De Johannes Vermeerstraat begint bij de Ophoviuslaan en eindigt bij de Aartshertogenlaan. De Bossche gemeenteraad stelde de straatnaam vast op 29 oktober 1947. De straat is genoemd naar de Hollandse kunstschilder Johannes Vermeer (1632 - 1675). Bij wie Johannes Vermeer in de leer ging, is niet bekend. Algemeen wordt aangenomen dat hij in Delft zijn schildersopleiding kreeg. Als mogelijke leermeesters komen Leonaert Bramer en Christiaen van Couwenbergh in aanmerking. Daarnaast kan Vermeer zijn beïnvloed door Carel Fabritius, die op 12 oktober 1654 overleed door de gevolgen van de ontploffing van het Kruithuis in Delft. Deze ramp, die tientallen mensen het leven kostte, staat bekend onder de naam 'Delftse Donderslag'. In december 1653 werd Vermeer lid van het Delftse Sint-Lucasgilde, later zou hij vier keer tot hoofd van deze kunstenaarsvereniging gekozen worden. Men denkt dat Johannes Vermeer voornamelijk in opdracht werkte. De Delftse verzamelaar Pieter Claesz. van Ruijven was waarschijnlijk een van zijn belangrijkste opdrachtgevers. Vermeer was vooral de schilder van interieurs, van intieme taferelen waarop de afgebeelde personen bezig zijn met hun dagelijkse activiteiten. De Melkmeid, De Liefdesbrief, De Muziekles - stuk voor stuk parels van de Hollandse schilderkunst. Telkens weer valt het licht van links naar binnen, vult het de ruimte, waardoor Vermeer een wereld schetst die even concreet en waarneembaar is als ongrijpbaar. Zijn Gezicht op Delft wordt gerekend tot het absolute hoogtepunt van het beroemde Hollandse licht. Het leverde hem de eretitel van 'Meester van het licht' op. Buiten Delft was Johannes Vermeer tijdens zijn leven niet zo bekend. Na zijn dood bleef zijn werk lang ondergewaardeerd. Dit veranderde in 1866, toen de Franse criticus W. Bürger een artikel over hem schreef. Bürger presenteerde Vermeer als een onbekend en miskend genie en gaf hem de bijnaam van 'de Sfinx van Delft'. Er ontstond vervolgens in de 19e eeuw een ware jacht op de schilderijen van Vermeer, die zich tot die tijd vrijwel geheel in Nederland hadden bevonden. Veel van zijn kunstwerken is toen naar het buitenland verdwenen. Johannes Vermeer maakte vermoedelijk zo'n veertig tot vijftig schilderen, waarvan er vierendertig bewaard zijn gebleven. Dit betekent dat hij twee tot drie doeken per jaar schilderde, wat niet veel is. Het nagelaten werk van Johannes Vermeer behoort tot een van de kleinste in de Nederlandse kunstgeschiedenis. | 13 |
5212 BK 1.. 1 5212 BK 2..10