afb. A.F.A.M. Wetzer, 9 oktober 2005
Het Redemptoristenpad verbindt de St.-Josephstraat met het straatje In den Boerenmouw. De naam van het steegje verwijst naar een aanwezigheid van ruim honderd jaar van de paters Redemptoristen in 's-Hertogenbosch. Deze orde werd in 1732 in Zuid-Italië gesticht door Alfonsus de Liguori. De eerste vestiging in Nederland kwam in 1836 in Wittem tot stand. Officieel heet de orde: Congregatie van de Allerheiligste Verlosser (verlosser in het Latijn: redemptor). De paters Redemptoristen kregen grote bekendheid door hun volksmissies. Dat waren meerdaagse reeksen preken; de Mariaverering nam daarbij een centrale plaats in, en ook 'de volharding in het goede'. Biechten, eucharistie en communie maakten ook onderdeel van de volksmissie uit. Deze missies werden met argwaan bekeken: de burgerlijke overheid vreesde ordeverstoringen, de seculiere geestelijkheid was niet dol op deze paters (concurrentievrees?). In 's-Hertogenbosch werd -op verzoek van de burgerij- in 1843 de eerste volksmissie gehouden, van 8 tot 22 november. In de Sint-Jan en andere parochiekerken werden langdurige predikaties gehouden, werd er biecht gehouden en de communie uitgedeeld. Dat ging van 's morgens vroeg tot 's avonds laat door en bracht duizenden katholieken (en nieuwsgierige protestanten) op de been. Er werden speciale predikaties gehouden voor bepaalde groepen, zoals weeskinderen, gevangenen en soldaten. Ondanks het grote enthousiasme verliep alles ingetogen en zonder relletjes. Diverse bekeringen vonden plaats. Een bijzondere was die van Theodora van der Heiden. Deze 'abdis der publieke huizen' sloot enige van haar bordelen. De volksmissie was een groot succes, maar op 23 november 1843 verlieten de Redemptoristen de stad weer. |
Het Redemptoristenpad -tussen St.-Josephstraat en In den Boerenmouw- herinnert aan de aanwezigheid van de paters Redemptoristen in 's-Hertogenbosch. Hun meerdaagse preken (de zogenaamde volksmissies), hadden de paters grote bekendheid gegeven. In 1843 was de eerste volksmissie in Den Bosch. Tien jaar later was er opnieuw een volksmissie. De reden was de terugkeer, na een ballingschap van ruim tweehonderd jaar, van het beeld van de Zoete Lieve Vrouwe van Den Bosch. De volksmissie duurde van 22 tot en met 31 december. Tijdens deze missie werd er door de paters vooral de liefde tot Maria bij de Bosschenaren ingehamerd; een devotie die tot op de dag van vandaag voortduurt. Op de feestdag (27 december) van de patroonheilige van de kathedraal, St. Jan de Evangelist, keerde het beeld terug in de kerk; het hoogtepunt van de volksmissie. In hun slotpreek deelden de paters mede, dat zij in de stad zouden blijven. In 1854 kochten de paters een stuk grond aan de Tweede Nieuwstraat. Hier bouwden zij een kerk en een klooster. Het door architect A. van Veggel ontworpen klooster werd op 6 november 1855 in gebruik genomen. De kerk was toegewijd aan Sint Jozef, -de bevolking sprak van paterskerk- en werd op 4 december 1859 ingezegend. Vanwege hun komst naar de stad, werd de Tweede Nieuwstraat op 18 december 1890 veranderd in St.-Josephstraat. Kerk en klooster werden op 22 augustus 1971 gesloten en aan de gemeente verkocht. Hun kerk is nu de Orangerie, het klooster een appartementengebouw en de kloostertuin de Jeroen Boschtuin. |
5211 XP 11.. 25 5211 XR 2.. 60 5211 XS 62..140