De Mgr. Zwijsenstraat begint bij de Antoon der Kinderenlaan en eindigt bij de Aartshertogenlaan. De straatnaam werd door de gemeenteraad vastgesteld in zijn vergadering van 18 februari 1936. De straat is vernoemd naar Joannes Zwijsen, die op 28 augustus 1794 als molenaarszoon geboren werd in Kerkdriel. Vanaf 1813 volgde Zwijsen een priesteropleiding aan het grootseminarie van Herlaer bij Sint-Michielsgestel. Na zijn priesterwijding op 20 december 1817 werd hij kapelaan achtereenvolgens in Schijndel, Best en Tilburg. Zwijsen werd in 1842 gewijd tot hulpbisschop van 's-Hertogenbosch. Bij het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853, werd hij benoemd tot bisschop van het bisdom 's-Hertogenbosch en tevens tot aartsbisschop van het aartsbisdom Utrecht. Het eerste wat Zwijsen als (aarts)bisschop deed was te trachten het mirakelbeeld van Maria uit België terug te krijgen. Sinds 1629 werd het Mariabeeld in de Zuidelijke Nederlanden bewaard. Het lukte hem om nog in 1853 het beeld terug naar de Sint-Jan te krijgen. In 1863 overleefde Zwijsen een moordaanslag, waarvan de omstandigheden nooit werden opgehelderd. Joannes Zwijsen was de oprichter van twee religieuze congregaties. Als de toenmalige pastoor van de Heikese kerk in Tilburg was Zwijsen in 1832 de stichter van de congregatie der zusters van liefde van OLV moeder van barmhartigheid, beter bekend als de zusters van Tilburg. In 1852 vestigden zij zich ook in Den Bosch, de zusters zetten zich in voor het onderwijs, zieken- en bejaardenzorg en maatschappelijk werk. Zwijsen stichtte in 1844 de fratercongregatie van liefde van OLV moeder van barmhartigheid, bekend als de fraters van Tilburg. Hun congregatie zou uitgroeien als de onderwijsinstelling in Brabant. De fraters begonnen in verschillende steden onder meer met de opvang van weeskinderen, met onderwijs aan kinderen in achtergestelde wijken, met een internaat, een handelsopleiding, een kweekschool, een priesteropleiding, een instituut voor blinde en doofstomme kinderen, zondagsscholen en vrijetijdsverenigingen. Daarnaast zetten ze - samen met de weeskinderen - een drukkerij, uitgeverij, schoenmakerij en kleermakerij op. Juli 1862 kwamen de eerste fraters in Den Bosch aan, hier hadden zij lagere scholen, buitengewone scholen, ulo's, een handels- en een kweekschool. Zwijsen was goed bevriend met koning Willem II. Deze vriendschap heeft ertoe bijgedragen, dat de katholieken in de 19e eeuw weer een volwaardige plaats in de Nederlandse samenleving kregen. Joannes Zwijsen overleed op 18 oktober 1877 te 's-Hertogenbosch. | 5 |
Op 28 augustus 1794 werd Joannes Zwijsen in Kerkdriel geboren. Tijdens zijn jeugd kreeg hij een opvoeding op verschillende internaten, waar hij echter meermalen uit deserteerde. Op 20 december 1817 werd hij in Mechelen priester gewijd, vervolgens werd hij benoemd tot kapelaan in Schijndel (1817) en tot kapelaan in Best (1828) en Tilburg (1832). Op een dag kreeg hij in Tilburg bezoek van drie begijntjes die op een terugreis waren van Engelen naar Hoogstraten (B). In Engelen hadden zij gedacht door pastoor Van Hoof te worden verwacht om als vrouwelijke religieuzen een school te mogen bedienen, doch deze pastoor was reeds voorzien.
Zwijsen benaderde hen om in Tilburg te blijven en een taak te zoeken óf in het onderwijs, óf in de sociale zorg. Het werd het begin van de Congregatie der Zusters van Liefde van O.L. Vrouw van Barmhartigheid; beter bekend als 'de zusters van Tilburg'. In 1852 vestigden zij zich ook in Den Bosch, waar de congregatie zich nog steeds bezig houdt met het geven van onderwijs.
Zwijsen stichtte in Tilburg eveneens een frater-congregatie: in 1844. Op 7 juli 1862 kwamen de eerste 'fraters van Tilburg' in 's-Hertogenbosch. Zij stichtten een klooster in de Torenstraat. Deze congregatie zou uitgroeien tot dé onderwijsinstelling in 's-Hertogenbosch. Lagere scholen, buitengewone scholen, ULO-scholen, een handels- en een kweekschool bezaten zij hier. De invloed van de fraters was bijzonder groot; alleen al de Bisschoppelijke Kweekschool heeft gedurende de eerste driekwart eeuw van haar bestaan zo'n 1300 onderwijzers afgeleverd voor Noord-Brabant. Nu zijn de taken van de fraters grotendeels overgenomen door leken.
In 1851 werd Joannes Zwijsen apostolisch vicaris van 's-Hertogenbosch; een soort bisschop, hoewel deze titel officieel niet was toegestaan. In 1853 bij het herstel van de kerkelijke hiërarchie werd Zwijsen 'gepromoveerd' tot aartsbisschop van Utrecht. In 's-Hertogenbosch bleef hij actief als 'apostolisch administrator' (1853-1868), later ook als bisschop (1868-1877).
Het eerste wat Zwijsen deed na het herstel van de kerkelijke hiërarchie was te trachten het Mirakelbeeld, het wonderbeeld van Maria, uit België terug te krijgen. Dáár werd het beeld sedert 1629, dus ruim tweehonderd jaar, bewaard. Het lukte Zwijsen om nog in 1853 het beeld terug naar 's-Hertogenbosch te krijgen.
Samen met mgr. F. van Vree, bisschop van Haarlem, was hij de feitelijke leider van katholiek Nederland in de 19e eeuw. Zijn vriendschap met koning Willem II heeft ertoe bijgedragen dat de katholieken in deze eeuw weer een volwaardige plaats, in de samenleving kregen.
Op 18 oktober 1877 is Joannes Zwijsen in 's-Hertogenbosch overleden. In deze stad is een straat naar hem genoemd. Deze straat is gelegen achter de Sonniusstraat, waar zich nog een klooster van de fraters van Tilburg bevindt; een van de weinige die nog in onze stad zijn overgebleven.
|
1986 |
Henny MolhuysenStraat en naam : ZwijsenstraatBrabants Dagblad woensdag 12 maart 1986 (foto) |
5212 AH 1..533 5212 AH 532..532