afb. Koos Post, 1982
De straat Oostwal begint bij de Zuid-Willemsvaart en eindigt bij de Aastraat en De Bossche Pad. In de raadsvergadering van 31 mei 1881 werd besloten 'den weg langs de Petroleumloods tot aan de Kleine Hekel' de straatnaam Oostwal te geven. De naam Oostwal verwijst ook naar een stadswal. De eerste stadsmuur van baksteen en tufsteen omvatte niet meer dan het gebied rond de Markt en was omstreeks 1225 voltooid. Door de snelle economische ontwikkeling groeide Den Bosch al snel uit zijn jasje. Met als gevolg dat men aan het einde van de 13e eeuw begon met de bouw van een nieuwe, veel ruimere ommuring: van zeven hectare ging het stadsgebied naar honderd. In de eerste helft van de 14e eeuw was deze tweede stadsmuur afgerond. Rond 1400 werd de Vughterdijk aan de vesting toegevoegd, ongeveer honderd jaar later werd het gebied rondom het Hinthamereinde ingelijfd en ommuurd. Daarmee verkreeg de stad de omvang die zij tot het einde van de 19e eeuw zou behouden. De Oostwal (als stadsmuur) dateert dus van omstreeks 1500, toen het Hinthamereinde bij de stad werd toegevoegd. Bij de bouw van de muur werd de loop van de oude stadsgracht gehandhaafd. Daardoor moest voor het instromende water in de omwalling een inlaat, een hekel, gebouwd worden. Het water van De Aa dat via de Oostwal binnenstroomde, werd voor een deel via een hekel in de Westwal weer op de stadsgracht geloosd. Tijdens de aanleg en verbreding van de Zuid-Willemsvaart (1822-1826) vonden doorsnijdingen van de muur plaats. Met het uitkomen van de Vestingwet in 1874, viel het doek voor de vesting 's-Hertogenbosch. Rond 1890 werden stadspoorten en voorwerken gesloopt, grachten gedempt en aarden wallen afgegraven. De Oostwal verdween deels onder een talud, in een latere fase werd de muur weer opgemetseld. Van de Oostwal als vestingwerk is tegenwoordig niets meer over; alleen een muurtje langs de weg geeft aan waar de wal vroeger heeft gelopen. De muur is onder het maaiveld wel bewaard gebleven. In enkele periodes tussen de twee wereldoorlogen, werd de Oostwal ook wel Oude Gracht genoemd. In 1931 vond een naamsverandering plaats, Oude Gracht werd definitief Oostwal. Lange tijd werd de Oostwal in de volksmond de 'Kiepewal' genoemd; waarschijnlijk omdat op deze stadswal kippen de vrije ruimte hadden. | 5 |
De Oostwal als straat begint bij de Zuid-Willemsvaart en eindigt bij de Aastraat en De Bossche Pad. Ze loopt officieel door twee wijken, aan de westkant grenst de straat aan de Hofstad en aan de oostkant aan De Bossche Pad oftewel de Eikendonk. In de raadsvergadering van 31 mei 1881 werd besloten 'den weg langs de Petroleumloods tot aan de Kleine Hekel' de straatnaam Oostwal te geven. De Kleine Hekel (eind 14e eeuw) was een waterinlaat in de stadsmuur. In de huidige situatie kan deze waterpoort gesitueerd worden ongeveer op het kruispunt Oostwal en Zuid-Willemsvaart. De naam Oostwal verwijst ook naar een