afb. Onbekend
In 1318 verleende Hertog Jan III 's-Hertogenbosch toestemming zijn vestingwerken uit te breiden. Door deze nieuwe ommuring kwamen gebieden, die al geruime tijd bewoond werden, veilig binnen de stadswallen te liggen. Deze uitbreiding bracht de stad van aanvankelijk negen op een oppervlakte van honderd hectare. De bouw van de tweede vestingmuur duurde ongeveer vijftig jaar, en werd rond 1365 voltooid. Aan de zuidwestelijke kant van het nieuwe grondgebied was de Kuipertjeswal tot in het begin van 1400 de uiterlijke begrenzing van de stad. De stadsmuur liep langs de Kuipertjeswal naar de Vughterstraat. Daar op de hoek van beide straten stond een stadspoort, de Kruispoort genaamd. De Kuipertjeswal lag pal achter de vestingmuur, en fungeerde als ontsluitingsweg om in situaties van gevaar schutters en burgers snel naar bedreigde plekken aan de stadsmuur te brengen. Rond 1400 volgde weer een stadsuitbreiding, nu met de Vughterdijk van acht hectare. De Vughterdijk was het gedeelte van de Vughterstraat vanaf de Kuipertjeswal tot aan het huidige Wilhelminaplein. In 1947 werd de Vughterdijk omgezet in Vughterstraat. De uitleg Vughterdijk werd ook al snel ommuurd. Daardoor raakte de vestingmuur bij de Kuipertjeswal buiten gebruik. Met de bouw van de Pieckepoort in die nieuwe stadsmuur werd de Kruispoort omgedoopt tot Vughterbinnenpoort. Dwars door de Kuipertjeswal stroomde al eeuwen een tak van de Binnendieze, de Parkstroom, die via de Corneliushekel aan de Parklaan de stad binnenkwam. Vanwege verwaarlozing en slechte doorstroming van het Diezewater werd de Parkstroom in 1950 gedempt. Toen verdween ook de Diezebrug uit de Kuipertjeswal. |
De Kruisbroedershof en naaste omgeving vormen een wijk met een geheel eigen sfeer. De buurt is ontstaan door de vestiging in 1470 van de kruisheren, in 's-Hertogenbosch meestal kruisbroeders genoemd. Op een groot terrein bij de St. Jorisstraat bouwden zij hun kapel en klooster. Op de plek van de tegenwoordige St.-Cathrienkerk heeft het klooster gestaan, waarvan alleen de apsis (koorafsluiting) boven de Binnendieze (Kerkstroom) herinnert aan de kloosterkapel. Het kloosterterrein was bereikbaar via drie poorten: een aan de Kuipertjeswal, en twee aan de beide Kruisbroedersstraatjes. Na de inname van de stad in 1629 vertrokken de kruisbroeders naar Schijndel. Kruisbroedersstraatje en Kruisbroedershof verbinden de St. Jorisstraat met de Kuipertjeswal. De Kuipertjeswal dankt volgens Roelands mogelijk zijn naam aan een kuiper die aan deze wal woonde. Tijdens archeologisch onderzoek in 2004 zijn op de hoek Kuipertjeswal en Kruisbroedershof enkele unieke leerlooierkuipen gevonden. De meeste looikuipen waren van baksteen, sommige nog ingedekt met een houten bekleding, wellicht door een kuiper aangebracht. Er werden ook nog hoornpitten aangetroffen. Die runderhoorns zaten vast aan huiden die ter plekke werden afgeleverd. Vlakbij de looiputten zijn funderingen van twee panden uit de 18e eeuw