afb. ca 1930
De Snellestraat loopt vanaf de Kruisstraat naar de Vughterstraat. Aanvankelijk had de straat geen officiële naam, zij diende als achterstraat van de huizen aan de Schapenmarkt. Zij lag achter het Minderbroedersklooster, Bosschenaren betitelden haar als 'Achter het convent der Minrebroeders' of 'Achter de Brueren'. In 1611 heette de Snellestraat nog Koffermekersstraat. Omstreeks de tweede helft van de 17e eeuw ontstond pas de naam Snellestraat en is te danken aan het pand op nummer 32/34 anno 1642 met de huisnaam 'De drey Snellekens', bedacht door huiseigenaar Aelbert Herman Snelle van Swoll. Een snel of 'schnelle' is een hoge drinkkroes of schenkkan. Na de sloop van het Minderbroedersklooster in 1641 werd ter plaatse 'Het Geweldiger' gebouwd. Het was de militaire gevangenis van 's-Hertogenbosch en bestond uit kamers, waarin veroordeelde soldaten opgesloten werden, een galerij en de woning van 'den geweldigen provoost', de militaire beheerder van het gevangeniscomplex. Het Geweldiger omvatte het gehele blok huizen en erven dat zich thans bevindt tussen het huis Minderbroedersstraat en Snellestraat, het huis Kruisstraat nr. 1 en de Dode Nieuwstraat. De eigenaren van Het Geweldiger, stadtstimmerman (aannemer) Frans Blom en pensionaris (stadsadvocaat) en later schepen (wethouder) Johan Gans, verhuurden Het Geweldiger aan de Raad van State, totdat deze in 1682 het voormalige kruisbroedersklooster daartoe aanwees. Het Geweldiger in de Snellestraat werd daarop een herberg, die de naam de Gans, ook wel de Witte Gans, kreeg. Oktober 1714 kwam de herberg in bezit van Augustinus van Rijckevorsel, koopman in wijnen. Decennialang is er een wijnzaak in gevestigd geweest. |
Op de plek waar de Snellestraat overgaat in de Kruisstraat, buigt de Binnendieze (de Verwersstroom) naar het westen af. Oorspronkelijk liep de Verwersstroom hier als stadsgracht rechtdoor naar het noorden om in de Binnenhaven uit te stromen. In het midden van de 14e eeuw verloren de eerste stadsmuur en stadsgracht hun verdedigende functie. In verband met de waterafvoer was het graven van een nieuwe verbinding tussen de Verwersstroom en de Vughterstroom in de Uilenburg noodzakelijk. De brug die er overheen werd gebouwd, Abtsbrug genoemd, verbond de Snellestraat met de Kruisstraat. Deze brug (voor het eerst vermeld in 1466 in het Bosch Protocol) is genoemd naar de abt van de Sint-Trudo Abdij van Sint-Truiden. Tot in de 15e eeuw waren nabijgelegen percelen aan de Postelstraat en Kruisstraat in bezit van deze abdij. De Verwersstroom werd vanaf de Abtsbrug tot de Binnenhaven gedempt, en er werd gebouwd aan de oostzijde van de Kruisstraat. De bebouwing aan deze kant van de Kruisstraat staat -tot het Eerste Korenstraatje- op deze gedempte tak van de Verwersstroom. In de 17e eeuw ontstond naast de Abtsbrug bebouwing, waardoor sindsdien de overkluizing nog maar aan één zijde als brug herkenbaar is. In 1934 werd de Abtsbrug door een nieuwe constructie vervangen. De funderingen zijn in 1973 hersteld. Het achtererf van het huidige pand Kruisstraat 1 was eeuwenlang een wat afgelegen plek van de kloostertuin van de franciscaner minderbroeders. Daar stond het pesthuisje, waarin de broeder woonde die in tijden van een pestepidemie de pestlijders in de stad bezocht. |
Het gedeelte van deze straat tussen de Schapenmarkt en de Minderbroedersstraat had oorspronkelijk geen naam. De reden hiervoor kan gelegen zijn in de functie als achterstraat van de huizen aan de Schapenmarkt. De straat loopt langs de eerste stadsmuur en de Binnendieze, die hier de functie van stadsgracht had. De straat werd wel aangeduid met 'Zijle', dat wil zeggen sluis of waterdoorlaat, een naam die ook gold voor 'Achter het Verguld Harnas' aan de andere zijde van de Antwerpsepoort. Tot in de 16de eeuw werd de straat omschreven als 'liggende achter de Minderbroeders', 'loopende achter de kerk der Minderbroeders' of 'lopende naar de Vismarkt'. De eerste bebouwing op de Binnendieze dateert uit de tweede helft van die eeuw. In het begin van de 17de eeuw droeg de smalle straat evenals de aangrenzende Stoofstraat, de naam Koffermakersstraat. Pas in de tweede helft van de 17de eeuw, mogelijk toen er meer huizen over de Binnendieze werden gebouwd, kreeg ook dit gedeelte van de straat de naam Snellestraat naar het huis van de familie Snelle, de 'Drie Snellen' (Snellestraat 32/34). | 313 |
DRAVELGITS of -GAS. Is het meest naar de Kruisstraat gelegen deel der Snelstraat; soms ook de naam voor de Minderbroedersstraat. Dravelen beteekent dribbelen, drentelen; een gits of gas is een straat of weg. | 79 |
'T OUD-GEWELDIGER. Een gedeelte der Snelstraat, vóórlangs de perceelen 885-889. Zoo genaamd, omdat daartegenover de Provoost of "De Geweldiger" d.i. een gevangenis, heeft gelegen. | 81 |
SNELSTRAAT. Dankt zijn naam aan het huis, waar De drie Snellen uithingen (perc. 893). Een snel beteekent in 't Middeleeuwsch-Nederlandsch: eene drinkkroes. | 83 |
Oorspronkelijk had de Snellestraat geen naam, tenminste niet officieel. Zij lag achter het Minderbroedersklooster en daarom doopten de Bosschenaren haar 'Achter de Brueren'. N afbraak van het klooster werd ter plaatse 'Het Geweldiger' gebouwd, dat was een militaire gevangenis. Die nam een groot gedeelte van de straat in beslag. Daarom ging men dit gedeelte dat van de latere Minderbroedersstraat tot aan de Diest liep, 'Het Geweldiger' noemen. Vanaf de Minderbroedersstraat tot aan de Vughterstraat was de naam in 1611 'De Koffermekersstraat'. De naam Snellestraat ontstond eerst in de 2e helft van de 17e eeuw en is te danken aan een daar staand huis dat 'De Drie Snellekens' genoemd werd. Een snel was in oude tijden de naam van een drinkbeker. | 81 |
De straat, die van af de Kruisstraat naar de Vughterstraat loopt, had aanvankelijk tot aan de plaats, waar de Minderbroedersstraat daarop uitkomt, geen naam; werd in overoude tijden van huizen, die aan dat gedeelte der Snellestraat stonden, melding gemaakt, dan werd dan ook daarvan gewoonlijk niet anders gezegd dan dat zij zich achter het convent der Minderbroeders of achter de Minderbroeders, bevonden.
