afb. Onbekend
Na de verovering van de stad in 1629 door het Staatse leger, kwam de Sint-Janskerk in handen van de Bossche protestanten (Nederduits Gereformeerde Gemeente). Bij zijn bezoek aan onze stad in 1810 zegde Napoleon Bonaparte toe, dat de Sint-Jan aan de katholieken zou worden teruggegeven. Eind 1816 vond de teruggave daadwerkelijk plaats. De eerste organist van de Sint-Jan na de overdracht was Paulus Verbeke. Na diens overlijden in 1838 werd een concours voor de opvolging uitgeschreven. De Vlaming Pieter Jan van Paesschen (geboren 1809) won deze wedstrijd van Johannes Bartholomeus, organist van de Maastrichtse Sint-Servaeskerk. Op 1 oktober 1839 werd Van Paesschen aangesteld als organist, met een jaarsalaris van 300 gulden. Tijdens de periode dat hij aan de Sint-Jan verbonden was, vonden er belangrijke gebeurtenissen plaats. In 1840 werd de Sint-Jan weer parochiekerk. Van Paesschen was oprichter in 1843 van de Liedertafel 'Oefening en Ontspanning'. In 1847 werd het parochieel koor van de Sint-Jan opgericht, waarvan Van Paesschen directeur werd. In 1853 werd Den Bosch weer bisschopsstad en de Sint-Jan kathedraal. Het parochieel koor werd verheven tot kathedraal koor. Op 27 december 1853 (feestdag van Johannes de Evangelist) keerde het Mirakelbeeld van Maria weer terug in de Sint-Jan, na ruim 200 jaar rondgezworven te hebben op verschillende plaatsen in België. Er werd een begin gemaakt met de restauratie van de Sint-Jan (1859) en in 1885 vierde de stad haar 700jarig bestaan. Rond kerstmis 1886 kreeg Van Paesschen bij het verlaten van het orgel een beroerte, hij bleef sukkelen met zijn gezondheid. Op 6 april 1887 overleed hij, en werd begraven op Orthen. Op 28 februari 1921 eerde het gemeentebestuur hem door een straat in het uitbreidingsgebied De Bossche Pad naar hem te vernoemen: Van Paesschenstraat, een dwarsstraat die begint bij de Maastrichtseweg en eindigt bij De Bossche Pad. In de eerste schetsen voor Eikendonk stond in het midden van de Van Paesschenstraat een lagere school getekend. Die school is er nooit gekomen en het middenstuk is lang onbebouwd gebleven. Pas in 1929 kwam er een plan om de grond te verbouwen. Er kwamen elf eengezinswoningen, bestemd voor grote gezinnen; twaalf of veertien personen per gezin waren geen uitzondering. Tijdens de herinrichting van de wijk Eikendonk vanaf 2011 werden alle woningen aan de Van Paesschenstraat gesloopt voor nieuwbouw. | 5 |
Op 23 september 1809 werd in Zonhoven (thans België) Pierre Jean van Paeschen geboren. Daags daarop deed zijn vader, de schoenmaker Arnold hiervan aangifte op het gemeentehuis. Pieter-Jan had een muzikale belangstelling. Door zijn ouders werd hij in de gelegenheid gesteld het muziekonderwijs te volgen.in Peer en Meerhout. Een beschermer gaf hem een piano en liet hem muziekonderwijs in hasselt volgen. Na zijn opleiding bleef Pieter-Jan in Hasselt wonen; hij speelde er op het orgel in de kerk en werd er muziekleraar ('professeur de piano'). Op 10 maart 1838 overleed in Den Bosch Paulus Verbeke, de organist van de Sint-Janskerk. Na het overlijden van deze organist had een concours voor de opvolging plaats. Uiteindelijk namen er aan dit eindexamen slechts twee kandidaten deel: Van Paeschen en J. Batholomeus, de organist van de Maastrichtse Sint-Servaeskerk. Op 10 en 11 augustus 1839 vond de wedstrijd plaats. Van Paeschen won en in het uitvoerig rapport over het concours stond over zijn spel: „weinig aan te merken, veel te loven”. Op 1 oktober 1839 erd Pieter-Jan van Paeschen aangesteld tot organist, tegen een jaarsalaris van driehonderd gulden.
Gedurende de tijd dat Van Paeschen als organist aan de Sint-Jan was verbonden gebeurde er veel. De Sint-Jan werd opnieuw parochiekerk (1840), Den Bosch weer bisschopsstad en de Sint-Jan kathedraal (1853), terwijl in hetzelfde jaar het Mirakelbeeld terugkeerde. Er werd een begin gemaakt met de restauratie van de Sint-Jan (1860) en de stad vierde haar zevenhonderdjarig bestaan (1885).
