Bossche Encyclopedie | Kastanjestraat

afb. J. Steenbekkers, Ht

Kastanjestraat

Hinthamerpoort

Gezien in de richting van het Hinthamer Bolwerk, op de achtergrond de Bartjeskerk en de watertoren.

Stadsarchief (0022294)

Wilde en tamme kastanje

De naam Kastanjestraat is op 28 februari 1921 per raadsbesluit vastgesteld. De straatnaam verwijst naar de fraaie, statige kastanjebomen. In het voorjaar zijn ze met hun prachtige, rechtopstaande bloesems een lust voor het oog. Er bestaat een tamme en een wilde kastanje.

Straatbeeld met huizen in betonwoningbouw aan de Kastanjestraat, gezien vanuit de Anderlijnstraat in de richting van de Dageraadsweg. Datering: 1924. Foto: Stadsarchief.

Deze bomen zijn totaal verschillend en behoren ook niet tot dezelfde plantenfamilie. De tamme kastanje (Castanea sativa) is een loofboom, die van nature in het gebied van de Middellandse Zee en West-Azië voorkomt. De boom kan een hoogte van 25-35 meter bereiken. De tamme kastanje kan erg oud worden. Op de hellingen van de Etna op Sicilië staat een tamme kastanje van ruim 2000 jaar. Ten noorden van de Alpen is het een oude cultuurplant en vaak verwilderd. De Kelten hebben waarschijnlijk de vruchten meegenomen en voor verspreiding gezorgd. Later gingen de Romeinen de tamme kastanjes verbouwen om hun legioenen in Noord-Europa van voedsel te voorzien. De vrucht van de tamme kastanje is een noot die in een stekelige bolster zit. De vruchten (kastanjes) kunnen, nadat de bolster is verwijderd, worden geschild en gegeten. Men kan de kastanjes roosteren, poffen of koken. De wilde kastanje is niet eetbaar, door het aanwezige gif kun je er goed ziek van worden. Een tamme kastanje is te herkennen aan een puntje aan de bovenkant. Een wilde kastanje is juist mooi rond, met een glanzende schil.
De wilde kastanje behoort tot de zeepboomfamilie, hij wordt ook wel dolle kastanje of paardenkastanje genoemd. In Nederland is vooral de witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) te vinden, die oorspronkelijk afkomstig is van de Balkan en Klein-Azië. De Latijnse benaming betekent letterlijk paardenkastanje. Ze verwijst naar de ontdekking in Turkije, dat tot meel vermalen wilde kastanjes een ademhalingsstoornis bij paarden kan voorkomen. Om hun veroveringstochten succesvol te maken, waren snelle en gezonde paarden in het voormalige Ottomaanse Rijk heel belangrijk. Een andere verklaring voor de naam paardenkastanje is het zichtbare, hoefijzervormig litteken op een tak dat overblijft als een blad is afgevallen. Rond 1560 bracht de Vlaamse diplomaat en botanist Auger Ghiselin de Busbecq (Van Busbeke) vanuit Turkije de paardenkastanje naar Leiden, tegelijk overigens met de tulp, lelie en sering. In de loop van de 18e eeuw raakte de paardenkastanje verspreid in parken en langs lanen. De kastanje staat symbool voor trouw, harmonie en overvloed.

Stadsblad woensdag 30 april 2014 | 5

?	Redactie 'Geen pretje te wonen in slooprijpe woningen'. Kastanjestraat e.o.-bewoners voor snelle afbraak huizen. Krantenknipsel 2 oktober ?
1976	Cis van Deurzen, Hans Hoofs, Paul Kokke, Cees van de Wiel, Ton Joore Kastanjestraat e.o. Den Bosch. De buurt uit, de buurt in. Het Stedelijk Sentrum, Opbouwwerk Graafsewijk ('s-Hertogenbosch 1976)
1977	Redactie Schetsplan voor 116 woningen. Nieuwbouw Kastanjestraat e.o. Brabants Dagblad dinsdag 16 augustus 1977
1978	Redactie Kastanjestraat e.o. knokt voor betaalbare nieuwbouw. Brabants Dagblad vrijdag 13 januari 1978

