Engelense schans
In 1979 werd dwars door de schans een rioolpersleiding aangelegd. De aanleg daarvan is destijds begeleid door amateurarcheoloog Ton Verlaat uit Engelen. In 2001 werd deze leiding vernieuwd waarbij een archeologische begeleiding plaats vond (Erfgoed 's-Hertogenbosch, code HTES). De leidingsleuf sneed schuin door de schans en maakte op het binnenterrein een knik. Daarbij sneed deze van west naar oost de buitenwal, de gracht, het binnenterrein, opnieuw de gracht en de dijk langs de Dieze. De natuurlijke ondergrond bestaat uit (dek?)zand waarop plaatselijk mogelijk resten van een stuifzandpakket zijn waargenomen. Daarin heeft zich een podzol ontwikkeld die op enkele plaatsen nog intact was. De bovenkant van het zand lag aan de oostkant Vlak bij de Dieze) op ongeveer 2.00m +NAP, liep naar het westen toe op tot maximaal 2.53m +NAP centraal in de onderzochte sleuf en daalde verder naar het westen tot een niveau van 1,73m +NAP. Op het zand lag een pakket met kleiige lagen die op basis van het vondstmateriaal moeilijk gedateerd konden worden en waarvan dus niet duidelijk is of ze bij de schans horen of daaraan voorafgaan. De lagen worden doorsneden door enkele grachten. De breedste daarvan is ongeveer 20 meter breed. Het is wel opvallend dat vrijwel al het vondstmateriaal, ook wat in de grachtvullingen of bovenlaag is aangetroffen uit de late middeleeuwen of vroeger dateert. Er is dus nauwelijks vondstmateriaal aanwezig dat bij de gebruiksfase van de schans hoort. De vondsten kunnen wel wijzen op vroegere bewoning op deze locatie.
| |