afb.
In 's-Hertogenbosch bestaan de straatnamen Muntelbolwerk (wijk Hinthamerpoort), Muntelstraat en Muntelwal (beide in wijk De Hofstad). In de stadswijk De Muntel komen nog het Muntelplein en de Munteltuinen voor. Wat zijn de verklaringen voor het woord 'muntel'? Met de veldnaam 'muntel' wordt het gebied aangeduid, dat aan de noordzijde werd begrensd door de Vliertse Wetering en zich naar het zuiden uitstrekte tot aan de Binnendieze achter de Orthenstraat en tot achter de bebouwing van het Hinthamereinde. Een mogelijke verklaring van het microtoponiem 'muntel' kan ontleend worden aan de Oudgermaanse woorden 'mun' en 'lo'. Mun staat voor begraafplaats en lo voor bos, dus 'begraafplaats bij het bos'. Op de Muntel werden mogelijk onze Germaanse voorouders begraven. Een andere interpretatie is een herleiding naar het woord 'muntelo': een ruig begroeide plaats in een drooggelegd moeras. Een derde mogelijkheid is de duiding van het woord muntel als 'de macht van een huisheer'. In dit verband wordt gewezen op de verplaatsing begin 13e eeuw van het Hof van Brabant naar de noordzijde van de Hinthamerstraat en op De Muntel. Het vermoeden is dat de veldnaam 'muntel' in dit kader een relatie heeft met het Oudgermaanse woord 'munt'. Met dit laatste woord wordt wel aangeduid het hele machtscomplex van de huisheer. Bij de Franken betekende dit woord het totale systeem aan macht van de hofmeier, de maior domus. Een hofmeier was oorspronkelijk de titel van het hoofd van het huishouden aan het hof van de Germaanse koninkrijken in de vroege middeleeuwen. Vooral in de Frankische koninkrijken van de 7e en 8ste eeuw aan het hof van de Merovingen, zou de functie aan belang winnen. Gelet op de bodemgesteldheid zal muntel een graslandcomplex zijn geweest; ook elders in Nederland ziet men voor een dergelijk complex het woord muntel gebruikt worden. Het Muntelplein is symmetrisch uitgerust met markante hoekoplossingen. De huizen zijn tweelaags met aan de uiteinden twee naar voren springende drielaagse woningen, de vormgeving is kubistisch. De nummers 2-4 zijn grotendeels origineel, met ingangsluifels en boeiboord (afwerking dakrand of dakgoot). Bij de ingrijpende renovatie van 1987 zijn de overige panden voorzien van een nieuwe voorgevel. Bij de Munteltuinen is sprake van een herontwikkeling van een voormalige schoollocatie (Hogere Agrarische School), met behoud van de oude bomen uit het arboretum (bomentuin). Op het terrein zijn in 1998 54 grondgebonden woningen gerealiseerd. |
De straatnamencommissie wil graag dat de naam 'Muntel' door middel van een straat, brug of plein bewaard blijft, zodat latere generaties weten waar het grondgebied 'De Muntel' heeft gelegen. | 103 |
1928 | J.W. van Driel |
1943 | C.A.L. Koppens (sigarenmaker) |
1928 | A.J. Moors - H.A. Moors |
1943 | H.J. van Erp (kuiper) |
1928 | Th.J. Pulles |
1943 | A.J. Meeusen (sigarenmaker) |
1928 | H.W.H. Klerkx |
1943 | F.L. Klerks (kantoorbed.) - H.W.H. Klerkx |
1923 | Hubertus van Disseldorp (ladingmeester Ned. Spoorwegen) |
1928 | H. van Disseldorp |
