Deze straat werd in de 18e eeuw ook wel de wip genaamd, omdat tegenover haar op de Smalle Haven eene wip stond, die in 1680 gemaakt was om daarmede uit de schepen goederen te lossen.
Aan de Noordzijde van die straat stond oudtijds de Bank van Leening, de Taeffele van leeninge of de Lombaert geheeten. Waarschijnlijk werd zij er in 1547 of 48 opgericht, daar toch in een dier beide jaren Andries Ymony van de Regeering der stad den Bosch octrooi ontving om er, tegen eene jaarlijksche betaling van fl 40 voor de accijnsen, eene bank van leening op te richten en enkele jaren later Jean Bergaigne Paulszn, Franchois Campagnie en de gebroeders Willem en Maerten van de Cappelle vermeld worden als houders van de taeffele van leeninge in deze straat. Deze bank maakte slechte zaken, zoodat hare houders met gijzeling werden bedreigd en op hare goederen beslag werd gelegd. Dit blijkt o.a. uit eene Schepenakte van 16 Juli 1567 (Reg. n° 236 f. 212) waarbij: „Erasmus van Houwelingen, goutsmit, als een van den crediteuren van Jan Paul de Bergaigne, als taeffelhalder van den leenen, geweest zijnde binnen deser stadt van ? s Hertogenbossche, zoe inne den name van hem zelven alsmede inne den name ende van weghen allen ende een yegelyken crediteuren desselfs Jans Paul, alleenlijck binnen deser stadt woenachtig wesende, daervan die voirs. Erasmus verclaerde volcomen procuratie te hebben ende alzoo inne den name ende van weghen derselver crediteuren heeft gegeven ende gheeft
| 115 |
midts desen den voirs. Jannen Paul vry ende volcomen geleye, den tijt van sess weecken lanck geduerende, ingaende op Sondach den 20e des maent July, omme denzelven tijt geduerende vry ende vranck, ongemolesteert van den voirs. crediteuren oft ennige van hen, binnen der voirs. stadt ofte anders waer daert hem gelieven zall te moighen coomen, passeren ende repasseren in zijn eygene persone, zoornede, dat hem by den voirs. crediteuren ofte eenighe van hen den voirs. tijt lanck geduerende eenich hijnder ofte trot aangedaen zall wordden” (zooals hem reeds den 7 Augustus 1566 door zijne schuldeischers was toegestaan blijkens Reg. n° 213 f. 453); alsmede uit eene akte van dading van 13 Mei 1568 (Reg. n° 648 f. 69) waarbij Jan Peterszn. Busijn, koopman te Delft en genoemde Erasmus van Houwelingen, die in den Bosch goudsmid was, deze laatste zoo voor zich en als gemachtigde van Franchois Campaignie en de overige medeschuldeischers van genoemden Jean de Bergaigne, taeffelhouder van de leeninge binnen 's Hertogenbossche, met dezen en met Franchois Campaignie, Willem ende Maerten van de Cappelle, gebruederen, als bewaerders ende houders der taeffelle van de leeninge voirs, overeen kwamen om het beslag op te heffen, dat zij, schuldeischers, op de goederen dezer bank hadden doen leggen, waarentegen genoemde houders van die bank aan hen boedelafstand deden. In eene Bossche Schepenakte van 5 Mei 1570 (Reg. n° 219 f. 256) komt hierover nog het volgende voor: Alzoo de schuldeischers van Johan Pauls Bergaigne bevonden hadden, dat hij hun niet ten volle kon betalen, zoo heeft deze, zijnde taeffelhouder van leeningen der stadt van 's Hertogenbossche, getransporteerd en gecedeerd aan Willem en Maarten 1), gebroeders, zonen van wijlen Maarten van de Capelle, ten behoeve van die schuldeischers, zijnde Erasmus van Houwelingen, goudsmid, Guillaume de Succa en nog dertien anderen, alle 't recht ende toeseggen hem enichssins competerende ende toebehoor ende inne ende totte voirs.
