Cler. Luik, I. 1328-1329 (1328-1342) Den Bosch Tylman van Zonne, Zon, Sonne, Son, werd in Den Bosch geboren als zoon van Henric van Zonne (Son). Zijn vader had van 1295 tot 1324 vrijwel ononderbroken zitting in de Bossche schepenbank en woonde bij het Groot Gasthuis in de Hinthamerstraat. Behalve Tylman had hij nog vier kinderen: Gheerlic, Jan, Henric en een dochter van wie de naam niet bekend is. Gheerlic was in 1331 schepen van Den Bosch. Zijn broer Jan verkocht op 13 april 1312 als poorter van die stad een erfpacht uit zijn hoeve te Schijndel aan de broers Ghijb Vette en Symon van Diefhout, beiden bakker en poorter van Den Bosch. Samen met zijn broers Gheerlic, Henric, Tylman (Thyelekinus) en zijn zwager Peter van Ypere stelde Jan zich er toen ook voor garant dat zijn kinderen bij hun meerderjarigheid de verkoop zouden goedkeuren. Jan van Zonne - die vermoedelijk enige tijd onderschout van Den Bosch was - overleed vóór 1338. 1) Twee van Jans kinderen waren Lysbeth en Heylwich. Lysbeth van Zonne komt tussen 1327 en 1370 regelmatig voor in de bronnen. In 1327 was ze reeds begijn van het Groot Begijnhof. Ze bezat samen met haar zuster Heylwich een huis en twee kamers op de hoek van de Markt en de Kolperstraat waar later "het Gulden Lavoir" stond. Beide zusters gaven deze gebouwen vóór 1346 uit in erfcijns aan Henric vanden Hoevel die ze op 7 maart van dat jaar weer verkocht. Zelf bewoonde Lysbeth een huis op het St.Janskerkhof dat ze op 12 september 1364 verkocht aan heer Tylman van Mulsen (zie nr.275). Deze handeling vond plaats in aanwezigheid van haar voogd en bloedverwant Marselis vanden Werve en van de getuigen heer Jan van Neynsel, deken van Woensel (zie nr.277), en Goessen Proefst. Ook deze getuigen waren mogelijk aan Lysbeth verwant. Goessen Proefst, linnenwever, had op 31 december 1354 al een erfgoed aan de Weverhuls gekocht waaruit hij een erfcijns moest betalen aan Adam van Neynsel en aan Lysbeth van Zonne, terwijl heer Jan van Neynsel op 5 januari 1362 al eens getuige was geweest toen aan Lysbeth van Zonne een kwitantie was verleend voor een geldsom waarmee ze de helft van een huis en erf aan de Weverhuls had gekocht. Lysbeth verkocht nog op 8 oktober 1370 een erfcijns aan Agnes van Eyncfelt, moniale van het Clarissenklooster. Getuige daarbij was onder meer een zekere Marcelis van Zonne. 2)
De notaris Tylman van Zonne wordt voor het eerst vermeld in 1310. Thyellekinus dictus de Zonne, noster conburgensis de Buscho ducis, droeg toen ten overstaan van schepenen van Den Bosch een erfcijns van 45 schellingen uit zijn woonhuis en erf aan de Oude Huls over aan de meester van de Tafel van de H.Geest. De verkoop van deze cijns had eerder al plaatsgevonden. Op 31 december 1328 en 15 januari 1329 stelde Tylman als notaris twee akten op waarbij een aantal personen uit het bisdom Utrecht en Den Bosch als verwanten van de kort daarvóór overleden bouwmeester van de St.Jan Marselis van Coelen diens testament goedkeurden. Nadat beide akten waren geïngrosseerd door heer Henric van Neynsel (nr.277) plaatste Tylman er zijn onderschrift en signet onder. Dit laatste vertoont in het midden een afbeelding van een zon met acht stralen. Aangezien in beide akten de getuigen allen schepen van Den Bosch waren was Tylman in deze tijd mogelijk tevens stadsklerk. In 1335 was hij zelf schepen van Den Bosch. Het wapen op zijn schepenzegel bestond uit twee zonnen met zes stralen en in de linkerbovenhoek - heraldisch gezien de rechterbovenhoek - een vierblad. Eromheen stond de tekst "Sigillum Tilmanni de Zonne". 3)
