afb.
|
Hertog Hendrik I van Brabant stichtte in 1185 's-Hertogenbosch als een vestingstad. Omdat hij inzag dat een stad met enkel deze functie niet levensvatbaar zou zijn, verleende hij de inwoners privileges op handelsgebied. Bij anderen trachtte hij voor de Bosschenaren vrijheid van tol te verkrijgen. Dikwijls met succes. De Bossche handel kwam op gang en had tot resultaat dat de jonge nederzetting snel kon groeien. In de veertiende eeuw kregen de Bossche handelaars die handel dreven op de Oostzee, toestemming van de Deense koning een nederzetting te vestigen op Schonen. Schonen was een vrijhandelsplaats aan de zuidwestkust van het huidige Zweden. De Brabantse hertogen gaven de Bosschenaren het recht ook het Bossche recht daar uit te oefenen. De handel die in dit gebied bedreven werd omvatte zout, wollen en linnen lakense stoffen, bont en wijn, welke produkten naar Schonen toe werden vervoerd. Vanaf de Oostzee kwamen vooral hout, haring en paarden terug naar onze streken.
Jacob Cnode (ook wel eens geschreven als Cnoyen) leefde in die tijd, in het midden van de veertiende eeuw. Deze Bosschenaar maakte verre reizen en was onder andere in Azië en Afrika. Waarschijnlijk heeft hij in 1364 een bezoek gebracht aan het hof van de Noorse koning in Bergen. Reizen maakte hij in ieder geval binnen de poolcirkel.
Jacob maakte verslagen van zijn ontdekkingsreizen. Zo schreef hij: “Dit Nortnorwegen dat men dat duyster norden heet, ist drie maenden achtereen donker, geen sonneschijn, maer altijt dageraet”. De reis naar het noorden was moeilijk wegens de sterke stroming en de hevige wind, bovendien 'ender hier ist al ijs, van october tot meert'. Cnode beschreef al (hij had dat vernomen van een daar wonende monnik) dat er bij het gebergte aan de noordkust van Noorwegen aan de oostzijde een zee was 'die hem aen doosteinde lagh, nommermeer en mochte bevriesen'; daar was het 'dat beste ende ghesontste landt'. Ook nu nog ligt de Russische havenstad Moermansk binnen de poolcirkel, maar met een nooit bevroren haven in verband met de golfstroom.
Het verslag van de reizen van Jacob Cnode kwam in het bezit van cartograaf Mercator. Deze heeft er dankbaar gebruik van gemaakt. Echter, eens heeft hij dit verslag uitgeleend en nimmer teruggekregen… Mercator had in een brief uit 1577 aan de Engelse wis- en natuurkundige John Dee fragmenten van Cnodes verhaal opgenomen. Ook deze brief is verloren gegaan, maar een door John Dee zelf vervaardigd afschrift is ons bewaard gebleven. Het berust momenteel in de Britisch Library in Londen.
Zijn geboortestad heeft Jacob Cnode in 1961 geëerd door in een buurt met namen van ontdekkingsreizigers een straatnaam naar hem te noemen, de Jacob Cnodestraat.
|
1985 |
Henny MolhuysenStraat en naam : Jacob CnodestraatBrabants Dagblad donderdag 5 september 1985 (foto) |
5223 HR 1..13 5223 HS 15..69 5223 HT 2..38