De naam Oude Voetboogstraat verwijst naar een van de vier schutterijen, waarvan er drie al vanaf de 14e eeuw in 's-Hertogenbosch bekend waren. Een belangrijke taak was de verdediging van de stad, naast bestrijding van branden en hulpverlening bij rampen. Vanaf de stichting van 's-Hertogenbosch werd de vestingstad verdedigd door haar eigen inwoners. Dat gebeurde door praktische alle Bosschenaren. De ambachtsgilden leverden hun eigen manschappen, maar er waren ook gespecialiseerde schuttersgilden. Daarnaast trokken zij ten strijde, op bevel van hertog of stadsbestuur. Zo had de hertog van Brabant in 1425 zijn burgers uit het gehele hertogdom opgedragen 's-Gravenbrakel (België) te belegeren en op de Engelsen te heroveren. De belegering werd een succes en als beloning mochten de Bosschenaren de Victorskroon als krijgsbuit meenemen. Deze kroonluchter hangt nog steeds in de Sacramentskapel van de Sint-Jan. In 1567 wordt 's-Hertogenbosch een garnizoensstad, opgelegd door landvoogdes Margaretha van Parma. De schuttersgilden werden genoemd naar het wapen waarvan zij zich bedienden. De Schutterij van de Oude Voetboog is het oudste en belangrijkste Bossche schuttersgilde. Ook wel De Oude Schutse geheten, en vóór 1400 opgericht. De in 1453 op papier gestelde orderegels zijn bewaard gebleven. Beschermheilige was Sint Joris, patrones was 'Maghet Maria'. Leden schoten met een kruisboog. Zij hadden hun 'bogaert' of schuttershof aan de Sint-Jorisstraat. Op de hoek met de Keizerstraat bouwde De Oude Schutse de Sint-Joriskapel. Daarmee was zij het enige Bossche gilde dat een eigen kapel bezat, andere gilden hadden altaren in een bestaande kerk. De kapel was een eenbeukige zaalkerk met een smaller, driezijdig gesloten koor en een dakruiter. De Joriskapel is een betrekkelijk recent slachtoffer van de sloopdrift en kaalslag in onze historische binnenstad. In 1739 verkocht de Oude Voetboog de kapel. Tijdens de Franse Tijd (1795-1813) werden alle gilden successievelijk opgeheven. De westgevel van de kapel heeft tot 1906 nog overeind gestaan, het koor tot 1964. Het middengedeelte van de kapel is tussen de 18e en 20e eeuw in fasen verbouwd tot woon- en pakhuizen. In 1991 vond een heroprichting van De Oude Schutse plaats, het reglement is gestoeld op de regels van 1453. Kleding en bewapening zijn authentieke replica's van voorbeelden uit de 15e eeuw. Het gilde heeft zijn domicilie in het kruithuisje op het terrein van de Citadel. Ook de schietbaan bevindt zich op het Citadeldomein. |
De Oude en Jonge Voetboogstraat herinneren aan twee van de vier dappere Bossche schuttersgilden, die de stad in tijden van oorlog verdedigden. | 102 |
1923 | Wilhelmus Fr. Bolman (sigarenmaker) |
1928 | W.F. Bolman |
1943 | P. Zijlemans (kleermaker) |
1928 | J.A.Th. Ubert |
1943 | M.H.M. van den Heuvel (winkelbediende) - wed. Th.M.P. van den Heuvel-Hornes |
1928 | wed. J.H. van den Houdt |
1943 | A.J.J. v.d. Broek (letterzetter) |
1928 | H. Bouwmans |
1943 | H. Bouwmans |
1923 | Petrus G. van den Elzen (schoenmaker) |
1928 | P.G. van der Elzen |
1943 | F.L. Reijnders (leerling machinist N.S.) |
1928 | A.M.H. Kühnen |
1943 | wed. J.E. Kühnen-Kurvers |
1923 | Wilhelmus Chr. Bechtold (bode raad v. arbeid) |
1928 | J.F. Hendriks |
1943 | J.Fr. Hendriks (Bode R.K. Werkliedenbond) |
1928 | W.H. Graus |
1943 | W.H. Grans (rangeerder) |
5212 NN 1..7 5212 NN 2..8