1928	F.J. Bettonvil
1943	J.W.L. Oomis (metselaar)

1928	A.A.M. van Alebeek
1943	A.A.M. Alebeek (kleermaker) - M.F. van Dartel (loodgieter)

1928	C.A. van Eekert
1943	F.F.M. Janssen (machinepoetser N.S.)

1928	L.J.S. Franken
1943	H. Verhoeven (arbeider)

Kastanjestraat

Hinthamerpoort

Wilde en tamme kastanje

Redactie

Cis van Deurzen, Hans Hoofs, Paul Kokke, Cees van de Wiel, Ton Joore

Redactie

Redactie

n: vermelding in een voetnoot

Op deze pagina

1923	Adriaan H.J. Brouwer (electricien)
1928	H.Chr. Halewijn
1943	wed. M.J.J. Halewijn-van Liempt

1923	Gerardus van Gils (conducteur Ned. Spoorwegen)
1928	Q. van Hoesel
1943	W. van Muilekom (opperman)

1923	Renier W.J. Dupont (behanger)
1928	F.J. van der Eerden
1943	F.J. van der Eerden (smid)

1928	C. Pijnenburg
1943	wed. M.L. Maartens-Verkuilen - B. Vorstenbosch (sigarenmaker)

1928	G.L. de Beus
1943	J.A. Satter (sigarensorteerder) - J.W. Zijlemans (stempelmaker)

1928	A.M. van Loon
1943	P.A. Dankers (koopman in schilderstukken) - A.J. Dera (lederbewerker) - C. Pijnenburg (koopman)

1923	Josephus A. Boshuijzen (koopman)
1928	Th. van Boxtel
1943	L.J. Becks (sigarenmaker)

1923	Gerardus van Aken (magazijnknecht)
1928	P.L.A. Gielisse
1943	H.J. Houet (glazenwasscher)

1923	Paulus J. Amelsvoort (schoenmaker)
1928	J.B.W.S. Timmermans
1943	J.J. Sluiter (sigarenmaker)

1928	B.H.C. Linschoten
1943	H. Hoskam (koopman in groenten en fruit)

1928	S. Sip
1943	E.J Verheugd (metselaar)

1928	P.A. Uijt de Haag
1943	M.Fr. Heijmans (melkventer)

1928	Th.G. Obbeek
1943	A.J. Verharen (schilder)

1928	Th.C. van Well
1943	H.H. Venhorst (timmerman)

1928	A.W. Becks
1943	L. van Aken (sigarenmaker) - wed. P. Denis-van de Akker

1923	Christianus L.H. Ekels (loodgieter)
1928	C.W. Schapendonk
1943	W. Voets (waker bij wegenbouw)

1928	J.M. van Prooijen
1943	T.C. van Well (nachtwaker weeshuis)

1923	Hendrik Brink (kok)
1928	J.J. Lathouwers
1943	G.J. Kohler (arbeider)

1923	echtg. Marinus Cuijpers (zonder) - Hendrikus M. Dovens (voerman)
1928	H. van Ieperen
1943	A.G. Snellen (sigarenmaker)

1928	W.H. de Kok - wed. G.H. de Moor
1943	G.C. Blomme (arb.) - G. le Ruet

1923	Hermanus, J. Boshuijzen (tinpletter) - wed. Hermanus Th. Boshuijzen (zonder)
1928	J. Wolfert
1943	J.C. Wetzer (sigarenmaker)

1923	Antonius H. Blom (schoenmaker)
1928	F.J. Burg
1943	J.P. Kusters (transportarbeider)

1923	Adrianus Emans (los arbeider)
1928	J.H. Meijer
1943	P. v.d. Ven (chauffeur)

1923	Bernardus Cadee (arbeider) - Petrus Cadee (arbeider)
1928	B. Cadée - P. Cadée - M.J. Venninckx
1943	G.P. Beekwilder (schoenmaker)

1923	Franciscus J. Faeles (sigarenmaker)
1928	F.J. Faeles
1943	A. Beset (grondwerker)

1923	Lambertus van der Doelen (broodbakker)
1928	C. Passon
1943	F.J. Faeles (werfknecht)

1923	Peter J. Goossens (bandwever)
1928	W. Kouwenberg
1943	A.M. Disco (terrazzowerker)

1928	F.G. Versantvoort - H.J. Versantvoort - wed. J. Versantvoort
1943	J.A.F. van Osch (magazijnbed.)

1923	Johannes M. Beset (boekbinder)
1928	J.M. Beset
1943	J.M. Beset (boekbinder)

1923	Henricus Beset (sigarenmaker)
1928	E. Verheugt
1943	C. Adriaanse (stucadoor)

1923	Johannes L. de Bruin (hulpremmer Ned. Sp.)
1928	C.H. van den Dungen - A. van Houtum - J.B. de Vette
1943	J. van der Loo (kellner)

1928	M.M. Assmann
1943	G.J.J. van der Leest (los arbeider G.W.)

1928	echtg. W.H. Dona - A.J.H. Huisman
1943	W. v.d. Wiel (stroohulzenmaker)

1923	Johannes Alsemgeest (timmerman)
1928	W.J. de Jong
1943	A. Köhler (arbeider)