Eerst omstreeks de tweede helft der 17e eeuw ontving dat deel van gezegde straat den naam van de Snellestraat, welke naam toen ook liet overig gedeelte van die straat bekwam. Zij kreeg dien naam naar het uithangbord van het in die straat staand huis nos. 32 en 34, dat in de drie snellekens heette, welke naam daaraan was gegeven door Aelbert 1), zoon van Herman Snelle van Swoll, nadat deze het den laatsten Januari 1579 gekocht had. Zijne eerste 2) vrouw was Emken, dochter van Aert van Scuttrop en Ariken, de dochter van Steven Cluytinx Lambrechtszoon, die hem deze kinderen schonk:
a. Arnd, die huwde met Goijartken, dochter van Jan Moillart en bij haar verwekte 1° eene dochter Emerentiana, welke de huisvrouw was van den zilversmid Aerd Janszn van Meurs en 2° eenen zoon Jan, die huwde met Margriet Adolfs,
| 185 |
bij wie hij verwekte deze kinderen: a. Aerd, die huwde met Godefrida N. en bij haar deze kinderen verwekte: Emerentiana en Jan Snelle; b. Adolph en c. Maria Snelle; laatstgenoemde werd de huisvrouw van den Bosschen koopman Mathijs van de Lande, den zoon van Jacob Gerardszn. b. Steven Snelle, den stamvader van de familie Snelle, die de heerlijkheid Berkel bij Tilburg bezat en huwde met Judith Francken Goijartsdr. Steven Snelle voornoemd en zijne sub 1° genoemde nicht Emerentiana verkochten 3 Januari 1607 het huis de drie snellekens aan den oudekleerenkooper Denys van Espendonck, zoon van Laureyns Aertszn en Aleid, de dochter van Gerard Henrickszn, den bakker. (Reg. n° 273 f. 173). Diens zoon Jacob, c. s. verkochten 1 September 1650 (Reg. n° 397 f. 287 vso) dit huis aan zijnen anderen zoon Laureyns; het werd toen omschreven als: huysinge, erve, ledich plaetske ende koockhuysken, eertijds genaamd het Sweertken en nu de drey snellekens, staande achter de Minderbroeders en zich van de Minderbroedersstraat achterwaarts uitstrekkende tot aan de Postelstraat.
Het gedeelte van de Snellestraat, dat loopt van af de Minderbroederstraat tot aan de Vughterstraat, had aanvankelijk dezelfde namen als de Minderbroederstraat; in 1611 heette het ook de Koffermakersstraat.
De Minderbroederstraat, die blijkens een Declaratoir van Hertog Wenceslaus van Brabant van 1 Mei 1365 omstreeks dat jaar werd aangelegd, heette oudtijds de Dravelgas of Dravelstraat; daarna het Spoorstraatje en vervolgens het Minderbroedersstraatje. Laatstgezegden naam ontleende zij aan het Minderbroedersklooster, dat aan die straat stond.
