afb. Albert Schreurs/Peter Vaessen, 1994
De Barbaraplaats ligt begrensd tussen Orthenstraat, Sint Geertruikerkhof en Pastoor de Kroonstraat. In de middeleeuwen stond hier het Sint Geertruiklooster. De Barbaraplaats is genoemd naar Barbara Disquis (ook wel genoemd Dischot of Van Oostenrijk), de buitenechtelijke dochter van keizer Maximiliaan van Oostenrijk. Zij werd geboren omstreeks 1482, enkele maanden nadat Maximiliaan in 1481 een vergadering van de Orde van het Gulden Vlies in 's-Hertogenbosch had voorgezeten. Deze Orde was in die tijd de top van de ridderschap, waar veel Europese vorsten lid van waren. Hoewel zij als halfzuster van Philips de Schone naar het Hof van Bourgondië kon, gaf zij de voorkeur in de Hertogstad te blijven. Van 1495 - 1497 verbleef zij bij de Bosschenaar Gerrit van den Broeck. In 1497 deed Barbara haar intrede in het Sint Geertruiklooster. Daar zou zij haar verdere leven doorbrengen, zij overleed er op 22 september 1568. Het Geertruiklooster was bestemd voor vrouwen uit de betere standen. Nogal wat dochters van deftige en adellijke families hebben in dit augustinessenconvent geleefd. In haar kroniek over stad en meierij van 's-Hertogenbosch, verhaalt Barbara onder andere over de keren dat zij met hoog bezoek werd vereerd. Zo vertelt zij over een ontmoeting met haar vader in 1504, waarbij ook haar halfbroer Philips aanwezig was. Haar kroniek wordt bewaard in de Abdij van Berne in Heeswijk. Met de aanleg van de Barbaraplaats in de 20ste eeuw zijn alle funderingen van het voormalige kloostercomplex opgeruimd. In de bestrating zijn de funderingen van het klooster gedeeltelijk aangegeven. |
Vast te stellen de straatnamen Barbaraplaats en Eerste Straatje van Best voor de straten zoals deze nader op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening met respectievelijk A en B zijn aangeduid. |
In de de jaren zestig van deze eeuw is de wijk De Pijp verdwenen. Het hele gebied werd onherkenbaar vernield door sloop, demping van de Binnendieze en nieuwbouw. Er werd onder meer een nieuwe straat aangelegd, die naar een van de geestelijken van de - ook al verdwenen - waterstaatskerk Sint-Pieter werd genoemd: de Pastoor de Kroonstraat. Het gebied tussen de Pastoor de Kroonstraat, Geertruikerkhof en de Orthenstraat veranderde ook helemaal. Slechts een deel van de huizen aan de Orthenstraat bleef staan. Aan de Pastoor de Kroonstraat kwamen flats. Het binnenterrein kreeg een ondergrondse parkeergarage en bovengronds eveneens parkeergelegenheid en wat groen. Deze binnenplaats moest een naam krijgen, zoals dat ook met alle straten en wegen in onze stad het geval is.
De straatnamencommissie (inmiddels opgeheven) diende burgemeester en wethouders een voorstel te doen. Als B&W akkoord zouden gaan, diende de gemeenteraad de naam vast te stellen.
In deze straatnamencommissie zaten gemeenteraadsleden, enige ambtenaren (van gemeentewerken, politie en het archief) en deskundigen. Omdat het hier om een plek ging in de binnenstad, werd er eerst naar de vertegenwoordiger van het stadsarchief gekeken: is er geen historische naam aanwezig? Die waren er wel: de huizen in de Orthenstraat hadden namen, er stond een Geertruyklooster in de buurt; bij de nieuwbouw waren bij archeologisch onderzoek restanten gevonden van een leerlooierij en de oudste waterpoort.
Na enige discussie werd gekozen voor de naam Barbaraplaats. Reden was dat Barbara één van de bewoonsters was van het Geertruyklooster, zij een kroniek van de stad heeft geschreven en van koninklijke bloede was. Bovendien: er zijn in 's-Hertogenbosch nog maar weinig straten naar vrouwen genoemd.
Zusters Augustinessen woonden tussen 1449 en het eind van de 17e eeuw in het aan Sint-Gertrudis gewijde klooster. Een van hen was Barbara Dischot (ook wel genoemd Disquis of Van Oostenrijk). Zij was de natuurlijke dochter van keizer Maximiliaan van Oostenrijk. Barbara werd geboren omstreeks 1482, een aantal maanden nadat Maximiliaan in 's-Hertogenbosch een vergadering van de Orde van het Gulden Vlies had voorgezeten. In haar kroniek vertelt zij over een ontmoeting in 1504 met haar vader, waarbij ook haar halfbroer Filips (die toen koning van Castilië was) aanwezig was.
…soo quam ick by den Kyser. Ende als de Coninck van Castelien mijn by sijn heer vader sagh staen, soo vraeghde hy wie ick was. Toen syde die Keiser ende nam byde handen ende syne: "Dit is mijn een lieven dochter". ...Toen woude mijn de Coninck kussen, soo toogh mijn de Kyser naer hem. Ten lesten wrong mijn de Coninck het hooft om ende kuste mijn. Toen riep hy luyde : "Heer, vader, dat is mijn suster; ick wil hier geen bagijn van gemaeckt hebben".
Barbara vervolgt het verhaal door te zeggen dat zij zoiets helemaal niet op prijs stelde; zij wilde in het Bossche klooster haar verdere leven slijten.
Dat laatste is gebeurd. Zij overleed op 22 september 1568 in de Hertogstad. In de historische verzameling van de Illustre Lieve Vrouwebroederschap bevindt zich een portret van haar; haar kroniek berust in de Abdij van Berne.
|
1985 |
Henny MolhuysenStraat en naam : BarbaraplaatsBrabants Dagblad donderdag 21 november 1985 (foto) |
5211 SK 3.. 87 5211 SV 2..300