afb. Fotopersbureau Het Zuiden, 7 juli 1939
De aan weerskanten van de Vughterstraat liggende zijstraten Sonneveld en Molenberg markeren het einde van deze bij de Schapenmarkt beginnende hoofdweg. De beide flatgebouwen aan Sonneveld en Molenberg liggen aan de zuidelijke rand van de voormalige vestingwerken. De naam Sonneveld komt van de metselaarsbaas Gerardus van Son, die begin negentiende eeuw dáár en ook in de Van Sonsteeg grond bezat en ter plekke een aantal huisjes bouwde. De Molenberg is genoemd naar de molen van Van Esch, die tegenover de Molenbergflat aan de Stadsdommel heeft gestaan, op de ondergrond van het inmiddels verdwenen Bastion Deuteren. Deze graanmolen was de laatste van de 21 verschillende molens die binnen de stadswallen hebben gestaan. De eerste melding van een Bossche stadsmolen stamt uit 1504. In dat jaar mocht Aart Peter Stevensz een windmolen oprichten 'achter de Tolbrug'. De molen van Van Esch stond aanvankelijk bekend als De Nieuwe Steenen Molen, en werd in 1889 gebouwd. Voor de bouw van de voorganger, De Oude Steenen Molen, werd in 1613 vergunning verleend. In 1920 raakte de molen van Van Esch buiten werking, in 1922 werd hij letterlijk gekortwiekt: de wieken gingen eraf. Uiteindelijk werd in 1939 de nog bestaande onderbouw gesloopt. Iets verderop begint het Wilhelminaplein, officieus bekend als 'Heetmanplein'. Dit door prof. ir. Heetman ontworpen verkeersknooppunt kwam in 1965 in de plaats van twee pleinen, het Willemsplein en het Wilhelminapark. Het Heetmanplein is een wirwar van rijbanen, verkeerslichten en veel pijlen. Een unieke kluwen van alles wat rijdt, volgens historicus Aart Vos . |
|
5211 DE 1..21 5211 DE 2..22