Formeel werd er op 10 oktober 1847 een parochieel koor opgericht in de Sint-Jan, maar vermoedelijk bestond dit koor al eerder. Van Paeschen werd er directeur van. In 1853 zou dit parochieel koor een kathedraal koor worden. Ten behoeve van dit koor componeerde Van Paeschen een groot aantal werken. Van zijn hand verschenenvier missen en talloze andere geestelijke en profane werken, waaronder een 'Biergalop'. Pieter Jan van Paeschen was oprichter en eerste directeur van de Liedertafel 'Oefening en Uitspanning'. Hij had daar veel succes mee. Het eerste optreden in Amsterdam op een groot concours (waar men insinueerde dat deze Bossche boeren op klompen en met petten zouden optreden) eindigde met het behalen van de eerste prijs.
Tot op hoge leeftijd bleef Van Paeschen actief. Omstreeks Kerstmis 1886 kreeg hij bij het verlaten van het orgel een beroerte. Vlak voor hij van de hoge orgeltrap dreigde te vallen kon hij worden opgevangen. Van Paeschen bleef met zijn gezondheid sukkelen en overleed 6 april 1887, 77 jaar oud.
Op het graf van Van paeschen te Orthen werd door „vrienden en vereerders” (vermoedelijk op initiatief van kerkmeester Bolsius) een grafmonument van hardsteen geplaatst met daarop het wit marmeren borstbeeld van de kunstenaar. In juni 1891 werd het onthuld. Profaner hulde werd hem gebracht op 28 februari 1921 toen het gemeentebestuur in het uitbreidingsgebied 'De Bossche Pad' een straat naar hem noemde, de Van Paeschenstraat.
|
1985 |
Henny MolhuysenStraat en naam : Van PaeschenstraatBrabants Dagblad donderdag 8 augustus 1985 (foto) |
1928 | R.J. Schippers |
1943 | R.J. Schippers (timmerman) |
1943 | H.M. van Uden (dienstknecht) - G.J.M. van Uden-Franken |
1943 | M.J. Vugts (stucadoor) |
1928 | M.T. de Jager |
1943 | W.M.L. Doll (timmerman) |
1928 | Drogisterij |
1943 | J. Hol (schipper) - J.C. Hol (schipper) |
1928 | Winkel |
1943 | A.G. Hendriks (reiziger) |
1928 | J.P. Wartenberg |
1943 | T. van Os (typograaf) |
1928 | A.M. van Vlijmen |
1943 | J.A. Brancart (machinist in een drukkerij) |
1928 | A. Verhagen |
1943 | A.C. Schalken (ambt. der D.B. I. en A.) |
1928 | P.J. Stevenaar |
1943 | Th.H.M. Gielen (schrijver) - Th.J.D. Gielen (broodbakker) |
1943 | P.R.L. van Hoek (kleermaker) - H.W. Laanen |
1923 | Petrus C. Bouleij (sigarenmaker) |
1943 | P. Emans (los-werkman) |
1943 | G.H. van Eijck (electricien) |
1943 | A.J. Voeten-Nollen |
1943 | G. Donhuijsen (metselaar) - Th. Donhuijsen (fabrieksarb. lev. bedrijf) |
1943 | P.J. Stevenaar (los arbeider) |
1928 | M.L. van Grinsven |
1943 | P.J.F.C. Eerhart (sigarenmaker) |
1928 | F.J.M. Goossens |
1943 | H.J. van Buul (sigarenmaker) |
1923 | Carolus Doomernik (borstelmaker) |
1928 | H. Dekker |
1943 | J. van Rosmalen (los werkman) |
1923 | Franciscus J.M. Goossens (pianostemmer en musicus) |
1928 | A.G. Cornet - H.J. Nieuwhart |
1943 | C. Beem (gepensionneeerd) - L.J. Beem (kantoorbediende) |
1928 | H. van de Pavert - wed. J.L.M. van de Pavert |
1943 | J.P. Bongers (schipper) |
1928 | L. Bauman |
1943 | T.G.C. Peperkamp (filiaalh. slagersbedr.) |
1923 | Antonius G. Cornet (graveur) |
1928 | Pl. Maaskant |
1943 | J.L.J.J. Olderaan (koopman) |
5215 XH 1..13 5215 XH 2..32