stadswal. De Oostwal als stadsmuur dateert van ongeveer 1500, toen het Hinthamereinde bij de stad werd bijgetrokken. Tijdens de bouw van de muur werd het traject van de oude stadsgracht niet gewijzigd. Daardoor moest voor het instromende water van de rivier de Aa een inlaat, een hekel, in de omwalling gebouwd worden. Dit via de Oostwal binnenstromende water werd voor een deel via een andere hekel in de Westwal weer op de stadsgracht geloosd. Rond 1725 werd de gracht gedempt, waardoor ook de functie van de hekel kwam te vervallen. Tijdens de aanleg van de Zuid-Willemsvaart (1822-1826) werd de Kleine Hekel afgebroken. Het water van de Aa werd buitenom, als stadsgracht langs de noordzijde van de stadsmuur (de Noordwal) geleid. Van de Vestingwet van 1874 mochten veel vestingsteden hun vestingwerken ontmantelen. De stad 's-Hertogenbosch gaf echter voorrang aan het oplossen van de jaarlijkse, in de winter optredende wateroverlast. Pas vanaf ongeveer 1890 begon het stadsbestuur met het slopen van stadspoorten, het dempen van stadsgrachten en afgraven van aarden wallen. De stadsmuren bleven grotendeels gespaard, omdat die ook een waterkerende functie hadden. De Oostwal echter verdween deels onder een talud, in een latere fase werd de muur weer opgemetseld. Van de Oostwal als vestingwerk is tegenwoordig niets meer over; alleen een muurtje langs de weg geeft aan waar de wal vroeger heeft gelopen. De muur is onder het maaiveld wel bewaard gebleven. In enkele periodes tussen de twee wereldoorlogen, werd de Oostwal ook wel Oude Gracht genoemd. In 1931 vond een naamsverandering plaats, Oude Gracht werd definitief Oostwal. Lange tijd werd de Oostwal in de volksmond de 'Kiepewal' genoemd; waarschijnlijk omdat de kippen daar de vrije ruimte hadden. | 5 |
1975 |
Ingenieursbureau voor bouwtechniek Goudstikker-de Vries B.V.Bouwtechnisch onderzoek aan de Oostwal e.o. 's-Hertogenboschs.n. (Zoetermeer 1975) |
|
1977 |
RedactieIn brief aan B. en W. en gemeenteraad. Bewoners protesteren tegen sloop OostwalKrantenknipsel 19 maart 1977 |
|
1977 |
RedactieWoningen aan de Oostwal worden toch afgebroken. B en W stellen amovering van 88 woningen voorKrantenknipsel woensdag 23 maart 1977 |
|
1977 |
RedactieVerschillende opvattingen bij leden van de Commissie Huisvesting. Sloop van Oostwal discussiepuntBrabants Dagblad woensdag 23 maart 1977 |
|
1977 |
RedactieComité Oostwal wil dat gemeente afspraken nakomtKrantenknipsel zaterdag 5 november 1977 |
|
1978 |
RedactieRaadsvragen over renovatie OostwalBrabants Dagblad woensdag 11 januari 1978 |
|
1979 |
RedactieOostwal na 7 jaar doodziek. 'Als we nog jong zouden zijn, dan braken we de straat open'Brabants Dagblad 18 september 1979 (foto) |
|
1983 |
Hans L. JanssenArcheologische waarnemingen 1977-1979Van Bos tot Stad (1983) 158 |
1943 | H.Th. Lieven (reeder) |
1928 | M.F. Kok |
1908 | M.S. Neijts (broodbakker) |
1908 | L. Akkermans (kleermaker) - G. Kerkhof (sluisknecht) |