Dit klooster strekte met zijne kerk zich uit van af het huis de Gulden Tralie (thans een deel van het winkelmagazijn de Zon aan de Pensmarkt) langs de N.zijde van de Minderbroederstraat en de O.zijde van de Snellestraat tot aan het huis genummerd Kruisstraat n° 1 en was gebouwd in den tuin en boomgaard van den optrek of het zoogenaamde paleis van
| 186 |
den Hertog van Brabant, die deze daartoe aan de Minderbroeders had geschonken. Molius deelt dit in zijne Kronijk aldus mede: fraterculi minores ab Principe in circumferentia loci, ubi nunc habitant, sede monasteriali donati fuere, qui locus eodem tempore post ipsius aulam, quae modo intersignio oloris aut cygni est nota, pro horto atque pomario ejusdem Principis habitus fuit. Volgens Foppens Historia Episcopatus Sylvaeducensis blz. 304 werd dit klooster in 1228, doch naar anderen meenen, eerst in 1258 gebouwd; werd de kerk daarvan in 1263 gesticht en is het klooster zelf in 1355 uitgebreid. 3) Bij den geweldigen brand, die in 1463 in den Bosch woedde, werd dit klooster in de asch gelegd; Lodewijk van Bourbon stelde alstoen deszelfs kloosterlingen door aanzienlijke giften in staat het weder op te bouwen, wat zij door een opschrift in hun klooster vermeldden 4). In 1566 werd zoowel dit klooster als deszelfs kerk door de Hervormingsgezinden deerlijk gehavend 5), doch de Regeering der stad herstelde die gebouwen weder. In 1628 schonk dezelfde Regeering geld tot herstel der kerk van dit klooster, welke ten gevolge van de beschieting der stad door Prins Maurits in 1601 veel had geleden. Bij het klooster was een kerkhof, dat de Geestelijkheid der stad als een terrein beschouwde, dat buiten het wereldlijk gezag stond, zoodat, toen de Regeering der stad aldaar misdadigers had doen gevangen nemen, die daarop gevlucht waren, omdat zij het eene vrijplaats achtten te zijn, de Bisschop van Luik in 1366 een interdict op de stad legde; het werd echter het volgend ja alreeds geschorst en in 1371 door den Paus vernietigd 6). Dit kerkhof schijnt zich te hebben uitgestrekt tot ongeveer de W.helft van het aan de Pensmarkt gestaan hebbend huis de Vergulde Pantoffel, want, toen dit een paar jaar geleden afgebroken werd om daarmede het winkelmagazijn de Zon te vergrooten,
| 187 |
kwamen uit het erf, waarop dat huis stond, geraamten te voorschijn. Dit klooster had ook een tuin, zooals blijkt uit Prosp. Cuypers t.a.p. blz. 376, daar hij aldaar toch vermeldt, dat van Bombergen daarin op den dag van zijn vertrek uit den Bosch, zijnde 11 April 1567, zijne hoplieden en voetknechten afdankte. Doordien dit klooster en zijne kerk, nadat zij in 1641 door den Staat verkocht waren, geheel zijn afgebroken, is het niet meer mogelijk er eene topographische beschrijving van te geven. Uit de Bossche Schepenakten kan die ook niet worden opgemaakt. Alleen blijkt daaruit, dat aan het begin der Minderbroedersstraat langs de Markt eerst een hek, genaamd de Minderbroedersstappe en daarna eene poort stond, welke tot dit klooster toegang gaf; aan de eene zijde van dat hek of poort bevond zich het huis het Groot Paradijs en aan de andere zijde een open erf, dat toebehoorde aan de Tafel van den H. Geest te den Bosch; het werd door deszelfs meester en rector mr. Goijart Lombaerts van Enckevoirt 7 December 1577 (Reg. n° 245 f. 211) verkocht aan Adam Peterszn van Gerwen, die daarop het huis de Gulden Tralie bouwde, op welks erf, als gezegd, thans voor een deel het winkelmagazijn de Zon staat. Ging men door gezegd hek of poort de Minderbroedersstraat in dan kreeg men aan zijne rechterhand eerst het Minderbroeders kerkhof 7), vervolgens het Minderbroedersklooster en daarna de Minderbroeders kerk, die zich uitstrekte langs de geheele Noordzijde van de Minderbroedersstraat van af den Oostelijken hoek dier straat en der Doode Nieuwstraat tot aan de Snellestraat en langs de Oostzijde van laatstgenoemde straat tot aan de Abtsbrug; immers in eene Bossche Schepenakte van 1648 (Reg. n° 395 f. 257 vso) wordt vermeld, dat het huis de Roode Haan, nu genummerd Snellestraat n° 52, hetwelke aan de Westzijde van laatstbedoelde straat staat, zich
| 188 |
bevond eerst tegenover de Minderbroederskerk en daarna tegenover den Geweldiger, over welk laatste huis later. De Minderbroederskerk had tegen over liet huis St. Antonius, dat aan de Zuidzijde der Minderbroedersstraat staat, (het is thans genummerd 28 en 30) een zydelingen inganck, ook wel genaamd de valvae of de deuren van de Minderbroederskerk. Toen de stad den Bosch in 1629 aan de Staatschen was overgegaan, vervielen zoowel dit klooster als zijne kerk aan den Staat der Vereenigde Nederlanden. De kerk is toen een tijdlang ten gebruike afgestaan aan de Hoogduitsche gemeente, welke in 1630 te den Bosch werd opgericht uit Hervormden, die zich toen aldaar van uit Gulikerland en Aken metterwoon hadden gevestigd en daartoe een eigen predikant, Rotarius genaamd, hadden medegebracht 8). Deze verzocht aan den Kerkeraad der Nederduitsch-Hervormde gemeente te den Bosch aldaar als Hoogduitsch predikant bevestigd te worden en het Avondmaal te mogen toedienen, doch dit verzoek werd afgeslagen 9); of dit de reden daarvan was, dan wel of eene andere reden daartoe bestond, de Hoogduitsche gemeente van den Bosch is in elk geval spoedig daarna te niet gegaan.
Het Minderbroedersklooster en zijne kerk zijn den 31 Augustus 1641 (Reg. n° 384 f. 677) door Peter Schuyl, in zijne hoedanigheid van rentmeester der geestelijke goederen binnen den Bosch, daartoe geautoriseerd door den Raad van State, op zeer voordeelige voorwaarden, die zullen worden medegedeeld bij de beschrijving van het Bossche Predikheerenklooster, verkocht aan Johan Gans en Frans Blom, hiervoren reeds genoemd. Het Minderbroedersklooster en kerk werden daarbij aldus omschreven:
(Een huys inde Karstraet; dit huis maakte geen deel uit van het klooster, maar was eigendom daarvan.)
| 189 |
Een gedeelte van 't Minderbroedersclooster mit den warmoeshoff, bewoont by den commis Losecaet;
Een gedeelte van 't voorn. Clooster, bewoont by den geweldiger over 't garnisoen van den Bosch;
De erven van 't Minderbroedersclooster ende kercke.
