De Essenstraat begint bij de Cederstraat en eindigt bij de Palmboomstraat. Het Essenplein bevindt zich tussen de Veldwijkstraat en de Essenstraat. Beide straatnamen zijn op 29 september 1947 per raadsbesluit vastgesteld.
Gemeentewoningen aan de Essenstraat, gezien vanaf de Cederstraat in de richting van de Palmboomstraat. Zijstraat in de bocht links is het Essenplein. Anno 1948. Foto: Stadsarchief.
Vanaf dat jaar werden er door de dienst Gemeentewerken gemeentewoningen geplaatst. Het zijn een- en tweelaags huizen onder zadel- en schilddaken met betonpannen, de ingangen zijn omlijst. Woningcorporaties Brabant Wonen en Zayaz zijn in 2012 begonnen met het renoveren van een groot aantal woningen in Bartjes -Zuid. Het Essenplein en omgeving zijn in 2015 aan de beurt voor de renovatie.
De es behoort tot de olijffamilie (Oleaceae). Het is een loofboom die van nature in Europa voorkomt. Het is een snelgroeiende boom die tot veertig meter hoog wordt. Net als de wilg is de es geschikt om te knotten. Essenhout is een van de beste houtsoorten voor buigwerk, omdat het flexibel en taai is. De duurzaamheid bij buitengebruik is vrij laag. Binnenshuis is het essenhout goed bruikbaar voor deuren, trappen, vloeren, meubels en binnenconstructies. Vanwege de elasticiteit wordt het veel gebruikt voor liggers van gymnastiektoestellen, roeiriemen en voor stelen van bijlen en spades. De es staat ook wel bekend als 'wagenmakersboom', omdat het hout vroeger veel gebruikt werd bij het maken van wagens en koetsen. Verder is essenhout ideaal brandhout voor de open haard.
Bomen speelden eertijds een belangrijke rol in het dagelijkse leven. Bij de oude Germanen stond de eik in hoog aanzien, bij de Scandinaviërs en IJslanders was de gewone es een heilige boom. Volgens de Noren sneed Odin, de Noorse oppergod, de eerste mens uit essenhout. Het hout van de es werd bijzondere eigenschappen en krachten toegedicht. In tijden van onheil, oorlog en ziekte werden vuren van essentakken ontstoken. De rook van de brandende takken zou ziekte, toverij en boze geesten verdrijven. Sprong men in het vuur, dan was een enge ziekte een tijdlang afgewend. Een stukje schors van de es, ingenaaid in kleding, bood dezelfde bescherming. Het christendom heeft veel moeite gedaan om het geloof in de es te bestrijden. Maar de oude gebruiken lieten zich niet zomaar aan de kant schuiven. Nog lange tijd beschouwde men blad, schors en zaden als geneesmiddelen tegen ziekten als melaatsheid, kanker en schurft. En ook nooit weg: inwrijven met essensap zou het lichaam jonger maken en een gave, strakke huid geven.