1910 | L. Ackermans (kleermaker) |
1914 | L. Ackermans (kleermaker) - L. Neijts (bakker) |
1923 | Martinus Gevers (slagersknecht) |
1928 | H.Th. Lieven |
1908 | A. Peulen (kleermaker) |
1923 | Ludovicus Burg (sigarenmaker) |
1928 | W. Horman - M. van Stippent |
1943 | A. Born (havenarbeider) - A. van Overbeek (los arbeider) |
1923 | Leonardus van Es (borstelmaker) |
1928 | J. van Dommelen - L.St. Neijts - wed. P.J. Valk |
1943 | L. Verbeek (koopman in lompen) |
1908 | A.J.J. Horn (kleermaker) |
1928 | J.L. Brock - Th.J. Nouwens |
1943 | J.B. Huijnen (los arbeider) - T. Salfischberger (grondwerker) |
1908 | J. Oudenhuizen (sigarensorteerder) - L. Peperkamp (schipper) |
1928 | C. Slijters - C. van Zandvoort |
1943 | W.J. Becks (opperman) - G.M. van der Loo (los arbeider) |
1923 | Josephus J. Cornet (timmerman) |
1928 | A. van Overbeek - H. van de Wiel |
1943 | W. van Engelen (fabrieksarbeider) - N.K. Herman (los arbeider) |
1908 | J.P. Artz (goudsmid) - H.J. Tijbosch (koekbakker) |
1910 | J.P. Artz (goudsmid) - H.J. Tijbosch (koekbakker) |
1914 | W. Jansen (corveeër) - H. Nouwens (gieter) |
1928 | H. Hartman - C.A.M. Nouwens |
1908 | C.P. van Daesdonk (schoenmaker) - J. Oudenhuizen (sigarensorteerder) |
1910 | J. Baks (arbeider) - C.P. van Daesdonk (schoenmaker) - J. Oudenhuizen (sigarensorteerder) |
1914 | C.P. van Daesdonk (schoenmaker) - J. Oudenhuizen (sigarensorteerder) |
1923 | Cornelis P. van Daesdonk (schoenmaker) |
1928 | C.P. Daesdonk - J.M.F. Oudenhuijsen |
1943 | J.M.F. Oudenhuijsen (sigarenmaker) - J.H.M. Spoor-van Daesdonk |
1908 | F. v.d. Berg (schipper) - F. Spierings (sigarensorteerder) |
1910 | F. van den Berg (schipper) |
1914 | F. de Berg (schipper) - wed. Bosters |
1928 | F.J.A.M. Moors |
1943 | F.J.A.M. Moors (sigarenmaker) |
1908 | A. Venrooij (tapper) |
1910 | A. Venrooij (tapper) |
1914 | M. Langeveld (in staaldraad en touwwerk) |
1928 | M. van Langeveld |
1943 | E. van Langeveld (handel in scheepsbenoodigdheden) - E.H.M. van Langeveld (schipper) |
1923 | Leonardus M.N. Burg (schoenmaker) |
1943 | F.J.M. van Rossum (bakker) |
1943 | J.H. van Diepen (timmerman) |
1943 | M. van Doleweerd (agent van politie) |
1943 | M. Schepers (assist. b.d. dir. bel.) |
1943 | A.G.W. van der Burgt (ambtenaar-distributie) - W.H. van der Burgt |
1943 | E.G. van der Aa (spoorwerker) |
1928 | A. Groenen |
1943 | G. Doms (1e ploegbaas wegenwerken N.S.) |
1961 | Bogam (auto-dealer) |
1908 | J. van Oers (conducteur tram) |
1910 | J. van Oers (conducteur tram) |
1914 | H. Sliphorst (timmerman) |
1928 | H.C.M. Sliphorst |
1943 | C.L.J. van Dartel (bankwerker) - wed. F.J. Sliphorst-Boselie |
1908 | A. van Santvoort (smid) |
1910 | A. van Santvoort (smid) |
1914 | A. van Santvoort (smid) |
1928 | J.F. Venrooij |
1943 | G. Lambooij (grondwerker) |
1908 | P. Wolff (particuliere) |
1910 | wed. P. Wolff (particuliere) |
1914 | Th. van Santvoort (smid) |