Genoemde koopers stonden van die door hen gekochte goederen aan de gemeente den Bosch het Minderbroederskerkhof of wel een deel daarvan af om daarop te bouwen een wachthuis of corps de garde voor de ruiterij in de plaats van het vroegere, dat na 1629 in een deel van het Minderbroedersklooster zelf was gevestigd geweest 10). De Regering van die stad heeft daarop 28 September 1643 (Reg. n° 387 f. 568) met de eigenaars van de aan de Pensmarkt staande huizen de Gulden Tralie, de Gulden Ketting, de vergulde Pantoffel (welke drie huizen thans het winkelmagazijn de Zon uitmaken) en de Drie Vijzels (thans de bakkerij van Van de Well,) eene overeenkomst gesloten over hunne wederzij dsche rechten en verplichtingen als eigenaars van hunne aan elkander grenzende erven, waarna zij aldaar het corps de garde met stalling bouwde. In lateren tijd geraakte blijkens van Heurn Historie II p. 521 dit wachthuis als zoodanig in onbruik en werd een deel daarvan bestemd tot een winkel, waarin rouwmantels en bedden verhuurd werden: het kreeg toen den naam het Mantelhuis.
| 190 |
Noten | |
1. | Zijn broeder was Nicolaus van Swoll, die huwde met Emberta, dochter van Aerd van Meurs. |
2. | Zijne tweede vrouw was Mariken, dochter van Joachim Dirks en weduwe van Jacob, den zoon van Andries, den zoon van Gijsbrecht Voss. |
3. | Men zie hierover nog Cuperinus t.a.p. blz. 35 en van Oudenhoven blz. 117 |
4. | Gramaye Taxandria blz. 8. |
5. | Prosp. Cuypers t.a.p. blz. 395 |
6. | Van Heurn Historie I blz. 325. |
7. | Het Minderbroedersklooster verkocht in 1625 (Reg. n° 362 f. 18 en vlgd) ledige erven, gelegen achter de huizen genaamd: In de gulden (of dobbele) tralie, In den gulden pantolfel, In de drie vijzels en In den Rozenkrans, allen staande aan de Pensmarkt. |
8. | Van Heurn Historie II p. 417 en vlgd. |
9. | Akten van gezegden Kerkeraad van 9 Januari, 22 Mei, 17 Juli en 7 Augustus 1630. |
10. | Van Heurn Historie II blz. 520. |
1463 |
De in 1463 in de Verwersstraat ontstane brand doet de straat in vlammen opgaan. Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch |
1908 | P.W. Franken (sigarenmaker) - W.L. Pennings (mr. metselaar) |
1910 | J. Douwers (beambte S.S.) - T. Groendijk (beambte S.S.) - W.L. Pennings (mr. metselaar) |
1928 | mej. H. Dericks - echtg. B.A.M.H. Lautenslager |
1943 | J.F.A.M. Mertens (directeur Ned. Midd. bank) |
1910 | J. Douwers (beambte S.S.) - T. Groendijk (beambte S.S.) - W.L. Pennings (mr. metselaar) |
1865 | G.W. van Mierlo (rijtuigmaker) - D. Simons (vleeschhouwer) |
1875 | D. Simons (vleeschhouwer) |
1881 | D. Simons (vleeschhouwer) |
1908 | J. Koks (loopknecht) - W. Stevarius (stafmuzikant) |
1910 | G. Drenthen (sigarenmaker) - J. Koks (loopknecht) |
1875 | F.L.W. Beijerinck (1e luitenant 3e regement vesting-artillerie) - F.L.W. Beijerinck (landmeter) |
1878 | A.H. Slager (klerk) |
1880 | A.H. Slager (partikulier) bron |
1881 | J. Quaatvliet (ondernemer van verhuizingen) |
1865 | F. Kuijpers (winkelier in beeldjes) |
1875 | A. van Esch (mr. rijtuigschilder en winkelier) - J. Maas (mr. broodbakker) |
1881 | J. Maas (mr. broodbakker) |
1908 | H. van Duijnen (rijwielhandelaar) |
1910 | H.J Geene (mr. schilder) |
1923 | Lambertus Brok (schoenmaker) |
1928 | L. Brok |
1908 | J. Grefkens (sigarensorteerder) - J. v.d. Heuvel - H. Willems (schoenmaker) |
1910 | J. Grefkens (sigarenmaker) - J. van den Heuvel - W. Vos (schoenmaker) - H. Willems (schoenmaker) |
1923 | Johannes H. Dekker (timmerman) |
1928 | A. Antonis - P.J. Spierings - F. Verappe |
1943 | H.P. Ender (sigarenmaker) - H.J.M. Puls (kantoorbed.) - J. Schuurman (arbeider N.S.) - A. Thelen (sigarenmaker) |
1865 | J.T. van Eijndhoven (mr. kuiper en winkelier in kruidenierswaren en tapper) - H. Sars (opnemer der graanprijzen) |
1875 | J.T. van Eijndhoven (mr. kuiper, winkelier in kruidenierswaren en tapper) - H. Sars (opnemer der graanprijzen) |