Dit zegel gebruikte hij ook ter validering van een akte die hij op 6 september 1339 uitvaardigde als Ic, Tylman van Zonne, rentmeester ons heren tshertogen inder Meyerien van tsHertogen bosch. Tylman bekleedde het ambt van rentmeester der hertogelijke domeinen in de Meierij van Den Bosch minstens van 1337 tot 1342. Een fragment van een rekening die hij in 1340 als zodanig maakte wordt nog bewaard in het archief van de rekenkamer te Brussel. Het jaargetijde van Tylman, die ook lid was van de O.L.V.-broederschap, werd gelezen op 22 februari. Dit was echter niet Tylmans sterfdag maar die van zijn broer Jan, die vóór hem overleed. Op dezelfde dag werden de jaargetijden gelezen van Jans dochters Lysbeth en Heylwich, die beiden na Tylman overleden. Deze had waarschijnlijk een natuurlijke zoon die eveneens Tylman heette. In 1368 droeg Arnt Heyme, zoon van wijlen Henric Gheghel, namelijk alle goederen die hij had geërfd van wijlen Aleyt van Zanthen over aan Aleyts natuurlijke zoon Tyelmannus de Zonne. Dezelfde Tyelmannus kocht op 15 november 1369 van Jan vander Dyesen een vak of bank in de Bossche vleeshal. In het midden van de vijftiende eeuw leefde er in Den Bosch nog een Tylman Henricx van Zonne die afkomstig was uit Lithoijen en die van beroep smid was. 4)
|
Noten | |
1. | Jacobs, Justitie, 25, 39, 240, 246-255 (hoewel de reeks vermeldingen van Henric van Son als schepen vrijwel ononderbroeken is kan niet geheel worden uitgesloten dat een deel ervan betrekking heeft op de broer van de notaris en niet op diens vader); Van Rooij, Het oud-archief, II 7 nr.6; GAH, THG 70 (13 apr.1312: aangezien Jan wordt aangeduid als Johannes de Sonne, filius Henrici de Sonne, zal zijn vader Henric toen nog in leven zijn geweest); Camps, Oorkondenboek, I 839 nr.702, 996-997 nr.822, 1062-1063 nr.870. |
2. | Bijlage II 279.1, 237.23, 353.24, 392.2; Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, III 429-430, vgl. 154 (1383: Lysbeth en Eva van Zon, zusters, worden lid van de O.L.V.-broederschap); GAH, THG 218 (16 febr.1338), 379a (31 dec.1354). |
3. | THG 60a (1 juli 1310); Bijlage II 363.1, 363.2; Mosmans, De St.Janskerk, 55 noot 2; Jacobs, Justitie, 256; GAH, GG 2189 (regest 19) (1 juni 1335); GAH, OA Schepenzegels, nr.17. |
4. | GAH, THG 229 (6 sept.1339); ARAB, Rekenkamer 45038 (1340); Martens, l'Administration, 520; Spierings, Schepenprotocol, 33; GAH, THG 1466a (1 juni 1409: hoeve te Rosmalen vroeger verworven van Tylman als rentmeester van de hertog); GAH, RA 1175, fo.101r (2 jan.1368), fo.208r (15 nov.1369); OLVB 49, fo.24r; APB, St.Jan II, p.66; Tylman Henricx van Zonne: GAH, RA 1197, fo.54v (14 dec.1425), RA 1215, fo.26v (1444), RA 1217, fo.226r (1447), RA 1227, fo.161r (1456/57), RA 1261, fo.219v (1491/92); Van Rooij, Het oud-archief, II 376 nr.1370, 401 nr.1449; Vgl. Jan Willems van Zonne, poorter van Den Bosch en smid (ca.1400): Bijlage II 157.35, 272.1, 272.2. |
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 857
M.H.M. Spierings, Het Schepenprotocol van 's-Hertogenbosch 1367-1400 LIX (1984) 33, 33n
Geertrui Van Synghel, De stedelijke secretarie van 's-Hertogenbosch tot ca. 1450 (2007) 50, 135, 143, 145, 173, 262, 281, 282, 311n, 318, 322n, 323, 324, 325, 327, 330, 331, 340, 345, 411, 412