1928 | J.L. Vorstenbosch |
1943 | wed. P.Fr.J. van Daesdonk-van der Graft |
1908 | J. Sledsens (sigarenmaker) |
1910 | J. Sledsens (sigarenmaker) |
1914 | W. Sliphorst (timmerman) |
1928 | Th.J.H. van Santvoort |
1943 | W.M. Maas (werkman L. & W.) |
1908 | J. van Kilsdonk (sigarenmaker) |
1910 | J. van Kilsdonk (wagenmaker) |
1914 | C.H.M. van Hagen (bakker) |
1928 | G.C. Kerstel |
1943 | L.P. van de Griendt (schoenmaker) |
1908 | W.H. Verel |
1910 | W.H. Verel |
1914 | J.W. van de Broek (sluisknecht) |
1928 | H.W. Spierings |
1943 | T.J. Westerlaken (boekbinder) |
1908 | J. Broeksmit (schoenmaker) |
1910 | P. Hendrikx (winkelbediende) |
1914 | P. Hendrikx (winkelbediende) |
1928 | W. Maas |
1943 | F.C.L. Vink (kantoorbediende) |
1908 | P. Hendrikx (winkelbediende) |
1910 | J.W. van Liempt (mr. timmerman) |
1914 | L.C. Herwijnen (boekdrukker) |
1928 | A. Venrooij |
1943 | A. Cornelissen (chauffeur) - wed. A. van Thiel-Teunissen |
1908 | A.A.C. Wetzer (brievenbesteller) |
1910 | G.L. de Groot (zilversmid) |
1914 | G.L. de Groot (zilversmid) |
1923 | wed. Adrianus F. Wetser (zonder) |
1928 | wed. A.F. Wetser |
1943 | A. Groenen & Zoon (aannemer, timmerbedrijf) - A. Groenen (aannemer) - A.A. Groenen (kantoorbediende) - H.A.J. Groenen (ambtenaar distributie) |
1943 | L. Lammers (marktadministr. prov. voedselcommissaris) |
1908 | M. Groenen (timmerman) - F.P. Jonkergouw (boekbinder) |
1910 | M. Groenen (timmerman) - F.P. Jonkergouw (boekbinder) |
1914 | Jos. Bartels (rijtuigschilder) - F.P. Jonkergouw (boekbinder) |
1923 | Johannes A.C. Aarts (winkelbediende) |
1928 | J. van der Heijden - J. van Woesik |
1943 | J.M.A. Peters (sigarenmaker) |
1908 | W. Sliphorst (timmerman) |
1910 | W. Sliphorst (timmerman) |
1914 | Fr. de Werdt (agent van politie) |
1928 | L.M.N. Burg |
1937 | M.N. Leonardus |
1943 | L.M.N. Burg (schoenmaker) |
1943 | H.C. van der Loo (huisknecht) |
1923 | Johannes P. Alders (sigarenmaker) |
1928 | M.M. van Lindt |
1943 | J.A. Burmanje (boekbinder) |
1923 | Marinus Craane (sigarenmaker) |
1928 | J.M.G. van Hoorn (sigarenmaker) |
1943 | Th.J.H. Elands |
1928 | M. van de Vorst |
1943 | W. van Esch (bakker) |
1923 | Jakob Baks (schipper) |
1928 | J. Baks |
1928 | M.W.A. Vraets - wed. F.Chr.W. Vraets |
1943 | G.Fr. Bonte - W.A.G. Bonte (sigarensorteerder) |
1943 | A.N. van der Velden (opperman) |
1928 | J.M. Slegers |
1943 | G.C. Kerstel (schoensnijder) |
1928 | C.C. Gestel |
1943 | L.M. van Opdorp (fabrieksarb.) |
1928 | P.J. van Dartel |
1943 | H.J. Arts (stuurman binnenvaart) - Fr. Melis |
1928 | P. Westelaken |
1943 | P. Westelaken (houtzager) |
1928 | H. Kivits |
1943 | G.A.M. Kuiper (kantoorbediende) - H. Kuiper (banketbakker) |
1928 | J.A. Burmanje (boekbinder) |
1943 | P.H.H. Aspers (huisschilder) |
1923 | Adrianus M. Döll (arbeider) |
1928 | W. van de Wiel |
1943 | W.H. Cammel (magazijnchef) |
1928 | E.G. van der Aa |
1943 | M.A. v.d. Weijenberg (monteur) |
