Clarissenklooster
De hierboven genoemde rentmeesterswoning is in de jaren ’70 afgebroken waarna het terrein daarvan in 1979 en 1982/1983 archeologisch is onderzocht (Klück 1983). Elders op het terrein is in 1995 een beperkt archeologisch onderzoek uitgevoerd tijdens het herstel en vernieuwing van de kademuren langs de Binnendieze (Bloemink 1997). Daarbij werd onder meer een vroeg 14de eeuwse kelder aangetroffen (mogelijk deel uitmakend van het huis van Willem van den Bosch). Het gebouw waartoe deze kelder behoorde is in de 14de eeuw verbouwd waarbij onder meer een van een natuurstenen omlijsting voorzien venster aan de zijde van de Binnendieze is aangebracht. Dit vormde ongetwijfeld een deel van het kloostercomplex (kerk??). Een laatste bovengronds restant van het klooster is zichtbaar in de tuinmuur tussen het achterterrein achter Hinthamerstraat 141 en de tuin achter Clarastraat 78-90. Hier zijn enkele bouwsporen zichtbaar waaronder een spitsboogvenster en een poort of nis.
Locatie van de uitgevoerde onderzoeken en vermelde sporen, globaal geprojecteerd op de huidige ondergrond.
Uit de onderzoeken die hebben plaats gevonden kan worden afgeleid dat archeologische resten bestaan uit restanten van het kloostercomplex en de voorgangers daarvan. Het kan dan gaan om funderingen, kelders, vloeren, putten, ophogingslagen, kuilen greppels etc. De diepste sporen liggen op ongeveer 3m beneden het maaiveld (circa 2,5m +NAP). Tot hoe hoog de sporen bewaard zijn gebleven varieert mogelijk. Ter plaatse van het rentmeestershuis lagen de sporen vrijwel direct onder het maaiveld terwijl ter plaatse van de kademuur langs de Binnendieze de sporen op 65cm onder het maaiveld begonnen maar de muren tot 1,40 m onder het maaiveld waren weggebroken.
De begrenzing van het kloosterterrein (en daarmee het monument) valt aan de noord-, oost- en westzijde samen met oude perceelsgrenzen, straat en Binnendieze. De begrenzing aan de zuidzijde is onbekend. De zuidelijke begrenzing moet nog nader bepaald worden.
Hoogstwaarschijnlijk bevindt zich de voornaamste kloosterbebouwing in het noordelijk deel van het terrein.
| |