gevonden, en is een straatje blootgelegd dat parallel aan de Kuipertjeswal liep. Verder zijn een beerput en enkele zware, gemetselde kolommen (zogenaamde steunberen) in de bodem aangetroffen. Er is een flinke gedenksteen gevonden, met het jaartal 1611 erop, dat mogelijk aan het kruisbroedersklooster herinnert. Bij graafwerk zijn in tuinen enkele markante, natuurstenen consoles (draag- of kraagsteen) aangetroffen, die ook aan het klooster herinneren. |
De Kuipertjeswal in 1925. Het hoekhuis links stond er nog en de Diest was nog niet gedempt. De Bossche vestingmuren hadden meerdere verdedigingstorens; de Kuipertjeswal kende er ook een, die droeg de naam Kruisbroederstoren. In de buurt daarvan lag ook een waterput waarvan een overblijfsel werd gevonden bij de vernieuwing van het Kruisbroedershof in 1972. | 88 |
Gebouwd als een smalle verbindigsweg met de oude stadsmuur. Later verbreed om meer auto's te kunnen verwerken. In 1318 kreeg Den Bosch van Hertog Jan III toestemming nieuwe stadsmuren aan te leggen. Er woonden steeds meer inwoners buiten de oude stad en zelfs de Sint-Jan was buiten deze veilige muren gebouwd. In de loop van de veertiende eeuw zijn deze nieuwe stadsmuren aangelegd. Zo liep er ook een muur langs de Kruisbroedershof/Kuipertjeswal naar de Vughterstraat. Daar bevond zich een stadspoort, de H. Kruispoort. Dat betekent dat de Kuipertjeswal in het begin een vlak achter de stadsmuur gelegen verbindingsweg was, om in geval van nood de schutters en burgers snel naar bedreigde plekken te brengen. Maar doordat ook het gebied van de Vughterdijk al snel ommuurd werd, raakte de stadsmuur bij de Kuipertjeswal spoedig buiten gebruik. Afgebroken werd ze echter niet. Toen in 1629 het Beleg van Frederik Hendrik zo ver gevorderd was dat er een bres in de stadsmuur werd geslagen ter hoogte van het bastion Vught, overwoog Van Grobbendonck om de Vughterdijk maar op te geven en de stadsmuur bij de Kuipertjeswal weer als verdedigingslinie in gebruik te nemen. Dat ging niet door: op advies van Bisschop Ophovius volgden er onderhandelingen en gaf Den Bosch zich in 1629 aan de Staatsen over. De stadsmuur is nu bovengronds verdwenen, hoewel er onder de grond wel degelijk resten van deze muur en eventueel rondelen aanwezig kunnen zijn. Dwars door de Kuipertjeswal stroomde een tak van de Binnendieze. Dat was de Parkstroom, die door middel van de Corneliushekel water kreeg uit de stadsgracht. Via deze Binnendiezetak kwam het water dan in de Vughterstroom en vervolgens ging het water via de Haven de stad uit. De Parkstroom diende als riool en afvoerweg van afvalstoffen voor het gebied rond de Vughterdijk. Regelmatig moesten er daarom dan ook baggerwerkzaamheden in worden uitgevoerd. Bijna vijftig jaar geleden, in 1949, werd de Parkstroom gedempt. Het water stonk en had geen functie meer omdat het gebied intussen van een riool was voorzien. Toen verdween ook de brug uit de Kuipertjeswal. Het was de tweede grote aantasting van dit stelsel van