afb.
De Kasterenwal is het verlengde van de Noordwal en komt uit op de Vliertstraat. De straat is vernoemd naar de Kasterensmolen uit de 16e eeuw. Al omstreeks 1500 bevond zich op de stadswal, naast de rivier De Aa, een windmolen waarvan molenaar Aart Peter Stevenszoon de eigenaar was. De bekendste bezitter van de molen op die plek was de familie Van Casteren. Marcelis van Casteren bezat er rond 1595 een molen, in 1673 herbouwde Hendrick van Casteren de molen. In 1757 kwam de molen in eigendom van Adrianus Coppens. Het bouwwerk zou een eeuw in bezit blijven van de familie Coppens, waarna Hendrikus Zwijsen het overnam. Het raakte bekend onder de naam 'de molen van Zwijsen'. In 1865 bouwde Zwijsen een stoommaalderij op de wal nabij de Kruittoren om ook bij windstilte te kunnen malen. Toen in de 19e eeuw de stoomkracht haar intrede deed, zijn de Bossche molens verdwenen. In 1880 werd de molen van Zwijsen afgebroken, hijzelf werkte toen verder in de stoommaalderij. Een jaar later stelde de gemeenteraad een aantal officiële namen vast voor de straten, die ontstaan waren door de slechting van de vestingwallen: “Is mitsdien besloten te geven de navolgende naam aan den weg van het Laboratorium naar Zwijsen: Kasterenswal”. Toen werd de straatnaam nog met een s geschreven. De ruimte aan de Kasterenswal bij de stadsmuur werd ook gebruikt als touwslagerij of lijnbaan van de touwslager, ook wel lijndraaier of zeeldraaier genoemd. Deze ambachtsman verwerkte garens (vroeger meestal van hennep) tot touw. Toen rond 1912 er nieuwe huizen in het gebied werden gebouwd, ontstonden de Eerste en Tweede Kasterenstraat, als zijstraat van de Kasterenwal. Beide waren een doodlopende straat. De Tweede Kasterenstraat herbergde slechts 3 families, in de Eerste Kasterenstraat woonden zo'n 24 gezinnen. Aan de kop van de Tweede Kasterenstraat stond een loods, die tijdens de mobilisatie (1939) ingericht was als onderkomen voor paarden van de krijgsmacht. De twee zijstraatjes aan de Kasterenwal zijn halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw gesloopt. Rond 1950 bleek het door de hervormde diaconie beheerde bejaardentehuis Rustoord te klein. In 1966 werden plannen gepresenteerd voor de bouw van een nieuw bejaarden- en verpleeghuis. In 1971 was de feestelijke opening van de tehuizen Ter Aa en Gervenhof, in 2006 fuseerden ze tot zorgcentrum Nieuwehage. | 5 |
Al rond 1500 bevond zich een molen bij de stadsmuur, naast de rivier de Aa. Vlak daarvoor, in 1496, hadden de schutters van de Handboog de beschikking gekregen over het ernaast liggende terrein. De schutters plantten bomen en richtten hun bogaard in. Dat leidde tot moeilijkheden met de molenaar: immers de wilgen ontnamen de molen de wind. Daarop werd er in 1510 een overeenkomst met molenaar Aert Peter Stevenszoen gesloten waarbij de bomen gekapt zouden worden en nieuwe geplant. De nieuwe wilgen zouden eens in de vier jaar geknot en gesnoeid worden. De bekendste molenaar van de molen op deze plek was de familie Van Kasteren. Marcelis van Casteren bezat er rond 1595 een molen en in 1673 herbouwde Hendrik van Kasteren zijn molen. In de negentiende eeuw zijn de Bossche molens verdwenen, toen de stoomkracht haar intrede deed. Maar de naam Van Kasteren bleef gehandhaafd. In 1881 noemde de gemeenteraad de straat naast de stadsmuur de Kasterenwal en de nieuwe brug over de rivier de Aa heette voortaan Kasterenbrug (later kreeg ze de naam Rückertbrug). Dertig jaar later, toen er nieuwe huizen in het gebied gebouwd werden, ontstond de Eerste en de Tweede Kasterenstraat. RustoordIn die periode stond er in het gebied een bejaardentehuis, Rustoord geheten. Maar dit door de hervormde diakonie beheerde huis bleek in de tweede helft van onze eeuw te klein. In 1966 werden de plannen gepresenteerd voor een nieuw en groot bejaardentehuis. Het zou een grote flat worden, Huize ter Aa geheten en een verpleegtehuis, Gervenhof. Deze beide gebouwen zouden voor acht miljoen gulden gerealiseerd worden. Bovendien zou het een 'oecumenisch' bejaardentehuis worden: alle protestantse gezindten waren er welkom!Architectenbureau Rothuizen en 't Hooft uit Middelburg maakte het ontwerp en in september 1968 werd met de bouw gestart. Hoogste puntTwee jaar later was het hoogste punt bereikt. Op 14 oktober 1971 vond de officiële opening plaats en kon het gebouw in gebruik genomen worden. Toen ook werd het een eeuw oude Rustoord gesloopt en op de plaats van dit 19e eeuwse bejaardentehuis werd een tuin en een volière gerealiseerd. Enkele jaren later, in mei 1974, werd de