| 116 |
taeffele van leeninge, met alle hare goederen, have, panden, juweelen, penningen en profijten, ten einde zij uit de opbrengst daarvan hunne schuldvorderingen zullen kunnen verhalen. 2)
Den 2 November 1612 (Reg. n° 284 f. 50) deed Mariken, dochter van Wouter Habbits en weduwe van Dirck Janszn. van Hedel ten behoeve hunner kinderen Jan, Josina en Cornelia, de echtgenoote van Gerard Janszn. Slimmer, afstand van den tocht van het huis, waarin deze bank van leening gevestigd was en dat alstoen omschreven werd als: huis, erf, plaats genaamd d'oude Lombart, staande in de Bokhovenstraat aan de watertrap, genaamd de Bokhoventrap, tusschen de stadshaven ex uno en het erf van Jan Hendrikszn, den bakker, ex alio, waarna die kinderen dat huis aan hunne moeder verkochten.
Het was in 1633 geheel bouwvallig, zooals blijkt uit 't Register van Resolutien der stad den Bosch van Gans fol. 144 vso, vermits aldaar het volgende daarover staat vermeld: 31 Mei 1633. „Op de rekeste van de proprietarissen van de omgevalle huysinge, genoempt den Ouden Lombaert, staende achter op de Haven by de Bokhovense straet, is verstaen eenige Heeren te committeren om te spreken met de eigenaers van de voors. huysinge, die met deselve oock zullen in handeling treden ende besien hoe tot meesten dienste van de stadt ofte beste mesnagie deselve huysinge soude worden afgebrooken ofte by de stadt worde aengenomen, welcke Heeren meteen inspecteren ende informatie nemen sullen van de gelegenheyt om alle de andere huysen tot den hoeck toe, die van haere besoigne gehouden sullen wesen, te doen rapport." Het blijkt, dat hun rapport is geweest, dat de stad de Oude Lombard moest aankoopen, want den 9 Juni 1633 (Reg. n° 378 f. 280) verkocht Josina, dochter van wijlen Dirck Janszn van Hedel en weduwe van Servaes, den zoon van Jacob Henrickszn van Arkenteel, maasschipper, nu huisvrouw van Cornelis Mathijszoon Beversluys, oud-burgemeester en schepen van Geertruidenberg, aan de stad
| 117 |
den Bosch eene huysinge, erve, poirte, plaetse, kelders, gemeynlijck genoempt den ouden lombart, staande aldaar in de Bokhovenstraat bij de watertrap tusschen de Stadshaven ex uno en het huis van Jan Henrickszn, den bakker, ex alio, strekkende achterwaarts tot op het erf van de weduwe en kinderen van Pauwei Peterszn, den beenhouwer, haddende genoemde verkoopster 2/3 in dit huis gekocht van haren broeder en zuster. Blijkens de oude Bossche kronijk, die alleen in handschrift bestaat, brak de stad den Bosch eerst in 1676 de oude Lombard af. Zij is nog altijd eigenares van het erf, waarop deze bank eens stond; voor een paar jaren werd zij door koop ook eigenares van het huis, dat aan den anderen hoek van de Noordzijde der Bokhovenstraat stond en in voormelde akte van 1633 gezegd wordt te zijn het huis van Jan Henrickszoon, den bakker; het is thans genummerd Orthenstraat no 42, terwijl het terrein van de oude Lombard genummerd is Smalle Haven no 22.
Aan de Zuidzijde van de Bokhovenstraat stond voorheen een huisje, dat de stad den Bosch in 1647 aan de Kraankinderen 3) ten gebruike had gegeven, doch later door haar aan de Turf dragers ten gebruike werd afgestaan; de Kraankinderen kregen toen van die stad ten gebruike het huis de Karper, dat aan de Smalle Haven stond en nu de Zalm is genaamd. (Nos 4 en 3.) Om den Z. hoek dezer straat stond aan de Smalle haven ook nog een huisje van de stad; daarin plachten de Bierdragers te vergaderen; het was in 1685 ook bouwvallig en is toen door de stad verkocht.
| 118 |