stadsriviertjes: in 1929 was de Dode Stroom reeds uit het Bossche stadsbeeld verdwenen. De huidige bebouwing van de Kuipertjeswal dateert in hoofdzaak uit de dertiger jaren. Voordien was de straat niet zo breed als zij nu is. Aan de Vughterstraat stond toen nog een huis, dat later gesloopt werd om de Kuipertjeswal breder en beter toegankelijk te maken voor het autoverkeer. Vanaf de Kuipertjeswal gezien stond dit huis aan de linkerzijde. Daardoor veranderde de Kuipertjeswal van een klein, rustig achterafstraatje in een verkeersaantrekkende straat: een geheel ander straatbeeld dan een halve eeuw geleden. |
|
Kuipertjeswal, z.j.Felicien Bobeldijk ()(ets, 45.5 x 37.0 cm) Prentenkabinet Bibliotheek Provinciaal Genootschap, 's-Hertogenbosch |
1908 | wed. van der Meijden |
1910 | wed. van der Meijden |
1928 | L. Baart |
1865 | F.A. Werst (water- en vuurverkooper, winkelier in komeneischwaren) |
1908 | M. Aquina (boekbinder, winkelier) |
1910 | M. Aquina (boekbinder, winkelier) |
1928 | J.G. van Breemen |
1908 | J. Doorenbosch (ijzergieter) |
1910 | P. Mohr (sigarenmaker) |
1923 | Franciscus J. Dekker (zonder) |
1943 | A. Huizinga (rijkswerkman) |
1910 | K. Brakmeijer (timmerman) |
1910 | P. Mohr (sigarenmaker) |
1928 | A.J.J. van den Broek |
1943 | D.J.A. Bekkers (conducteur N.S.) |
1923 | Antonius Brakmeijer (boekdrukker) - wed. Nicolaas G. Brakmeijer (zonder) |
1928 | A.N. Brakmeijer - wed. N.G. Brakmeijer |
1908 | wed. E.H. Bunk |
1928 | J. Kappen |
1908 | H. Brakmeijer (pakhuisknecht) - K. Brakmeijer (timmerman) |
1928 | Th. van den Heuvel |
1908 | H. Doorenbosch (schoenschnijder) - G. van Drunen (metselaar) - A. Kurvers (hulpbewaarder) |
1910 | A. van Aart (zadelmaker) - H. Doorenbosch (schoenschnijder) - G. van Drunen (metselaar) |
1923 | Antoon van Aart (zadelmaker) - Henricus J. Doorenbosch (arbeider) - Petrus G. van Druenen (timmerman) |
1928 | H.J. Doorenbosch - J.H. van Druenen - P.G. van Druenen - J. Kivits - M. van Santvoort |
1943 | H.J. Doorenbosch - J. van Eijck (hulparbeider N.S.) - H. de Laar (huisschilder) - L.M. Tiebosch (grondwerker) |
1908 | J. v.d. Bosch (winkelknecht) - H. Kapitein (pakhuisknecht) - N. v.d. Sluijs (sigarensorteerder) |
1910 | J. v.d. Bosch (winkelknecht) - H. Kapitein (pakhuisknecht) - N. v.d. Sluijs (sigarensorteerder) |
1923 | Johannes Bossong (apothekersknecht) |
1928 | J. Bossong - H. Kapiteijn |
1943 | wed. J.W. Bossong-van der Burgt - wed. P.J. Kapiteijn-Reuken |
1908 | H. Bosson (sigarenmaker) - J. Jansen (timmerman) - P. Meijnhardt (kazernecorveeër) - P.C. Voets (sigarenmaker) |
1910 | J. Jansen (timmerman) - A. Kurvers (hulpbewaarder) - P. Meijnhardt (kazernecorveeër) - P.C. Voets (sigarenmaker) |
1923 | Johannes Boeren (sigarenmaker) - Hendrikus Bossong (pakhuisknecht) - Josephus Bossong (sigarenmaker) |
1928 | J. Boeren - J.H.P. Moors - P.C. Voets - wed. J.H. Vorst |
1943 | L. van Es (transportarbeider) - J.H.P. Moors (boekbinder) - C. Timmers (heier) - J.B.M. v.d. Vliet (electro-monteur) |