1881 | J.T. van Eijndhoven (mr. kuiper, winkelier in kruidenierswaren en tapper) - H. Sars (opnemer der graanprijzen) |
1908 | wed. H.B. Hendriks - H. van Romen (meubelm., tapper) |
1910 | wed. H.B. Hendriks - A.A. Hoeflake (handelsreiziger) - A. van Romen (meubelm., tapper) |
1923 | Gerardus Bozelie (rangeerder Ned. Sp.) |
1928 | wed. P.H. Janssen - J. van de Mosselaar |
1943 | J. van de Mosselaar - J.H. Pennings (kousenfabrieksarb.) |
1865 | J. Maas (mr. broodbakker) |
1875 | A.J. van Grinsven (boekbinder) |
1881 | A.J. Grinsven (boekbinder en winkelier) |
1908 | J. Muller-van Seters (schoenmagazijn) |
1910 | M. Muller-v. Seters (schoenenmagaz.) |
1928 | H.J. Meijer |
1943 | A. van Bockel (rijwielhersteller en handelaar) |
1908 | wed. J. Offermans-Ruijs - Th. van Rooij (kleermaker) |
1910 | W. van der Krabben (schilder) - wed. J. Offermans-Ruijs |
1928 | wed. C. van Meteren - W.F. Vervoordeldonk |
1943 | P.W.F. Vervoordeldonk (steenhouwer) |
1865 | L. Ruijters (slijter in steenkolen) |
1875 | L. Ruijters (slijter in steenkolen) |
1881 | H.G. Castelein (mr. kleermaker en winkelier) |
1908 | Jos. Gemen (schoenmaker en schoenmagazijn) |
1910 | Jos. Gemen (schoenmaker en schoenenmagazijn) |
1923 | Joseph Gemen (schoenmaker) |
1928 | P.A. Leerintveld |
1928 | J. Gemen |
1943 | P.A. van Gijsel (broodbakker) |
1908 | J.H. v.d. Houdt (schoenmaker) |
1910 | J.H. v.d. Houdt (schoenmaker) |
1928 | R.M. van Valkenburg |
1943 | F.J.A. Gruijters (parkeercontroleur) |
1881 | P.H. Ooijkaas (mr. borstelmaker) |
1908 | J.C. Spierings (schilder) |
1910 | C.J. Burmanje (koopman) |
1928 | L.N. van den Houdt |
1943 | L.C. Pennings (koopman) |
1832 | Geertruida van Berckel (rentenierster)(eigenaar) |
1865 | J. van Kol (winkel. in kruideniersw. en tapper) |
1875 | A. van Aalebeek (winkelier in kruidenierswaren en tapper) |
1880 | A. van Alebeek (winkelier in kruidenierswaren en tapper) |
1881 | J.W. Laijendekker (slijter in gedistilleerd) |
1908 | G. Kouw (schoenmaker) - L. Oudenhuijzen (winkelierster) - H. van Veggel (smid) |
1910 | L. Oudenhuijzen (winkelierster) |
1923 | Wilhelmus A. Beerens (sigarenmaker) - echtg. Hendrikus J. van Hal (zonder) |
1928 | W.A. Beerens |
1943 | C.A. Beerens (winkelier) |
2005 | Jeroen Funcke en Thijs Vis (restaurant 't Misverstant) |
1865 | W. van Zon (winkelier) |
1881 | L. Voets (spekslager) |
1908 | Fr. van Esch (goudsmid) - J. Esch (spekslager) |
1910 | Fr. van Esch (goudsmid) - J. v. Esch (runds- en varkensslager) |
1923 | Johannes, A.P. van Esch (slager) |
1928 | J.A.P. van Esch |
1943 | J.A.P. van Esch (slager) |
1881 | A. Walewijk (koopman) - M. Walewijk (koopman) |
1908 | W.J. van Listenburg (meesterkn, zoutk.) - W.C.M.M. van Litsenburg (graveur, diam. en parelzetter) |
2003 | ? (Mi Kaza) cadeauwinkel |
1865 | J.W. Janssen (winkel. en ouden kleederenkooper) |
1910 | J.P. Heijmans (coupeur) |
1923 | Hendrikus J. van Geene (huisschilder) - Josephina P.M. van Geene (rijks telefoniste) |
1928 | H.J. van Geene |
1943 | J.G. Bakker (koopman) - P. van de Laak (stucadoor) |
2003 | ? (Ramixa) kledingzaak |
1865 | P. Wouters (deurwaarder bij de arrondissements-regtbank) - P.J. Wouters (zaakwaarnemer) |
1875 | P.A. van Buuren (1e luitenant) - wed. J.H. Furster (partikuliere) - P. Fuster (mr. goudsmid) - A. Walewijk (koopman) - M. Walewijk (koopman) |
1908 | L.J.C. de Groodt (amb. waterstaat) |
1910 | L.J.C. de Groot (amb. waterstaat) |
1923 | Dominicus A. van der Aa (huisschilder) - Johannes C.M. van den Bergh (sigarensorteerder) |
1928 | D.A. van der Aa - J.C.M. van den Bergh - A.J. de Kort |
1943 | J.C.M. van de Bergh (sigarensorteerder) - A.A. Grijpink (electricien) |
1865 | L. Olieslagers (koopman in gist) |
1875 | Th. Cieremans (kapitein eerste bataillon) - L.A. Olieslagers (schrijnw. en winkelier) - P. Wouters (deurwaarder bij de arrondissements-rechtbank) |
