afb. Onbekend, 4 mei 1927
Het straatje Ruische Poort ligt tussen Hooge Steenweg 27/Orthenstraat 1 en Achter de Tolbrug. De natuurstenen poort zelf is gelegen tegenover de Visstraat. Lange tijd was het particulier bezit, het behoorde tot het erf van Hooge Steenweg 31. Ze wordt gedateerd rond 1545. De aanduiding 'poort' komt voor het eerst in 1563 voor. Het is een holgeprofileerde, natuurstenen ingangspoort, overtoogd door een uitgekraagde boog op twee als een vrouwen- en een mannenhoofdje vormgegeven kraagsteentjes. De poort gaf toegang tot het daarachter liggende refugiehuis (1589 - 1629) van het augustijnenklooster Mariënhage uit Woensel. Dit gebouw was in de 15e eeuw als een lang en smal woonhuis neergezet, evenwijdig aan een toen nog aanwezige Binnendiezetak, de Marktstroom. In de jaren 1540 tot 1550 is het pand verlengd en is er een dwarsvleugel met zeskantige spiltoren aangebouwd. Via een inpandige poort, die aansloot op een brug over de Binnendieze, stond het in verbinding met de Ruische Poort. Deze naam kreeg het steegje pas in de 17e eeuw, toen Johan Ruysch het refugiehuis in bezit kreeg. Deze Ruys was commissaris ordinarius van de Staten-Generaal, belast met de monstering van garnizoen en fortificatiën van 's-Hertogenbosch. Hij kocht in 1648, na de Vrede van Munster, het refugiehuis van klooster Mariënhage voor eigen bewoning. De koop werd door de Staatse overheid niet erkend, waardoor Ruys het pand met het daarbij gelegen bleekveld, washuis en een aantal cameren in 1654 nog eens moest kopen. Nu van de rentmeester-generaal. Tot 1700 bleef de woning in bezit van de familie Ruysch. |
Het straatje Ruische Poort dankt zijn naam aan Johan Ruysch, die in 1654 het voormalige refugiehuis Mariënhage voor eigen bewoning had aangekocht. Tot 1700 bleef de woning in het bezit van de familie Ruysch. In 1747 kwamen poort en straatje in bezit van de priester Lambertus Hoeks. Hij bestemde het voormalige refugiehuis tot pastorie van de parochie Achter de Tolbrug, de latere Sint-Pietersparochie. De Ruische Poort en het daarachter liggende straatje kwamen toen in eigendom van de parochie. In 1842 was met de bouw van de (nieuwe) Sint-Pieterskerk begonnen, september 1843 werd de kerk plechtig ingewijd. Pastoor Joannes de Kroon (1879 - 1963) werd op handen gedragen, vooral door parochianen uit volksbuurt De Pijp. Na sanering van de volkswijk werd een straat naar hem vernoemd en staat er naast de voormalige pastorie een beeldje van hem. Bijna 130 jaar heeft deze parochiekerk dienst gedaan. Op zondag 2 januari 1972 werd de kerk gesloten voor kerkdiensten. Actiegroep 'Red de Sint Pieter' kon de sloop van het kerkgebouw nog tien jaar uitstellen. Eind september 1982 was de sloop echter voltooid. De natuurstenen toegangspoort en het straatje bleven tot 1923 in eigendom van de Sint-Pietersparochie. In oktober van dat jaar gaf bisschop Diepen toestemming om de poort met straatje aan de gemeente te verkopen. In 1927 werd deze gerestaureerd, en er kwam een nis boven de poort met een Mariabeeld. In 1935 werden poort en straatje officieel gemeente-eigendom. In de volksmond heette het heel lang de Pastoorspoort. |
Deze naam heeft het straatje eerst in de 17de eeuw gekregen toen Johan Ruys in bezit was van het achtergelegen voormalige Refugiehuis van Mariënhage. Vóór die tijd had de poort geen naam, aangezien hij tot het erf van Hooge | 173 |
Steenweg 31 behoorde. Er is in de 16de eeuw sprake van 'eenen weg, loopende vanaf de Orthenstraat' en van 'negen huisjes staande bij gezegd straatje'. In 1567 moet het 'kyckvenster' voor aan de straat worden afgebroken en de schade die hierdoor aan het huis van de buurman was aangebracht worden hersteld. Waarschijnlijk was het 'kyckvenster' in een overbouwing van de poort aangebracht, aangezien in 1589 nog sprake is van 'Eene poorte mette huysinge ofte timmeragie boven de voirs. poerte'. In de 17de eeuw is het poorthuis vermoedelijk al afgebroken. De aanduiding 'poort' komt voor het eerst voor in 1563. De hardstenen poort is uit stilistische overwegingen te dateren kort voor het midden van de 16de eeuw. Jan Pynappel zou als mogelijke bouwheer in aanmerking komen. De twee kraagsteentjes van de geprofileerde boog zijn als een vrouwen- en een mannenhoofdje vorm gegeven. Zijn het Jan Pynappel Willemszn en zijn vrouw Catharina van Hedel? | 174 |
