Geen bisschop heeft zo'n invloed gehad op het kerkelijk leven in Nederland als Zwijsen. Het was de krachtfiguur waar de kerk in de 19e eeuw dringend behoefte had. Als coadjutor van vicaris Den Dubbelden, werd Joannes Zwijsen in 1842 titulair-bisschop van Gerra. Hij had een goede relatie met de toenmalige koninklijke familie en dat kan een rol hebben gespeeld in zijn carriëre. Meteen na het herstel van de hiërarchie in 1853 werd hij niet alleen formeel bestuurder van het bisdom van 's-Hertogenbosch, maar ook Aartsbisschop van Utrecht. In die hoedanigheid heeft hij o.m. een Provinciaal Concilie georganiseerd in de Sint Jan, canoniek parochies gesticht, weeshuizen, kloosterordes, kerk en armbesturen opgericht en het katholiek onderwijs opnieuw van de grond getild. |
Bischop; zoon van molenaar Petrus Zwijsen; werd na studie op diverse internaten in 1817 te Mechelen priester gewijd, werd assistent te Vught en Tilburg (Heike), vervolgens kapelaan te Schijndel, in 1828 werd hij benoemd tot pastoor in Best, daarna tot pastoor van Het Heike in Tilburg, waar hij bevriend raakte met kroonprins Willem II. Zwijsen werd in 1842 tot bisschop gewijd en coadjutor van vicaris-generaal Den Dubbelden en als apostolisch administrator belast met het bestuur van de apostolische vicariaten Grave, Megen en Ravenstein. In 1874 werd hij zaakwaarnemer van de internuntius Ferrieri. In Tilburg had Zwijsen twee congregaties gesticht, de Congregatie van Zusters van Liefde van Tilburg (1832) en de Fraters van O.L. Vrouw Moeder van Barmhartigheid van Tilburg (1844), die in 1845 het eerste fraterhuis betrokken. Na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie werd mgr Zwijsen in 1853 benoemd tot aartsbisschop van Utrecht en tot bisschop van Den Bosch. Hij liet in Haaren Huize Gerra bouwen als zijn residentie, omdat de officiële bisschopsstad Den Bosch toch niet de woonplaats van de bisschop mocht zijn. Het huis werd Gerra genoemd ter herinnering aan zijn benoeming tot bisschop van Gerra. Hij woonde er tien jaren totdat in de nacht van 14 op 15 juli 1863 een moordaanslag op hem werd gepleegd. Hij werd in het donker overvallen door een onbekende met een vuurwapen. Na acht dagen kon de kogel uit zijn lichaam worden verwijderd. Het levensgevaar was toen geweken. De moordaanslag is nooit helemaal opgelost. Voor de aanslag waren waardepapieren en f 5000.- ontvreemd. De huisknecht werd gearresteerd, maar later bij gebrek aan bewijs weer vrijgelaten. De bisschop nam zijn intrek in het door hem gestichte klooster van de fraters. In 1864 vestigde Zwijsen zich in 's-Hertogenbosch. In 1856 werd onder zijn leiding het eerste provinciaal concilie van Utrecht gehouden. Vooral door zijn inzet werd in 1868 een mandement uitgevaardigd over het katholiek onderwijs, dat van invloed was op de schoolstrijd. In 1868 legde Zwijsen het ambt van aartsbisschop neer, maar bleef bisschop van Den Bosch. | 402 |
1927 |
J.H.J.M. WitloxMonseigneur Joannes Zwijsen : Een levens-en karakterbeeld : 's-HertogenboschTeulings' Uitgevers-Maatschappij 1927 |
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 9, 62, 66, 68, 123-128, 185
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) 223, 390
Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 86, 141, 149 (afb.), 154, t7.4
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Bankieren in Brabant in de loop der eeuwen LXXIII (1987) 215
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) I. 23, 339, 342, 346, 348, 353-355, 358, 359, 375, 380, 385, 387, 390, 396, 415; II. 350, 357
J.J.M. Franssen, De Bossche arbeider in zijn werk- en leefmilieu in de tweede helft van de negentiende eeuw XXXIII/XXXIV (1976) I. 11, 14; II. 387, 394
F.G.G. Govers, Het geslacht en de firma F. van Lanschot 1737-1901 XXV (1989) 223, 225, 239, 240
Nel van der Heijden Rogier, Slager : Acht Bossche kunstenaars en een museum (2015) 163
Th.G.A. Hoogbergen, Over Geestdrift en Bevlogenheid : 75 jaar Ons Middelbaar Onderwijs 1916-1991 LXXXVI (1991) 1, 3, 14, 22n, 36
A.H.E.M. Jansen, A.J.C van Leeuwen en G.P.P. Vrins, 'Arbeyd sere voert tot eere' LXXX (1989) 14, 15, 23
F.P.M. Jespers, "Het loflyk werk der Engelen" LXXVIII (1988) 209-210, 236, 266, 286, 292, 308, 310, 337
A.M. Koldeweij, In Buscoducis Bijdragen (1990) 447, 448
A.M. Lauret, Per imperatief mandaat X (1967) passim.
Wies van Leeuwen, 'Kloosters in Brabant op weg naar de eenentwintigste eeuw' in: Noordbrabants Historisch Jaarboek (2015) 146, 149
P.B.A. Melief, Joannes van Hooydonk LXXI (1987) passim
Charles de Mooij en Paul Kokke, De Muze als Motor : Beeldende kunst en de ontwikkeling van het moderne Brabant, 1796-1940 (1996) 21
M.A. Nauwelaerts, Latijnse school en onderwijs te 's-Hertogenbosch tot 1629 XXX (1974) 84
Jan van Oudheusden, Geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden (2004) 642, 666, 667
Jan van Oudheusden en Harry Tummers, De grafzerken van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch (2010) I. 65, 108n
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 9, 10, 68, 70, 71, 72, 73, 75, 85, 91, 99, 112, 162, 197, 254, 328, 330, 331, 341, 342, 343, 366
J.W.M. Peijnenburg, Van Roomsche Zegeningen en Paapsche Stoutigheden (2009) 51, 105, 187, 192, 193, 194, 200, 202-224, 227, 228, 229, 231, 237, 241, 242, 247, 281, 315, 344, 345, 346
A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch (1910) II. 404
A.H.M. van Schaik, Dr. Hendrik Moller 1869-1940 (1988) 7, 8, 19, 51
L. Scheeder o.s.c., Henricus van den Wijmelenberg een religieus emancipator in Oost-Brabant 1800-1881 (1976) 26, 37, 40, 41, 42, 44, 46-47, 59, 66, 69, 72, 77, 78, 81, 83, 86, 92, 97-98, 100, 109-117, 118, 157, 159, 160, 161, 162, 167, 168, 170, 171, 174-175, 183, 184, 185-187, 207-208, 221, 229, 239, 241, 249, 251, 263, 270
J.M.M. van der Vaart, Sterrebos, het Groot Heyvelt op Oud Herlaer (2017) 127
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 158, 244, 249, 250, 265, 395
Th. A. Wouters, Van bedeling naar verheffing XI (1968) 213, 381, 440
H.J. Zomerdijk, Het muziekleven in Noord-Brabant 1770-1850 LI (1981) 134
H.J. Zomerdijk, Het muziekleven in Noord-Brabant 1850-1914 LV (1982) 189
-
Encyclopedie van Noord-Brabant 4 (1986) 402
Noordbrabants Historisch Jaarboek 12 (1995) 168, 175; 16 (1999) 298; 17-18 (2000-2001) 340, 341; 33 (2016) 224
Tentoonstelling Bossche bischoppen 1559-1975 (1975) 8-9, 13
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst (1931) 199