Van het Groot Ziekengasthuis (GZG) wordt door de geschiedschrijving gezegd, dat het in 1250 al bestond. Het zou voor het eerst gevestigd zijn geweest in Het Reut, een gehucht tussen Den Bosch en Vught. Op de plekken van Het Reut en Vranckenhofstad, een ander buurtschap, wordt tussen 1614 en 1618 het Fort Isabella aangelegd.
De Gasselstraat met rechts de Nederlands Hervormde Kerk. Datering 1955. Foto: Erfgoed ’s-Hertogenbosch nr. 0001372.
Rond 1260 wordt het GZG overgebracht naar de Vughterstraat. Rond 1274 vindt het Groot Ziekengasthuis een plaats aan het Gasthuisstraetken, dat later Gastelstraat genoemd werd. De Bossche stadstaal maakt daar al gauw Gasselstraat van. De Gasselstraat, die de Kerkstraat met de Hinthamerstraat verbindt, is een verbastering van Gasthuisstraat. Het Groot Ziekengasthuis is gelegen op percelen, die thans begrensd worden door de Hinthamerstraat, Gasselstraat, Kerkstraat en St. Annaplaats. Het omvat onder meer twee ziekenzalen, een klein klooster, een kapel, twee stenen huizen, het huis De Beyart, een keuken, een brouwhuis met bakhuis en een varkenshok. De kapel heeft op de hoek van de Hinthamerstraat en de Gasselstraat gestaan. Het Gasthuis is via een poort aan de Sint Annaplaats toegankelijk. De plaatsbepaling van het Gasthuis in akten is steevast ‘iuxta Portam Captivorum’, wat betekent naast of bij de Gevangenpoort. Want enkele stappen van de ingang tot de Sint Annaplaats heeft toentertijd de oude stadspoort, de Leuvense Poort of Gevangenpoort, gestaan. De ligging van het Groot Gasthuis te midden van straten en bebouwing, laat uitbreiding niet toe. Vandaar dat aan de noordzijde van de Hinthamerstraat, over de Binnendieze (buiten de eerste stadsmuur) een nieuw complex wordt gebouwd. Nadat in 1458 het Gasthuis is verplaatst, komt de kerk in bezit van de Broederschap van Sint Anna.
Onbenoemd steegje
Tussen Gasselstraat 16 en 18 bevindt zich een onbenoemd steegje, dat tegenwoordig met een ijzeren, opengewerkt hek is afgesloten. In de 17e eeuw is het steegje een toegangsweg tot een schuilkerk, die tussen de Kerkstraat, Gasselstraat en Hinthamerstraat heeft gestaan. De kerk wordt bediend door predikheren, later door dominicanen onder wie pater Wassenberg. In de Gasselstraat hebben zich ooit drie panden met de namen Hemel, Vagevuur en Hel bevonden.
Hoofdpoort
De Gasselstraat heeft ooit Oude Gasthuisstraat geheten. Het verlengde van de Gasselstraat, aan de overzijde van de Hinthamerstraat, heet nog steeds Gasthuisstraat. De straat wordt ter onderscheiding van de Oude Gaststraat ook wel Nieuwe Gasthuisstraat genoemd. Aan het einde van de Gasthuisstraat bevindt zich de vroegere hoofdpoort, die van 1661 tot 1932 de toegang is geweest tot de terreinen van het Groot Ziekengasthuis. De poort is in het verleden enkele keren gesloopt en weer opgebouwd. De huidige poort is van 1916 en is een exacte kopie van de poort uit 1761. De hardstenen omlijsting is van de 17e eeuw. In het fronton zie je, van hout, de dubbelkoppige adelaar van het keizerrijk, de leeuwen van het hertogdom Brabant en Limburg en het stadswapen van Den Bosch. In de nissen naast de poort bevinden zich twee beelden, voorstellend Elisabeth van Thüringen en Vincentius van Paulo. Elisabeth van Thüringen (1207 - 1231) is een Hongaarse heilige in de katholieke kerk, zij is de patrones van onder meer de verpleegsters en ziekenhuizen. Vincentius van Paulo (1581 - 1660) is een Franse heilige, hij is de stichter van de Vincentiusvereniging en patroon van verenigingen voor liefdadigheid en ziekenhuizen.
Ziekenfonds
Links van de poort zit een luik van waaruit eeuwenlang aan de armen en bedeelden in de stad medicijnen werden uitgedeeld, uiteraard ná zonsondergang. Dit gebruik stopt in 1941, als het Ziekenfonds in Nederland wordt ingevoerd. Niet een Nederlands kabinet, maar de Duitse bezetter heeft een algemeen en verplicht ziekenfonds ingevoerd. In 1941 nemen zij het Ziekenfondsbesluit, waardoor alle werknemers onder een bepaalde loongrens, de ziekenfondsgrens, verplicht lid worden. Het Ziekenfonds is gebaseerd op de Duitse Krankenkasse. Het Ziekenfonds wordt in 2006 opgeheven voor een nieuw zorgstelsel. De geschiedenis van de armen- en ziekenzorg in Den Bosch gaat terug tot vóór 1250. Dan wordt voor het eerst melding gemaakt van het Groot Gasthuis in de stad. Op het Reinier de Graafgasthuis in Delft na, is het GZG het oudste ziekenhuis van Nederland.
Gasthuisjes
Onze stad kent ook nog de Gasthuispoort, een zijstraat van de Molenstraat in het Uilenburgkwartier. Dit straatje leidde in vroegere tijden naar twee gasthuisjes, vandaar de straatnaam. Op Gasthuispoort nummer 4 bevindt zich het Johan Schildersgasthuis, gesticht 22 augustus 1500 door stadsraad Johan Schilder. Hij bestemde twee huisjes voor bewoning door acht weduwen, die tot zijn familie behoorden. Het andere werd in 1682 gesticht door Coenraad van Boxtel Dirkszoon. Dit in de 19e eeuw gesloopte Sint Martensgasthuis diende als huisvesting voor drie oude mannen en een dienstbode.
Een gast- of godshuis was in de middeleeuwen een instelling die zich in de eerste plaats inzette voor de arme medeburger, het was vooral armenzorg. Daar kwam in een latere fase verpleging en verzorging bij. De stad heeft zo’n 35 gasthuizen gekend. Vele zijn door kloosterorden in het leven geroepen. Vaak met legaten die rijke burgers bij hun dood nalieten. Zij hoopten daarmee dat zij, door een ‘werk van barmhartigheid’ te verrichten, eerder in de hemel zouden komen. In 1811 - tijdens de Franse Tijd - worden bijna alle liefdadige instellingen samengevoegd onder één bestuur van de ‘Commission des Hospices’. In 1815 nemen de regenten van de ‘Godshuizen en den Algemeene Arme’ de plaats in van deze Franse commissie. Dit college bestuurt in een latere fase niet alleen het Groot Ziekengasthuis (ziekenzorg), maar ook het Bedeelingsfonds (armenzorg), het zinnelozenhuis Reinier van Arkel (krankzinnigenzorg) en een aantal kleinere stichtingen voor ouden van dagen en wezen. Het bestuur heeft zijn domicilie in een pand aan de Gasthuisstraat op nummer 9 gehad.
| 29 |