RUIJSCHE POORT. Gelegen tegenover de Vischstraat en thans in den volksmond De Pastoorspoort geheeten. Wordt Ruysche Poort genoemd naar Johan Ruysch, Commissaris van de Monsteringe. Achterin lag een groot gebouw, met prachtigen, thans nog bestaande toren, oorspronkelijk een refugiehuis van het klooster Mariënhage bij Eindhoven. Deze kerkelijke goederen zijn in 1629 aangeslagen en in 1654 aan Ruysch verkocht. Toen in Mei 1684 de stads-secretaris Ruysch overleed, veel schuld nalatende (zegt Hezenmans) en de familie niet wilde toestaan, de meubelen openbaar te verkoopen, deed men de poort met geweld openbreken. De President-schepen Kuchlinus in ambtsgewaad, staande op den stoep van het huis De Korenbloem, (perceel 71), leidde den formeelen stormloop op de poort, waaraan door smeden, kraankinderen, bier- en zakkedragers met hamers en stikken werd deelgenomen. | 82 |
Toegang tot het St.Pieterskerkhof, steeg naar Achter de Tolbrug. Holgeprofileerde natuurstenen ingangspoort, overtoogd door een uitgekraagde boog op twee kopjes (XVI A). Gerestaureerd in 1927. |
De Ruische Poort is genoemd naar de zeventiende eeuwse Johan Ruysch. Ruysch was na 1629 naar ´s-Hertogenbosch gekomen, zoals er zovelen kwamen om fortuin te zoeken in de door Frederik Hendrik overwonnen stad. Johan Ruysch was 'commissaris van de monstering van het garnizoen'; dat wil zeggen dat hij de voedselen en andere voorraden voor het leger leverde. In 1637 werd hij poorter van 's-Hertogenbosch en legde op 26 september van dat jaar de daarbij behorende eed af. Johan Ruysch kocht het voormalige refugiehuis van het klooster Mariënhage. (Bij velen nog bekend als de pastorie van de St.-Pieter, het gebouw biedt thans huisvesting aan de verkeerspolitie.) Vanaf de Orthenstraat/Hoge Steenweg leidde een toegangsweg naar dit pand. Ruysch had het gebouw gekocht van de prior van het klooster, maar de hoge overheid oordeelde dat deze koop niet wettig was en Ruysch moest het pand nogmaals kopen. In augustus 1657 overleed hij en werd begraven in de Sint Jan.
Van zijn kinderen werd zoon Henrick eigenaar. Mr. Henrick Ruysch was van 1649 tot zijn dood in 1678 secretaris van 's-Hertogenbosch. Toen hij overleed, had hij echter niets om na te laten aan zijn kinderen. Schulden had hij wel. Maar ommdat de kinderen Ruysch niet toestonden, dat de boedel en het pand verkocht werd in het openbaar, moest het Bossche stadsbestuur ingrijpen. Vanaf de Visstraat, door de 'Ruische Poort', werd een stormloop op het huis uitgevoerd. Niet alleen de gerechtsdienaren deden dat, maar er waren vele Bosschenaren die een handje wilden toesteken, zoals, smeden, kraankinderen (= bedienaars van de stadskraan), bier- en zakkendragers. Zij waren bewapend met bijlen, stokken en hamers. De kinderen van Henrick Ruysch moesten na de eerste schermutselingen het pand hals over kop via de achterdeur verlaten ...
Op het eind van de 18e eeuw werd de pastoor van de St. Pieter eigenaar van het pand en de daarbij behorende toegangsweg vanuit de Orthenstraat. „Kerkstraatje” en „Pastoorssteeg” werden populaire namen in 's-Hertogenbosch. Maar officieel bleef de Ruische Poort, zeker nadat in de twintigste eeuw de gemeente deze toegangsweg van het kerkbestuur gekocht had en er een openbare weg van maakte.
Vanaf de Orthenstraat is de Ruische Poort bereikbaar via een uit de eerste helft van de zestiende eeuw daterende toegangspoort, welke in 1927 werd gerestaureerd. Later werd zij voorzien van een Mariabeeld en enkele jaren geleden van een passende lantaarn.
|
1986 |
Henny MolhuysenStraat en naam : Ruische PoortBrabants Dagblad woensdag 5 maart 1986 (foto) |
|
1988 |
P.R. TomlinsonPlantenresten en pollen uit een greppelvulling in de opgraving Ruische Poort 1980, 's-HertogenboschKroniek Bouwhistorisch en Archeologisch onderzoek s-Hertogenbosch 1 (1988) 92-96 |
1910 | School |
1928 | R.K. Meisjesschool |
1936 | R.K. Bewaarschool - R.K. Huishoudschool - R.K. School voor G.L.O. |
1975 | R.K. Bijzondere meisjesschool |
1910 | A.H.M.H. Bolsius (banketbakker) |
1928 | Patronaatsgebouw |
1910 | J. van den Broek (machinist) - G. Pieters (distillateursknecht) - J. Verdonk |
1923 | Johannes van den Broek (zonder) |
1928 | mej. A. van den Broek |
1943 | wed. J.Th.W.M. Grinsven-Dicker |
5211
1909 : rechts 1..5, links 2..2
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst (1931) 192