1881 | J.P. Schilthuijsen (mr. koper en blikslager) |
1910 | A. van Geldrop (aanspreker) |
1865 | F.W. Grinsven (goud- en zilversmid) |
1881 | F.J. Kruger (adjunct-comm. ter prov. griffie) |
1908 | J.A. Schilthuijzen (winkel. in maten, gew. en meters) |
1910 | J.A. Schilthuijzen (winkel. in maten en gew. en meters) |
1928 | G. Sodenkamp |
1943 | G.L. Leenders (dansleeraar) |
1832 | Augustinus Theodorus van Rijckevorsel (ontvanger)(eigenaar) |
1865 | J. van Bergen (winkelier in visch en kaas) - S.H. Coolen (kweekeling rijkskweekschool voor onderwijzers) - H.F. Ikink (kweekeling bij 's rijks kweekschool voor onderwijzers) - A.J.M. de Smit (kweekeling aan rijks kweekschool voor onderwijzers) |
1881 | wed. J. van Bergen (winkelierster in visch en kaas) |
1908 | wed. J. van Bergen (kaas- en vischhandel) |
1910 | wed. J. van Bergen (visch- en kaashandel) |
1923 | Leonardus P. van Geene (smid) |
1928 | J.P.A. de Rooij |
1943 | A.L. de Rooij (kantoorbed.) - H.I.J. de Rooij (opzichter P.N.E.M.) - J. de Rooij (lederhandel) - J.A. de Rooij (lederhandelaar) - J.P.A. de Rooij (lederhandelaar) |
1832 | Nicolaas van Sant (particulier)(eigenaar) |
1865 | J.H. Furster (tuinier, varkensslagter en winkelier) |
1881 | wed. J.H. Furster (partikuliere) - S. Hosang (mr. broodbakker) |
1908 | H.J. Biard (milit. schoenm. en schoenw.) |
1910 | H.J. Biard (milit. schoenm. en schoenw.) |
1923 | Johannes B.A. Bonnemaijers (zonder) |
1928 | L.J. van Kempen |
1943 | L.J. van Kempen (barbier) |
1908 | wed. A. Bettonville (particuliere) - L. van Wouden (bureelambt. rijks waterstaat) |
1910 | wed. A. Bettonville (particuliere) - L. van Wouden (bureelambt. rijks waterstaat) |
1928 | H. Beks - M. Beks - W. van Pinxteren |
1943 | W. van Pinxteren (metselaar Gem. Werken) |
1865 | L.A. Olieslagers (mr. schrijnwerker en winkelier) |
1881 | L.A. Olieslagers (mr. schrijnwerker) |
1908 | W.J.M. de Leeuw (sigarenmagazijn) |
1910 | W.J.M. de Leeuw (sigarenmagazijn) |
1928 | H. van Grinsven |
1943 | A.C. Kogels (schoenmaker) |
1865 | H.A. van Mierlo (mr. loodgieter en winkelier) |
1875 | A. van Elteren (winkelier in kolonialew. en visch) |
1881 | wed. E. van Zwol (kaashandel) |
1908 | J.H. Plug (kleermaker) - J.A. Wagenmakers (broodbakker) |
1910 | J.H. Plug (kleermaker) - J.A. Wagenmakers (mr. broodbakker) |
1928 | C.J. van Mulbregt |
1865 | L.P. Haring (kweekeling bij 's rijks kweekschool voor onderwijzers) - H. Kipping (winkelier in borstelwerk) |
1875 | H. Kipping (winkelier in borstelwerk) |
1881 | H. Kipping (winkelier in borstelwerk) |
1908 | H. Hooijmans (huisknecht) |
1910 | A. Wolfert (koopman) |
1928 | A. Wolfert |
1943 | C. Wolfert (koopman in fruit) |
2007 | Wim van Slooten |
1943 | Joh. Kras (garage-, autobus-, touringcar- en taxibedrijf) |
1865 | mr. J.B.H. van de Mortel (L.r. E.k. raadsheer in het provinciaal geregtshof van Noordbrabant, lid der provinciale staten en van den gemeenteraad) - V.F.J.J. van de Mortel (candidaat notaris) |
1875 | mr. J.B.H. van de Mortel (president, in het provinciaal gerechtshof van Noordbrabant en lid van den gemeenteraad) - V.F.J.J. van de Mortel (notaris) |
1908 | Lamb. Naninck (fabrikant van kinderwagens) |
1910 | mej. W. Bakermans - Lamb. Naninck (fabrikant van kinderwagens) |
1923 | Hendrikus M. Arts (loopknecht) |
1928 | M.J. Eijkemans (bov.) - H. van Loon |
1943 | J.A. van Engelen (landbouwer) - J.A. Kras (autobus-ondernemer) - P.A.J. v.d. Sande (caféhouder) |
1991 | dhr. Reynders (café De Boulevard) |
1910 | C.C. Clarijs (schilder, glas- en aardewerk) |
1923 | Martinus Chr.C. Clarijs (schilder) |
1928 | M.C.C. Clarijs - mej. E.L.J.M. von Eugen |
1943 | A.A.J. Arons (pianostemmer) - F.A.W. van Asperen (chauffeur) |
1892 | C. Clarijs (mr. huisschilder) |
1908 | C.C. Clarijs (schilder, glas- en aardewerk) |
1910 | C.C. Clarijs (schilder, glas- en aardewerk) |
1928 | J.C. Bernards |
1943 | Drukkerij Deen - J.W. van Gameren (chauffeur) |
