afb. M. Sterk, maart 1961
Tegenwoordig zie je aan de Oude Hulst vrijwel niets dan achtergevels en -uitgangen. Vroeger was het onderdeel van een levendige volksbuurt. In de middeleeuwen was de Oude Hulst veel langer, de St.-Jorisstraat en Weversplaats maakten er toen deel van uit. De oudste vermelding staat in een schepenakte van 13 mei 1305. De benaming Oude Hulst doet verwachten, dat er ook een Nieuwe Hulst is, maar daar is nergens sprake van. In de schepenbrieven van het Bosch Protocol (1366 - 1811) wordt die lange straat aangeduid met Huls, Hulsstraat, Heulstraat, Aldenhuls en Hoelstraat; maar het gaat steeds om dezelfde straat die we nu kennen als Oude Hulst. Opvallend is, dat in alle oude vermeldingen de naam geen -t heeft. Volgens het Etymologisch Woordenboek is deze -t een latere toevoeging. Waar komt de naam Oude Hulst nu vandaan? Marcel van der Heijden lijkt het de meest waarschijnlijke hypothese, dat onze Bossche Huls terug te voeren is naar hulst als naam van de struik als ondergroei in oude loofbossen. Jos van der Vaart geeft aan dat huls of hoel in verband kan staan met 'hol', dat drassig en week betekent. 'Hol' en 'hul' komen ook voor in samenhang met hellingen en hoogten en voor een plateautje, dat zich boven het omringende stroomland verheft. Mogelijk is huls of hoel afkomstig van 'holt', een oude vorm voor hout (= bos). De naam duidt dan op een oud akkercomplex, dat gewonnen is op een bosterrein. Allemaal mogelijke verklaringen van de straatnaam Oude Hulst. Wie zal het zeggen? |
Van de Hulsstraat heeft alleen nog maar het eind van de St. Jorisstraat dien naam overgehouden en dat nog wel verbasterd, daar toch het eind van die straat thans Hulst heet en wel, omdat die naam de alleroudste benaming was van de beide straten de Hulst, die men te den Bosch heeft, de Oude Hulst. Van waar de naam Huls of Hulst komt durf ik niet te zeggen; niet waarschijnlijk acht ik het toch, dat de straat de Huls haren naam ontleent aan eene omhulling of aan den bekenden heester met stekelpuntige bladen.
De verlenging van de St. Jorisstraat van af het na te noemen Masschereelshuis, die thans ook de Oude Hulst heet, tot aan de Weversplaats, heette aanvankelijk, evenals die plaats en de van daar naar de Verwerstraat loopende straat, die Beurde of Beurdsche straat.
| 412 |
1908 | B. Huiskens |
1908 | wed. van Liempt |
1908 | H. Vugts (warmwaterhuis) |
1910 | A. v.d. Kallen (water- en vuurnering) |
1928 | J.J. Gloudemans |
1943 | J.H.M. Collignon (schipper) - J.J. Gloudemans (timmerman) - H.A.A. Verhoeven (sigarenmaker) |
1908 | D. Kleine (letterzetter) |
1903 | firma Lutkie en Cranenburg |
1908 | J.P. van de Wiel (winkelier) |
1910 | P. Opstraat (huis van verkoop) |
1923 | Johannes Aarsel (sigarenmaker) |
1928 | F.J. Blatter |
1943 | J.E. Zomer-Huiskens (winkelierster) |
1908 | A.F. Kroon (koperslager) |
1910 | P.J. Couwelaars (sigarenmaker) |
1923 | wed. Lucas J. van Daelen (zonder) |
1928 | wed. L.J. van Daelen |
1943 | J. de la Cousine - J. Schröder (sigarenmaker) |
1865 | A. de Rooij (winkelierster en broodslijter) |
1908 | J. Stap (arbeider) |
1910 | J. van de Wiel (timmerman) |
1928 | F. Schatsbergen |
1908 | D. Trautig (opperman) |
1910 | A.F. Kroon (koperslager) |
1928 | H. Veenstra |
1908 | Kantoor en Fabrieken Lutkie & Cranenburg |
1910 | Kantoor en Fabriek fa. Lutkie & Cranenburg |
1928 | Z.N. Drukkerij |
1881 | C.C. Lutkie (firma Lutkie en Cranenburg, mr. boek en steendrukker, boekhandelaar, fabriekant van gekleurd papier en lid van de kamer van koophandel) |
1908 | Kantoor en Fabrieken. Lutkie & Cranenburg |
1908 | P. Dickerscheij (sigarenmaker) - A.J. Gremmé - wed. van Mackelenbergh |
1910 | P. Dickerscheij (sigarenmaker) - A.J. Gremmé - wed. van Mackelenbergh |
