De Predikheerenpoort, is een zijstraatje van de Hinthamerstraat. Het is genoemd naar de Predikheren, de Dominicanen, die hier een klooster bezaten dat vanaf de Hinthamerstraat door dit straatje te bereiken was. Het kloostercomplex lag achter de Binnendieze, tussen de Nieuwstraat en de Sint Jozefstraat en strekte zich uit tot aan het Kardinaaal Van Rossemplein.
Omstreeks 1270 vestigden zich vanuit Leuven Predikheren in 's-Hertogenbosch. Zij gingen een zogenaamd termijnhuis bewonen, van waaruit zij op termijn gingen: aalmoezen vragen. Dit deden zij in Den Bosch, maar ook in de vele dorpen rond de stad. In 1286 vestigden zich twee Dominicanen definitief in de stad.
De Predikheren kochten in 1292 een huis in de Hinthamerstraat, buiten de Leuvense Poort. Vier jaar later kochten Wouter van Reimerswaal en Godfried van Heze een huis en een erf van Cecilia, de weduwe van Engelbert Ludinc. Het was het begin van het Predikherenklooster.
Over de eerste eeuw weten we weinig. Uit een testament zijn we te weten gekomen dat de tucht, zoals in zoveel kloosters in die tijd, in het begin van de vijftiende eeuw verslapt was. Het slot was verdwenen (er kwamen zelfs vrouwen in het klooster!), de vasten werd niet meer gehouden en doordat men over geld beschikte werd er een privé-leven binnen het klooster gevoerd. Binnen de Dominicanen ontstond de beweging van de observanten die wilden terugkeren naar de oorspronkelijke regel. De Bossche Predikheren sloten zich daar pas heel laat bij aan: in 1483. Van de dertig toen in het klooster levende Dominicanen vertrokken er vijf omdat zij het met de hervorming niet eens waren.
In 1419 werd het klooster getroffen bij de grote stadsbrand die Den Bosch vanaf het eind van de Hinthamerstraat tot aan de Scheidingstraat bij de Hoge Steenweg in de as legde. Onder meer de gehele kloosterbibliotheek is toen verloren gegaan.
In 1481, bij de vergadering van de Orde van het Gulden Vlies, logeerde Maximiliaan van Oostenrijk in het klooster. Als dank voor de goede ontvangst bood hij de kloosterlingen een groot aantal boekwerken aan, ten behoeve van de nieuwe bibliotheek.
Door de hervorming binnen het klooster gesterkt ging men de zestiende eeuw in. In tegenstelling tot de andere kloosterorden groeide het aantal kloosterlingen sterk. Het klooster bloeide weer op. Dat was waarschijnlijk ook de reden dat in 1566, bij de Beeldenstorm, de kloostergebouwen vernield werden: het klooster was een jaar onbewoonbaar en ook de kerk was geruime tijd onbruikbaar. Pas in 1572 werd het weer als zodanig in gebruik genomen, werd het slot weer ingevoerd.
Toen heeft zich waarschijnlijk ook de bekendste Dominicaan aan de poorten gemeld. Het was Michael van Ophoven die na de voltooiing van zijn studies tal van belangrijke functies kreeg en vanaf 1626 bisschop van Den Bosch was. In die functie maakte hij ook het Beleg mee.
In 1629 moesten de Dominicanen de stad verlaten. Het kloosterterrein werd verkaveld. Langszij en erachter werden drie nieuwe straten aangelegd: de Nieuwstraat, de Tweede Nieuwstraat (thans Sint Jozefstraat geheten) en de Hoge Nieuwstraat. Ongeveer drie en halve eeuw lang waren de Predikheren in Den Bosch gevestigd geweest. Zes eeuwen na hun vestiging herinnert de naam van het straatje ons nog aan deze Orde.
|