2003 | ? (Jade) woonaccessoires |
1865 | A.M. Maissan (winkelier in sigaren en tabak) |
1875 | S.J. Dijkstra (tapper) |
1881 | C. Clarijs (mr. huisschilder) - J.T. van Keijzerswaard (graveur, slijter in sigaren) |
1908 | G. v.d. Heijden - G. van Hezik (metselaar) |
1910 | G. van Hezik (metselaar) |
1928 | wed. G. van Hezik |
1910 | G. van der Heijden |
1928 | mej. G. van der Heijden |
1943 | Jan van Boksel (grondwerker) |
1865 | H. van Elswijk (winkelier) |
1875 | H. van Elswijk (winkelier) |
1908 | wed. M. v.d. Hulst - H.J. Rensel (broodslijter) |
1910 | wed. M. v.d. Hulst - H.J. Rensel (broodslijter) |
1923 | Josephina Claasen (naaister) |
1928 | S. Paauwe |
1943 | J.B. Snels |
1881 | N. van Diessen (steenkolen en heetwaterverkooper) |
1892 | (Snellestraat B 304): M. Pennings (barbier) |
1908 | (Snellestraat B 304): L.J. van Kempen (barbier) |
1910 | L.J. van Kempen (barbier) |
1943 | M.F. Bressers (koopman in kruidenierswaren) |
1865 | Gez. van den Bosch (naaisters) - weduwe W. Duijsens (pettenmaker) - J. van Wamel (mr. kuiper) |
1910 | Magazijn 'De Vriend' (kleedingmag.) |
1943 | W. Ackermans (koopman) - W.J.M. Ackermans (koopman) |
1865 | C. Lap (meubelmaker) |
1881 | C. Lap (timmerman) |
1880 | stal |
1928 | A. Sterk Hirdes |
1881 | J.T. de Koek (courantenleesinrichting) |
1865 | A. Strang (timmerman) |
1865 | W.J. Verbruggen (schoenmaker en winkelier) |
1908 | W.A. van Rosmalen (tailleur) - Wagenaar (concierge-binder bij 's Rijks archief) |
1923 | Louise J. Gloudemans (onderwijzeres) - Maria J. Gloudemans (schrijfster Raad van Arbeid) - Marinus J. Gloudemans (letterzetter) |
1928 | M.J. Gloudemans - mej. L.J. Gloudemans - mej. M.J. Gloudemans |
1943 | H. van Valkenburg (sigarenmaker) |
1943 | G. Fadalti (koopman) |
1908 | H. Smits (kleermaker) - A.A. van Veggel (sigarenmaker) |
1910 | H. Smits (kleermaker) - A.A. van Veggel (sigarenmaker) |
1928 | H.W.J. van Geffen - H. Smits |
1943 | H. Fleuren (arbeider N.S.) - J.H. van Houten |
1865 | wed. J.J. Boelens (winkelierster en beddenverhuurster) |
1875 | wed. J.J. Boelens (winkelierster en beddenverhuurster) |
1881 | wed. J. Boelens (winkel. en beddenverhuurster) |
1908 | F.J. Dickmans (goudsmid, winkelier in kol. waren) |
1910 | M.L. Jansen (timmerman, winkelier) |
1908 | W. Cammel (loodgieter) - J.v. Ham (boekbinder) - A. Scheepers (goudsmid) |
1910 | K. IJsing (schoenmaker) - H.C. Rubie (mr. schoenmaker) |
1923 | Mattheus L.J. de Bruijn (aannemer) |
1928 | M.L.J. de Bruijn |
1943 | M.J.L. de Bruijn (aannemer) |
1865 | W.J. Heesters (timmerman) |
1875 | J.J. Driessen (touwslager) |
1881 | H. van Elswijk (water en vuurverkooper) |
1908 | P. Maas (schoensnijder) - H. Marechal (sorteerder) |
1910 | E.L. Luijben (koper- en blikslagerij) - H. Marechal (sorteerder) |
1928 | E.R. Luijben |
1943 | A. Vera (chauffeur meubeltransport) |
1865 | W. Strang (schoenmaker) |
1875 | P.E. Latour (mr. schoenmaker) |
1928 | mej. H.A. Kennis - wed. B.J. Kennis |
1943 | H.G.M. Kennis (ambtenaresse P.N.E.M.) - J.B.M.J. Kennis (schilder) |
1865 | C. Lucas (mutsenmaakster) |
1865 | S. Swoboda (gep. constapel-majoor) |
1881 | P.E. Latour (mr. schoenmaker) |
1908 | J.P. Heijmans-van Bokhoven (coupeur v.d. Bergh's schoenf.) - J.P. Heijmans-van Bokhoven (stikster leeskl. schoenwerk) |
1881 | H. van Esch (partikulier) |
1943 | C. Scheffelaar Klots (houthandelaar) |
1928 | C. Peters |
1943 | G. Peters & Zonen (electro-technisch bureau) - C. Peters (mecanicien) |
1865 | wed. H.A. Verhagen (verhuurster van bedden) |
1875 | A.J. van de Wiel (mr. schrijnwerker) |
1881 | A. Vrensen (mr. huis en kerkschilder) |
1908 | P.H.C. van Hoeckel (grossier in vruchten) |
1910 | P.H.C. van Hoeckel (grossier in vruchten) |
2007 | ? ('t Vakkledingshuis) |
1908 | B. Nettenbreijers (schoenmaker) |
1910 | P.H.C. van Hoeckel (grossier in vruchten) |
1943 | A.L. van Es (koopman) - J.L.A. Sterk |