1923 | wed. Michiel Emons geb. J.E. Pauw (zonder) - Hermanus J.M. Emons (schoenmaker) |
1928 | wed. M. Emons |
1943 | P.A. v.d. Bosch (sigarenmaker) |
1928 | C.L. van den Dungen (winkelbediende) |
1943 | C.L. van den Dungen (bankwerker) |
1928 | H.A. van der Pennen |
1943 | A.M. van Gelder (arbeider) |
1928 | J. Kwaks |
1943 | F.J. Sluijter (sigarenmaker) |
1928 | A. Verweij |
1943 | B.C. van der Elst (chauffeur) - A. Schreuders (schipper) |
1928 | J. Bruijstens (loopknecht) |
1943 | G.M. Sluijter (sigarenmaker) |
1923 | Cornelis Baartmans (agent van politie) |
1928 | G. Pijnenburg |
1943 | J.P. Verbakel (ploegbaas) |
1923 | Antonius J. van den Berk (arbeider N.S.) |
1928 | J.J. van Dalen |
1943 | L.L. Kok (schoenmaker) |
1928 | P.L. Hoek |
1943 | P.M. Knuvers (rijwielherst.) |
1923 | Johannes Boerboom (machinist stoomboot) |
1928 | J. Boerboom (machinist) |
1943 | C.H. Stolzenbach (fabrieksarb. meelfabr.) |
1923 | Jacobus van der Donk (plaatsarbeider gasfabriek) |
1928 | J.A.M. van der Pennen |
1943 | A.A. van Hout (arbeider) |
1928 | J. Kusters |
1943 | W.R.G. Bechtold (arbeider gemeentereiniging) |
1928 | H.G. Geerts |
1943 | A. van Aart (arbeider) - J.C. van Aart (tennisleeraar) |
1923 | Johannes van Berne (spoorwegwerker N.S.) |
1928 | H. Suiskens |
1943 | F.J. van Dijk (hulpmonteur P.N.E.M.) |
1923 | Antonius G. Govaars (sigarenmaker) |
1928 | J.M. Esch - A. Venrooij - J.W. Vorstenbosch |
1928 | J.L.M. Burg |
1943 | C.L.L. van Osch (koperslager) |
1908 | L. Akkermans (kleermaker) - G. Kerkhof (sluisknecht) |
1910 | L. Ackermans (kleermaker) |
1914 | L. Ackermans (kleermaker) - L. Neijts (bakker) |
1923 | Martinus Gevers (slagersknecht) |
1928 | H.Th. Lieven |
5211 RA 1..29 5211 RB 31..67 5211 RC 2..60
1881 |
31 mei 1881No. 23. Beraadslaging over een voorstel tot het geven van namen aan nieuwe straten... Is mitsdien besloten te geven de navolgende naam aan: den weg langs de Petroleumloods tot de kleine Hekel ... Oostwal ...
Stadsarchief | GAHt Notulen gemeenteraad 1881 nr. 7(31.05) p. 137-166 | 156
|
1909 : aan één zijde bebouwd 1..16 1914 : aan één zijde bebouwd 1..16 (Oostwal) 1919 : aan één zijde bebouwd 1..16 (Oostwal) 1928 : aan één zijde bebouwd 1..16 (Oostwal) 1928 : aan één zijde bebouwd 1..31 (Oude Gracht) 1930 : aan één zijde bebouwd 1..16 (Oostwal) 1930 : aan één zijde bebouwd 1..31 (Oude Gracht) 1931 : naamsverandering van Oude Gracht naar Oostwal 19?? : rechts 1..67, links 2..60 (Oostwal)
H.F.J.M. van den Eerenbeemt en L.P.L. Pirenne, 's-Hertogenbosch op de drempel van een nieuwe tijd (1960) 188
J.J.M. Franssen, De Bossche arbeider in zijn werk- en leefmilieu in de tweede helft van de negentiende eeuw XXXIV (1976) 439
C.J. Gudde, 's-Hertogenbosch geschiedenis van vesting en forten (1974) 49, 91, 207, 231, 232, 233
F.L. Jansen, Kledinghandel in transitie LXXXVIII (1991) 128
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 344