1875 | L.J. Verdonck (brievenbesteller en winkelier) |
1881 | L.J. Verdonk (brievenbesteller en winkelier) |
1894 | W. Grasso |
1908 | B. van Herwijnen (winkelknecht) |
1910 | B. van Herwijnen (winkelknecht) - Th. Timmermans (koperdraaier) |
1923 | Engelbertus van Geene (borstelmaker) |
1928 | W. van Driel - E. van Geene - J. Nissingh |
1943 | J.A. Beekwilder (timmerman) - J. Timmermans (schoenmaker) |
1928 | Bijz. Jongensschool |
1936 | R.K. School voor G.L.O. |
1975 | R.K. Bijzondere jongensschool |
1908 | wed. J. de Bie |
1910 | wed. J. de Bie |
1908 | J. Versteeg (arbeider) |
1910 | J. Versteeg (arbeider) |
1908 | Th. Siebes (sigarenmaker) |
1923 | Leonardus Baart (pakhuisknecht) |
1908 | A. van Diem (voerman) |
1910 | A. van Diem (voerman) |
1865 | (Zonneveld I 141?): j.D. Moors (gepens. rijks commies) |
1908 | G. van Rossum (smid) |
1910 | G. van Rossum (smid) |
1908 | H. van Lieshout (timmerman) |
1910 | W. de Bie (smid) |
1908 | G. Wijnhoven (schoenmaker) |
1908 | wed. G. van de Lee-van Vucht |
1865 | (Zonneveld I 136): A. van Loon (mutsenwaschster) - A. van Loon (schoenmaker) |
1908 | J. Carels (sigarenmaker) |
1910 | J. Carels (sigarenmaker) |
1908 | wed. Ouwels (baker) |
1910 | wed. Ouwels (baker) |
1923 | Johannes M. Daalen (schoenmaker) |
1908 | wed. Staak |
1910 | wed. Staak |
1908 | A. Beunis (timmerman) |
1910 | A. Beunis (timmerman) |
1923 | Josephina Wa. Ma. Beunis (naaister) - wed. Gerardus van Dongen (zonder) |
1908 | H.A.M. van der Tooren (koetsier) |
1910 | H.P.H. van der Tooren (koetsier) |
1923 | Cornelis J.M. Foppele (directeur arbeidsbeurs) |
1943 | H.J. van Zeeland (horlogemaker) |
1908 | A. Sletjes (gem. arbeider) - J. van Uden (koopman) |
1910 | M. v.d. Boogaardt (brievenbesteller) |
1923 | Gerardus Johannes Baten (sigarenmaker) |
1928 | G.J. Baten |
1943 | J.W. Dekker (opperman) |
1910 | A.H. van Wijnhoven (schoenmaker, kruidenier) |
1928 | P.S. Beunis |
1943 | J.P.C. v.d. Broek (kleermaker) |
1908 | H. Delmée (in gloeiartikelen) |
1910 | B. Bierman (brouwersknecht) |
1928 | wed. F.D. Heesbeen |
1943 | wed. J. Heesbeen-Spruijt |
1910 | P.B. Bolle (stoffeerder) |
1923 | Petrus S. Beunis (timmerman) |
1928 | mej. J.W.M. Beunis |
1943 | H.A.A. van de Grint (colporteur) |
1910 | A. Sledsens (gem. arbeider) |
1908 | P.B. Bolle (stoffeerder) - R. de Rijk (knecht zoutkeet) |
1910 | H. de Lan (sigarensorteerder) |
1923 | wed. Johannes Baten (zonder) |
1928 | mej. P.J. Baten |
1943 | A.H. Wolfert (kantoorbed.) - J. Wolfert (rangeerder) |
1908 | J.J. Wajon (onderwijzer) - J.W. Wajon (meesterkn. sig.fabr.) |
1910 | F. Heeren (mr. schilder) |
1923 | Gerhardus F. Dekker (kuipertjeswal) |
1928 | G.F. Dekker |
1943 | G.J.A. Lambooij (koopman) |
1908 | M.L. van Engelen (gevangenbew.) |
1910 | W. van Gestel (pakhuisknecht) |
1923 | Cornelis S.F. de Haas (breister) |
1928 | mej. C.S.F. de Haas |
1943 | L.M. van Dijk (arbeider gem. veemarkt) |
1908 | M.G. v.d. Heijden (rijwielhandel) |