1923 | Johannes J. Faber (sigarenmaker) - Wilhelmus J. de Haas (sigarensorteerder) |
1928 | F.J.J. van Beijnen - W.J. de Haas - wed. J.P. Poppes |
1881 | H. de Valck (partikulier) |
1908 | J.L.W. Valk (koekbakker) |
1910 | wed. Paanakker - J.L.W. Valk (koekbakker) |
1928 | J.Th. van Linder |
1943 | L. de Lang (sigarenmaker) |
1923 | Johannes A.C. Wetzer (pakhuisknecht) |
1928 | J.A.C. Wetzer (pakhuisknecht) |
1943 | M. Wolfs (mandenmaker) |
1908 | J.B. Vissers (broodslijter) |
1910 | J.B. Vissers (broodslijter) |
1928 | J.L. van Daelen |
1943 | G.Fr. Doll (magazijnbediende) |
1908 | H.B. de Jong (kleermaker) |
1910 | H.B. de Jong (kleermaker) |
1928 | J.J. van de Langenberg |
1943 | J.J. van de Langenberg (nachtwaker-stoker) |
1881 | J.N. Kleijne (mr. kleermaker) - wed. J.L. Kleijne (partikuliere) |
1908 | J. Aardsels (sigarenmaker) - W. Eggelij (sigarenmaker) - Fr. van Gent (sigarenmaker) - W. Henkelman (sigarenmaker) |
1910 | H. van Liempt (sigarenmaker) - P. de Teuling (timmerman) |
1923 | Petrus A. van der Eerden (boekbinder) |
1928 | N.F. Kroon - H.J. van Liempt |
1943 | J.L. van Daelen (schildersknecht) - L.C. Thiel (grondwerker) |
1908 | Ch. Assmann (huisschilder) - M. van Dartel (sigarenmaker) - wed. Jacobs - J. Jonkers (boekbinder) - wed. P. van Wanrooij |
1910 | Ch. Assman (huisschilder) - wed. van Dartel - wed. Jacobs - J. Jonkers (boekbinder) - wed. P. van Wanrooij |
1923 | Charles Assmann (huisschilder) - Nelis van Ginkel (arbeider) |
1928 | C. Assmann - N. van Ginkel - wed. H. Maas |
1943 | C.C. Assmann - H.G. van Mierlo (los arbeider) - M. de Mol |
1908 | G. de Haas (sigarensorteerder) - H. van Liempt (sigarenmaker) - M. Rust (boekdrukker) - A.J. Schrover (boekbinder) - H.G.H. Wildschut (bewaarder gevangenissen) |
1910 | P. van Dartel (arbeider) - G. de Haas (sigarensorteerder) - M. Rust (boekdrukker) - A.J. Schrover (boekbinder) - H.G.H. Wildschut (bewaarder gevangenissen) |
1923 | Gerardus de Haas (sigarensorteerder) |
1928 | G. de Haas - A. van der Krieken - H.J. de Rooij - J. Stap - J.N. van der Velden - A.G.H. Wildschut |
1943 | M. Bammens (chauffeur) - J.F.H. Broecks (bouwvakarbeider) - G. de Haas |
1908 | L. Baart (schoenmaker) - C.J. v.d. Smissen |
1910 | A. Klaassen (loopknecht) - C. Krielaart (visscher) |
1923 | wed. Johannes B. De Cleer (zonder) |
1928 | J. van Eijndhoven - A. Hoos |
1943 | E. van Pinxteren (arbeider) - P. van Pinxteren (ijzervlechter) |
1928 | W.A. Broers |
1943 | W.A. Broers (hovenier) |
1908 | E. Menner (koopman) |
1910 | C. Damen (koopman) - E. Menner (koopman) |
1923 | Johannes J. Gros (koopman) - Johannes J. Gros (los arbeider) |
1928 | P.A. van der Eerden - J. Schröder - W.A. van Venrooij - wed. P. van de Wert |
1943 | A. Kerkhof (schipper) - D.W. Sweserijnen (grondwerker) - W. Timmers - W.A. van Venrooij |
1928 | wed. P.C. Heesbeen - J. Schroder |
1923 | Johannes A. Batens (sigarenmaker) |
1928 | J.A. Batens - A. Kivits |
1908 | J. de Rooij (opperman) |
1910 | A. Meuwese (loopknecht) - J. de Rooij (opperman) |
1928 | wed. J.J. Gros - wed. C.A. Kuijpers - C.G. Pompe - H. Pompe - L.C. Thiel |
1943 | F.F. van der Putten (slager) |
1908 | W. van Zon (schoenmaker) |
1910 | W. van Zon (schoenmaker) |
1928 | wed. W. van Zon |
1910 | A. Houdijk (boekbinder) |
1928 | C.H.J. van Liempt |
5211 HC 2..6
1501 |
Kapittel 17. De Oudehulst, is thans het einde van de St. Jorisstraat ter hoogte van de Koninklijke school voor Nuttige en Beeldende Kunsten, de Boertsche molen nu de nieuwe steenen molen staande in het Oranje-Bolwerk op stads veste, achter de Fabrieken van de Heeren Lutkie en Cranenburg. Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1501-1502. Deel 1, blz 60 |
1906 : geen nummers (Mosmans) 1909 : rechts 1..23, links 2..12
C.J. Gudde, 's-Hertogenbosch geschiedenis van vesting en forten (1974) 56, 61