1943 | H. van Disseldorp |
1928 | P.J. van Eggelen |
1943 | J.A. Hendriks (sigarenmaker) |
1928 | F. van Roosmalen |
1943 | G.M. Voets (sigarenmaker) |
1928 | P.A. van Wijngaarde |
1943 | P.A. van Wijngaarde (sigarensorteerder) |
1928 | W. Schuurmans |
1943 | A.W. van Venrooij (timmerman) |
1923 | Albertus A. Cremers (schaalknecht Ned. Sp.) |
1928 | H.W. Bongertman |
1943 | A.F.L. Witmer (machinezetter) |
1928 | L.A. van Tiel |
1943 | L.J.W. Cornelissen (hulpbewaarder) |
1923 | Marinus A. de Gier (kleermaker) |
1928 | M.A. de Gier |
1943 | Houdijk. L.A.J. (behanger) |
1923 | Johannes H. Bartels (rijtuigschilder) |
1928 | F. van den Boom |
1943 | Fr. van de Boom (agent van politie) - C.J. van de Bopom (marechaussee) |
1923 | Gerardus van Doorn (rangeerder Ned. Spoorwegen) |
1928 | C. de Bodt |
1943 | F.J. Ewals (boekbinder) |
1928 | G. van Gemert |
1943 | W. van den Heuvel (besteller v. G. & L.) |
1956 | P.J. Wetser (tuinman) |
1928 | B.J.P. Schoor |
1943 | P.J. Schippers (timmerman) |
1928 | A. Kouwenberg |
1943 | C.P.J. Verhoeven (typograaf) |
1928 | G.F. van Ierland |
1943 | G.F. van Ierland (machineletterzetter) |
1928 | F.L. Reijnders |
1943 | J.A.F. Waegemakers (magazijnkn. textiel) |
1928 | echtg. D.P. Lukkenaar |
1943 | A.A. Hendriks (broodbakker) |
1928 | D.C. van Ingen |
1943 | J.L.P. Franken (schildersknecht) |
1928 | P.H. Schappin |
1943 | G. van Elten (sigarenmaker) |
1923 | Gerardus van Gemert (wagenmaker Ned. Spoorwegen) |
1928 | J. van Nistelrooij |
1943 | J.A. Jentjens - J.H.Th. Jentjens (boekdrukker) |
1928 | J.H. van Diermen |
1943 | Th.L.H. van Dijk (schoenmaker) |
1928 | J. Vos |
1943 | H.A. v.d. Broek (typograaf) - wed. C. Spijk-v.d. Vrede |
1928 | J.M. Overman |
1943 | J.M. Overman (sigarensorteerder) |
1923 | Walter L.H. Beek (monteur) |
1928 | J. Klerkx |
1943 | J. Klerkx (seinwerker N.S.) |
1928 | A.G.H. Verdonk |
1943 | H.A. Moors (arb. Gem. Werken) |
1928 | J.C.P.M. Molhuijsen |
1943 | J.J. van den Heuvel |
1928 | F.A. Hendriks |
1943 | Fr.A. Hendriks (bode-concierge werkliedenbond) |
1928 | B.A.M. van de Ven |
1943 | B.A.M. v.d. Ven (letterzetter) |
1928 | W.C. Rutten bij of meergen. Verbeek |
1943 | P.J. Houet (kellner) |
1928 | Th.J.M. Meeuwsen |
1943 | M.H. van den Heuvel (sigarenmaker) - T.M. Walters (schildersknecht) |
1923 | Willem Galiart (meubelmaker) |
1928 | J.B. Aarts |
1943 | H.J.J. de Wit (schoenmaker) - J.H. de Wit (kantoorbediende) |
1928 | N. Merkx |
1943 | J.J.C. Faber (sigarenmaker) |
1928 | P. van Vugt |
1943 | P. van Vugt (smid) |
1923 | Gerardus M.J. van Aalst (brievenbesteller) |
1928 | G.M.J. van Aalst |
1943 | G.M.J. van Aalst (1e klas ass. P.T.T.) |
1928 | Th.P. Janssen |
1943 | L.H. Bettonviel (schildersknecht) |
1928 | A.J. Moors - H.A. Moors |
1943 | H.J. van Erp (kuiper) |
1928 | A.W. van Venrooij |
1943 | W.P. Salfischberger (broodbakker) |
1923 | Henri C. van de Griend (ass. stationsdienst Ned. Spoorwegen) |
1928 | A.F.L. Witmer |
1943 | J.H. Diermen |
1928 | H.C. Velthuizen |
1943 | A.M.A. Verdonk |
5212 NP 1..41 5212 NR 2..42