afb. Gerard Monté, juni 2001
Het Slijpersstraatje is een zijsteegje, tussen Hinthamerstraat 136 en 138. Was het vroeger een doodlopend steegje, zoals 's-Hertogenbosch er vele heeft gekend, tegenwoordig loopt het uit op een soort pad, waarlangs men de Binnendieze en het gerestaureerde Poorthuis van het voormalige klooster van de zusters van Orthen kan bereiken. Aanvankelijk loopt het steegje recht, maar maakt op het einde een haakse bocht naar links. Het eerste gedeelte van het steegje behoort tot de historische bebouwing. Het grootste deel van zijn bestaan heeft het steegje Sleepersstraatje geheten. Aan het begin van de 20ste eeuw heeft het enkele jaren ook nog de naam Achter de Gapert gehad, genoemd naar het huis 'De Gapert', Hinthamerstraat 136. Waar de namen Sleepersstraatje en Slijpersstraatje vandaan komen, is niet bekend. Het steegje is bewoond. Overdag aan beide zijden toegankelijk, is het 's avonds aan de zijde van de Hinthamerstraat met een stalen spijlenhek afgesloten. Bij het hek is een hardstenen schamppaal. In het pand Hinthamerstraat 138 met de historische naam De Drie Halve Manen, naast het Slijpersstraatje, heeft familiebedrijf F. Vorst-Hagemans tussen 1915 en 1980 een behangerij en stoffeerderij gehad. Het gebouw is een aantal malen in het nieuws gekomen door de ontdekking van bijzondere, vijftiende- en zestiende-eeuwse plafond- en muurschilderingen (zie onder meer Bossche Bladen 2006, 2). Behalve in het pand Orthenstraat 41, werden gelijksoortige taferelen nergens eerder aangetroffen. Bouwhistorici Maike Tjon A Kauw en Harriën van Dijk van de BAM (Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten) doen al enkele jaren onderzoek naar deze unieke schilderingen. |
5211 NC 1..13 5211 NC 2..10
1909 : rechts -, links -
H.F.J.M. van den Eerenbeemt en L.P.L. Pirenne, 's-Hertogenbosch op de drempel van een nieuwe tijd (1960) 197
J.J.M. Franssen, De Bossche arbeider in zijn werk- en leefmilieu in de tweede helft van de negentiende eeuw XXXIV (1976) 349, 358
Th. A. Wouters, Van bedeling naar verheffing XI (1968) 79