afb. Fotopersbureau Het Zuiden, 5 juni 1975
Op maandag 28 februari, 's avonds om half acht vergaderde de Bossche gemeenteraad op het stadhuis. Agendapunt nr. 23 was een voorstel om straten en pleinen in de uitbreidingsplannen De Muntel, De Hinthamerpoort en De Bossche Pad te benoemen. Er moesten 64 nieuwe namen komen. Sommige ervan zijn inmiddels verdwenen, zoals de voorgestelde straatnamen Achter het Lyceum, Oude Gracht, Hester van Griensvenstraat en Weistraat. Dit grote aantal straatnamen leidde tot een felle discussie. De heer Van Berge informeerde naar de namen Talma en Kuyper die een woningbouwvereniging had voorgesteld. Burgemeester Van Lanschot had daar bezwaar tegen. Immers dan zou iedere politieke partij om namen gaan vragen als Schaepmanstraat, Dresselhuysstraat, Marchantstraat. “Als een liberaal komt wonen in een Schaepmanstraat, dan zal hij misschien bezwaar maken en een katholiek zal niet kunnen wonen in een straat met een socialistische naam of hij zou er de kippekoorts van krijgen.” Ook andere werden genoemd, zoals “de naam van de afgod Domela Nieuwenhuis die als een krijgsheld naar zijn graf is gedragen”.
Toen er opgemerkt werd dat er in een nieuwe stadswijk namen van Bossche bisschoppen zouden komen, vroeg een ander zich af waarom dan ook niet “van andere geestelijke herders, zoals dominees of rabbi's?”
Kortom, discussie genoeg. En nu nog steeds woedt er bij tijd en wijle binnen de gemeenteraad een strijd over de toe te kennen straatnamen naar lokale politici en naar hen die landelijk van betekenis zijn. Er komen toch niet te veel kandidaten van partij A? Er is toch ook wel voldoende aan de belangrijke leiders van partij B gedacht?
Opmerkelijk bij de discussie uit 1921 is, dat er zonder opmerkingen overgegaan werd tot de vaststelling van de straatnaam Löwensteinstraat. De straatnaamcommissie had hierover meegedeeld: “Deze naam schijnt in het Oranje-kwartier (denk aan de naam Waldeck en Mecklenburg) niet vergeten te mogen worden. Magdalena Elisabeth, vorstin van Löwenstein, was de katholieke echtgenote van Walraad, graaf van Nassau-Usingen, gouverneur van 's-Hertogenbosch van 1684 tot 1702”.
Magdalena Elisabeth was de vrouw van de secretaris van de Nederlandse gouverneur. Deze had in Hongarije, in de oorlog tegen de Turken, drie jonge Turken gevangen genomen. Tegen betaling van een losgeld wilde hij hen weer vrijlaten. Maar dat ging niet door. Daarom nam hij ze mee naar ons land. In 's-Hertogenbosch werden Mustapha, Melichom en Agmet bekeerd. Op 5 januari 1690 werden ze in de schuilkerk van de Sint-Pietersparochie in de Tolbrugstraat gedoopt. De vrouw van de gouverneur, Magdalena Elisabeth, vorstin van Löwenstein, was de meter bij deze doop. De drie dopelingen, die gedoopt werden op de vooravond van Driekoningen, kregen de doopnamen Caspar, Melchior en Balthasar. |
1987 |
Henny MolhuysenStraat en naam : Löwensteinstraat.Brabants Dagblad donderdag 8 januari 1987 (foto) |
1928 | Th.C. van der Velden |
1943 | H. van Kollenburgh (sigarenmaker) |
1928 | J. Rook |
1943 | A. de Brouwer (sigarenmaker) |
1928 | C.M. Assmann |
1943 | G. Grandia - W.T. Nijholt (sigarenmaker) |
5213 RE 2..2