eerste paal geslagen voor 54 bejaardenwoningen, die vlak bij Huize ter Aa en de Gervenhof werden gebouwd.In 1975 werd dit complex, Walstede geheten, geopend. Leek dit het einde van een bouwperiode, niets is minder waar. In de richting Kruithuis, naast Huize ter Aa, werden woonflats gerealiseerd en ook aan de andere zijde, richting Van Berckelstraat, vond moderne bebouwing plaats. De honderd jaar oude arbeiderswoningen vielen onder de slopershamer. Thans is begonnen met het laatste deel, de appartementen aan de Van Berckelstraat. Te hoogEr is wel eens van gedachten gewisseld over het feit dat Huize ter Aa eigenlijk een te hoog gebouw was voor de Bossche binnenstad. Zeker toen bleek dat de bovenste verdiepingen leeg stonden, is er gepleit voor sloop van de hoogste etages. Dat is niet doorgegaan. Wel is het dak inmiddels voorzien van een groot aantal antennes. Terwijl zo'n vijfentwintig jaar geleden alle tv-antennes van de Bossche daken verdwenen, komen er de laatste jaren steeds meer antennes te behoeve van de mobiele telefoons bij. Op vele hoge gebouwen zijn zij geplaatst, ook op Huize ter Aa.De Kasterenwal ziet er geheel anders uit dan honderd jaar geleden. De Eerste en Tweede Kasterenstraat zijn haast onopgemerkt verdwenen. Want de gemeenteraad benoemt wel nieuwe straten, maar het intrekken van straatnamen schijnt niet haar taak te zijn: daar zijn geen aparte raadsbesluiten van te vinden. |
1974 |
RedactieBinnenstadsbeleid in de begrotingsbehandeling. Restauratie stadswallen op meerdere plaatsen nodig.Brabants Dagblad woensdag 18 december 1974 (foto) |
|
1979 |
RedactieDe Heidemij legt op het moment de laatste hand aan de restauratie van de stadswal aan de Kasterenwal in Den Bosch.Krantenknipsel woensdag 7 november 1979 (foto) |
|
1998 |
Henny MolhuysenVerdwenen stadsbeelden : Molenaar weg, straten weg, maar naam Kasterenwal blijft.Brabants dagblad dinsdag 19 januari 1999 (foto) |
|
2001 |
N. Jurgens, J. TrelingArcheologisch onderzoek molen Kasterenwal. En van de twaalf molens.Bossche Bladen 4 (2001) 119-121 |
1923 | Petrus C. Blom (assistent posterijen) |
1928 | P.C. Blom |
1943 | G.M. Blom (kantoorbed.) - P.C. Blom (ass. 1e kl. posterijen) |
1928 | wed. A. Verschuur |
1943 | J.W. ter Borg (chauffeur) - W.M.W. van den Elzen (kruidenier) |
1928 | mej. G. Voets |
1943 | Fr.L.A. Jansen (timmerman) |
1928 | J.J.J. Veltman |
1943 | H. Bach (metaalbewerker) |
1928 | H. Heijmans |
1943 | wed. M.W. Heijmans-van Leeuwen |
1928 | J.J.G. Mossou |
1943 | C.A. Hoek (hulparb. N.S.) |
1928 | J. Zomer |
1943 | M. de Groot (stucadoor) |
1923 | Leonardus J. van Balen (kruidenier) |
1928 | H.M. van Hulst |
1943 | H.E.M. van Beugen (kapper) |
1923 | Gerardus Th.W. Brekelmans (reiziger) |
1928 | G.Th.W. Brekelmans |
1943 | A. Huiskens (musicus) |
1928 | F.H. Meij |
1943 | J.F. van Liempt (loodgieter) |
1928 | J.H. Sauerbreij |
1943 | H.J.J. Mulders (timmerman) |
1923 | Charles D'Hont (bouwvakarbeider) |
1928 | A.A. Lucas |
1943 | M.P.M. Kerste (behanger) |
1923 | Pieter van Baardwijk (machinist Ned. Sp.) |
1928 | wed. J.F. Leeuwarden |
1943 | J. van Liempt (monteur) |
1923 | Antonius A.F. van Dam (mechaniker) |
1928 | L.J. van Roosmalen |
1943 | C.H.W. Verzantvoort (kleermaker) |
1923 | Christianus van den Boom (hoofdbrievenbesteller posterijen) - Lamberdina M. van Esch (rijks telefoniste) |
1928 | Ch. van den Boom |
1943 | A.W. Haarmann (monteur) |
1928 | G. van Koolwijk |
1943 | W.A.H. Mulders (metaaldraaier) |
1908 | F. van Delft (schoenmaker) - J. Verhoeven (agent van politie) |
1910 | F. van Delft (schoenmaker) - J.J. Verhoeven (agent van politie) |
1923 | Franciscus van Delft (schoenmaker) - Henricus Th.W.J. Teulings (reiziger sigaren) |
1928 | W.J.M. Blom - C. van Kasteren |
1943 | J. Huiskes (koopman) - C. van Kasteren (metselaar) - A.W.M. van Laarhoven (loodgieter) |
1908 | M. v.d. Aa (reiziger) - A. Hammen |
1910 | M. v.d. Aa (reiziger) - W. Pelders (portier S.S.) |
1923 | Mighiel van der Aa (zonder) - Adrianus Driessen (koopman) |
1928 | H. van Geene - M.H. van Zon |
1943 | A. Schoot (kunstschilder) - P.C.J. Verheugt (los arbeider) |
5211 RS 1..169 5211 RS 2..40
1881 |
31 mei 1881No. 23. Beraadslaging over een voorstel tot het geven van namen aan nieuwe straten... Is mitsdien besloten te geven de navolgende naam aan: den weg van het Laboratorium tot Zwijsen ... Kasterenswal ...
Stadsarchief | GAHt Notulen gemeenteraad 1881 nr. 7(31.05) p. 137-166 | 156
|
1909 : aan één zijde bebouwd 1..2
C.J. Gudde, 's-Hertogenbosch geschiedenis van vesting en forten (1974) 63, 207, 231, 233