1943 | J. Peters (administr. waterschap) - M. Peters (assist. bij de Posterijen) |
1928 | wed. L.P. Govers - H. Weijts |
1943 | M.J. van Haaren (sigarenmaker) - H. Moed (loodgieter) |
1943 | C.G.J. van Hest (stationsbeambte) - V.P.J. Meij (musicus) |
5212 TN 1..35 5212 TP 2..32