1910 | M.L. van Engelen (gevangenbew.) |
1923 | Martinus L. van Engelen (gevangenbewaarder) - Petrus W.J. van Engelen (rijksklerk rechtbank) |
1928 | M.L. van Engelen |
1943 | W. Lurling (fabr. arbeider) |
1908 | J.P. Suurs (amb. prov. griffie) |
1910 | H. Klopper (bakker) |
1928 | H. Klopper |
1943 | J. Boeren (sigarenmaker) |
1908 | A. Hurkens (metselaar) |
1910 | L.A. Halier (musicus) |
1928 | G.J. van Rooij |
1943 | W.P. van Rooij (ambt. L. en W.) - wed. E.J. van Rooij-Milders |
1908 | P. van Gastel (loodgieter) |
1910 | A. Hurkens (metselaar) |
1923 | Alphonsus Cijffers (kantoorbediende) |
1928 | mej. M.F. van der Horst |
1943 | P.H. Carels (schoenmaker) |
1910 | P. van Gastel (loodgieter) |
1923 | Jacobus G.H. Elands (boekhouder) |
1928 | J.G.H. Elands |
1943 | A.M.J. van de Grint (huisknecht) |
1865 | P.H. Nelissen (agent van politie) |
1908 | W.H. den Otter |
1910 | W.H. den Otter |
1923 | Hendrina Dorsthorst (zonder) |
1928 | W. den Otter - wed. Th. van Rooij |
1943 | A.J. Valenteijn (typograaf) |
5211 GW 1..29 5211 GW 2..10
1909 : rechts 1..55, links 2..18
No 39 Wijk H (komend van de Kruiskerk) | ||||||
Kuijperswal | ||||||
229 | 5 | Daalen, Cornelis van | Speldenmaker | 58 | Rooms | Den Bosch |
230 | 6 | Daalen, Johanna van | - | 34 | Rooms | Den Bosch |
231 | 7 | Oorreloos, Dirk | - | 3? | Rooms | Den Bosch |
232 | 5 | Leeuw, Johan de | Kledermaker | 61 | Rooms | Maastricht |
233 | 2 | Kwaks, Johan | Garentwinder | 71 | Rooms | Maastricht |
234 | 4 | Ven, Petina van de | - | 55 | Rooms | Den Bosch |
235 | 3 | Wolf, Christoffel | Kledermaker | 84 | Rooms | Den Bosch |
236 | 5 | Wolf, Johannes | Kledermaker | 57 | Rooms | Heusden |
237 | 1 | Niesten, Willem | Knecht bij van de Ven | 47 | Rooms | Maastricht |
238 | 2 | Nemini, Johannes | Inlandsch kramer | 41 | Luthers | Den Bosch |
239 | 7 | Verheught, Joannes | Sayetkramer | 30 | Rooms | Tilburg |
240 | 4 | Bevoir, Joanna | - | 78 | Rooms | Den Bosch |
242 | 1 | Mansvelt, Hendrika | - | 70 | Rooms | Den Bosch |
243 | 5 | Mansvelt, Adrianus | Arbeider | 29 | Rooms | Den Bosch |
244 | 5 | Buuren, van Johannes | Straatwerker | 37 | Rooms | Ophemert |
245 | 3 | Meesters, Adriana | Naaister | 40 | Rooms | Nieukuyk |
246 | 10 | Sicot, Gerardus | Kledermaker | 47 | Rooms | Megen |
247 | 6 | Heesels, Bartholomeus | Timmermansknecht | 27 | Rooms | Den Bosch |
248 | 5 | Fakkers, Hendricus | Kledermakersknecht | 57 | Rooms | Den Bosch |
249 | 3 | Boucholt, Catharina | - | 72 | Rooms | Maastricht |
250 | 7 | Roij, van Lambertus | Turfdrager | 46 | Rooms | Den Bosch |
Bij de Kruiskerk |
H.F.J.M. van den Eerenbeemt en L.P.L. Pirenne, 's-Hertogenbosch op de drempel van een nieuwe tijd (1960) 184
J.J.M. Franssen, De Bossche arbeider in zijn werk- en leefmilieu in de tweede helft van de negentiende eeuw XXXIV (1976) 310, 361, 362, 443
C.J. Gudde, 's-Hertogenbosch geschiedenis van vesting en forten (1974) 18, 50, 231
H.J. Zomerdijk, Het muziekleven in Noord-Brabant 1770-1850 LI (1981) 92-93