1865 | wed. P. Roos (tapster) |
1875 | A.W. Bettonville (tapper en barbier) - A. Vrensen (mr. huis en kerkschilder) |
1881 | J.H. van Munster (winkelier in kaas) |
1908 | J.W. Herboldt (schoenmaker) - G. van Kollenburg (mr. metselaar) |
1910 | wed. J.W. Herboldt - H.B. Walters (passementwerker) |
1928 | J.M. Mentzel - P.A. Vermeulen - A. van der Vloedt |
1943 | Th.A. van Leent (kleermaker) |
1865 | K. Jadot (water- en vuurverkooper) - Gez. Mulder (naaisters) |
1881 | J.H.A. Ravenhorst (leeraar aan de R.H.B.S.) |
1910 | mej. H. van Wagenberg (particuliere) |
1923 | Arnoldus J.F. van den Eerenbeemt (depothouder Petroleum Mij.) |
1928 | W.G.A.Th. Gerritse |
1943 | F.W. Delmee (kleermaker) - P.H.A. Hermans (handelsreiziger) |
5211 EM 1..51 5211 EN 2..54
1906 : 869..905 (Mosmans: Beide zijden, beginnend achter De Bossche Maagd) 1909 : rechts 1..51, links 2..54 1995 : rechts 1..51, links 2..54 (Huisnummerkaart H16) 2004 : rechts 1..51, links 2..54 (postcodes)
No 38 Wijk H (komend van de Apostelstraat) | ||||||
Snelstraat | ||||||
140 | 5 | Das, Wilhelmus | Kamerbehangersknecht | 58 | Rooms | Den Bosch |
141 | 5 | Olieslagers, Leonardus | Schoenmakersknecht | 34 | Rooms | Den Bosch |
142 | 7 | Bekkers, Franciscus | geen | 51 | Rooms | Den Bosch |
143 | 7 | Lambooij, Johannes | Baardscheerder | - | Rooms | Den Bosch |
144 | 6 | Wakkers, Johannes | Commies aan het postkantoor | 32 | Rooms | Thoren |
145 | 6 | Dodemont, Johannes Petrus | Koperslager | 63 | Rooms | Maastricht |
146 | 5 | Koppelaar, Godefridus Johannes | Zilversmit | 30 | Rooms | Den Bosch |
147 | 3 | Rampart, Franciscus | Straatwerker | 50 | Rooms | Nieuwebroek |
148 | 4 | Kleijntjens, Johannes Wilhelmus | Tin- en Loodgieter | 50 | Rooms | Honsbroek |
149 | 8 | Hirdes, Georg Wilhelm | Timmerman | 42 | Rooms | Vurne in Vlaanderen |
150 | 22 | Strang, Jan Oude | Kleerkoper | 35 | Rooms | Den Bosch |
151 | 5 | Meekers, Johannes | Schoenmaker | 29 | Rooms | Den Bosch |
152 | 7 | Balthoven, Wilhelmus van | Oude Kleerkoper | 44 | Rooms | Oisterwijk |
153 | 10 | Bedoux, Martinus | Oude Kleerkoper | 38 | Rooms | Den Bosch |
154 | 10 | Brak, Frederik | Briefbesteller | 41 | Gereformeerd | Den Bosch |
155 | 4 | Zuijlen, van Petrus | Commissaris van Politie | 39 | Rooms | Den Bosch |
158 | 7 | Rijckevorsel, Theresia Josepha van | Rentenierster | 60 | Rooms | Den Bosch |
161 | 9 | Bekkers, Hendrikus | Arbeider | 32 | Rooms | Deuteren |
162 | 5 | Janse, Servinus | Wever | 24 | Rooms | Den Haag |
163 | 6 | Lap, Mathijs | Kraankind + Oude Klederkoper | 41 | Rooms | Den Bosch |
164 | 6 | Veltman, Willem | Oude Klederkoper | 44 | Rooms | Den Bosch |
168 | 3 | Vollaars, Josephus | Oude Klederkoper | 45 | Rooms | Den Bosch |
169 | 2 | Sabel, Theodorus | Leidekker | 45 | Rooms | Den Bosch |
170 | 9 | Neertersel, Hendrik van | Schrijnwerker | 54 | Rooms | Boxtel |
171 | 7 | Beerendonk, Johannes | Arbeider | 55 | Rooms | St. Oedenrode |
173 | 6 | Beeres, Jacobus | Daglooner | 31 | Rooms | Tilburg |
174 | 3 | Wilders, Maria | - | 60 | Rooms | Den Bosch |
175 | 6 | Klerks, Antonius | Boekdrukker | 53 | Rooms | Den Bosch |
178 | 4 | Verhagen, Hendrikus | Knopemaker | 38 | Rooms | Den Bosch |
179 | 3 | Uytert, Flisabeth (wed. Smeeman) | Koopvrouw in oude kleren | 60 | Rooms | Den Bosch |
180 | 3 | Eyndhoven, van Johannes mr. | Kledermaker | 31 | Rooms | Vught |
181 | 5 | Blank, Hendrikus | Slijter | 27 | Rooms | Den Bosch |
Vughterstraat |
J.J.M. Franssen, De Bossche arbeider in zijn werk- en leefmilieu in de tweede helft van de negentiende eeuw XXXIII/XXXIV (1976) I. 212; II. 573, 583
C.J. Gudde, 's-Hertogenbosch geschiedenis van vesting en forten (1974) 14
F.L. Jansen, Kledinghandel in transitie LXXXVIII (1991) 32, 61, 108, 371, 373
Charles de Mooij en Aart Vos, 's-Hertogenbosch binnenskamers (1999) 21
Th. A. Wouters, Van bedeling naar verheffing XI (1968) 74