afb. Nepon, 1955
Aan de straten, gelegen in de stadsuitbreiding plan Zuid aan de westelijke zijde van de Pettelaarseweg de volgende namen te geven: Hertog Hendriksingel, Hertog Janstraat, Hertogin Johannastraat, Hertog Antonstraat, Philips de Goedestraat, Karel de Stoutestraat, Maria van Bourgondiësingel, Maximiliaanstraat, Philips de Schonestraat, Karel de Vijfdestraat en Philips de Tweedestraat. |
De straten en wegen tussen de Pettelaarseweg en het Bossche Broek zijn benaamd naar de hertogen van Brabant. De Bossche gemeenteraad nam het voorstel van B & W hierover aan in haar vergadering van 10 september 1952. Vier Brabantse hertogen zijn er geweest met de naam Jan. Het waren Jan I (1267-1294), Jan II (1294-1312), Jan III (1312-1355) en Jan IV (1415-1427), die tesamen een regeringsperiode van een eeuw omvatten. De meest interessante persoonlijkheid onder hen was ongetwijfeld de eerste Jan.
In 1253 was hij in Brussel geboren als de tweede zoon van hertog Hendrik III van Brabant. Hij leek niet voorbestemd hertog te worden, maar toen zijn zwakke (zowel lichamelijk als geestelijk) broer werd afgezet in 1267, werd de jonge Jan uitgeroepen tot hertog van Brabant.
Bang was hertog Jan zeker niet. In veldtochten en bij toernooien was hij steeds in de voorste gelederen te vinden. Toen hij eens het gebied van de aartsbisschop van Keulen binnentrok liet hij zijn paarden in de Rijn drinken en hield hij onder het oog van zijn tegenstanders een grote jachtpartij in het wildpark van de aartsbisschop zelf. Door deze overwinning veroverde hij Limburg, dat met Brabant verbonden werd, en strekte zijn gebied voortaan tot aan de Rijn uit.
In 's-Hertogenbosch organiseerde Jan in 1277 een groot toernooi, dat dertien dagen duurde. Het werd er gehouden ter gelegenheid van het feit dat hij toen in onze stad Floris V van Holland tot ridder sloeg.
Op zijn 32ste jaar werd Jan voor de tweede maal weduwnaar. Daarna zocht deze levensgenieter regelmatig het gezelschap van andere vrouwen. Dikwijls is hij diverse dagen afwezig geweest, en wist zijn hofhouding niet waar hij uithing ...
Dichter en minnezanger was Jan I eveneens. Zo komponeerde hij eens een lied, waarvan het eerste kouplet luidde:
Eens meienmorgens vroe
Was ic opgestaen, in een scoen, boemgaerdekijn Soudic spelen gaen. Daar vant ic drie joncfrauen staen: Dene sanc vore, dander sanc na: Harba lori fa, harba lori fa, harba lori fa. Dit 'Harba lori fa' is zo'n veertig jaar geleden nog eens gebruikt door Harrie Beecx en Floris van der Putt in het bekende lied 'Toen de hertog Jan kwam varen ...'
In 1294 werd hertog Jan tijdens een toernooi zwaar gewond en overleed aan de gevolgen ervan.
Hertog Jan I, ook wel genoemd Jan Primus of - verbasterd - Cambrinus, wordt dikwijls afgebeeld met een grote beker bier in zijn hand, dwars zittend op een biervat. Dat schijnt hij daadwerkelijk gedaan te hebben na afloop van de Slag van Woeringen, om zijn strijders geluk te wensen met de overwinning en een toost op hen uit te brengen.
|
1985 |
Henny MolhuysenStraat en naam : Hertog JanstraatBrabants Dagblad, donderdag 4 juli 1985 (foto) |
|
2007 |
Freek JanssenKozijnen liggen gevoelig in ZuidBrabants Dagblad, donderdag 2 augustus 2007 |
5216 AX 1..39 5216 AZ 2..36