Cler. Luik, I.L. 1398 (1395-1444) Den Bosch Meester Art Ywijns, meester Arnt Yewijns, werd in Den Bosch geboren als zoon van de bakker Arnt Ywijns en van Katherijn, dochter van Gielis van Mechelen. Meester Arnts vader overleed vóór 1397, zijn moeder tussen 1397 en 1402. Vermoedelijk is zijn vader dezelfde als de Arnt Jans Yewenssoen die volgens het Mirakelboek van de St.Jan in het huis geheten "den Hof van Hollant" woonde, gelegen over de Gerlingsbrug in de Hinthamerstraat. Hij werd op 24 juni 1383 te Le-Quesnoy in Henegouwen getroffen door een beroerte (poppelsie). Zes weken lang had hij hevige pijn in zijn hele lichaam en de artsen die hij raadpleegde konden niets voor hem doen. Nadat hij echter beloofd had in Den Bosch een pond was aan O.L.V. te zullen offeren verdween de pijn en kon hij naar huis terugkeren om daar op 23 september 1383 zijn gelofte in te lossen. Meester Arnt Ywijns verwekte zelf vóór 1398 bij Hille van Oyen, dochter van Goyart Buls, een natuurlijke zoon die eveneens Arnt Ywijns heette en die in 1428 en 1435 wordt vermeld als clericus. Hij was waarschijnlijk niet dezelfde als de Arnoldus Yewaens soen de Authoesden die genoemd wordt als vader van heer Willem Spierinck (nr.365), maar zal wel aan hem verwant zijn geweest. 1) Arnoldus Ywani de Buscoducis werd in het derde kwartaal van 1390 ingeschreven aan de universiteit van Keulen. Hij keerde als meester in de artes terug naar Den Bosch en zal vóór 1395 tot priester zijn gewijd want in het rekeningjaar 1395/96 fungeerde dominus et magister Arnoldus Ywani als proost van de Bossche O.L.V.-broederschap. In een testament dat op 25 september 1396 ten overstaan van heer Willem Voet van Boxtel (nr.408) werd verleden wordt meester Arnt onder de getuigen ook genoemd als rector van de kerk van Lommel en openbaar notaris. Op 20 juli 1398 stelde hij zelf als notaris het testament op van Jan van Neynsel, poorter van Den Bosch, die te kampen had met de gevolgen van een beroerte (apoplexia). Het testament werd geïngrosseerd door heer Jacop van Luik (nr.238). Verder maakte meester Arnt als notaris nog een concept van een testament voor Hadewich, natuurlijke dochter van Willem Coptiten en vrouw van de smid Jan van Sonne. Dit testament werd door haar in 1401 echter weer herroepen, evenals een testament dat ze had gemaakt voor heer Willem Voet. 2)
Inmiddels had meester Arnt op 24 januari 1398 te Luik zijn rectoraat van de kerk van Lommel met heer Jan Paweter (nr.308) geruild tegen de scholasterij van Den Bosch. Als scholaster ontving hij inkomsten die voor een deel weer moesten worden aangewend voor de betaling van het salaris van de meester van de Latijnse School. Tegelijkertijd werd meester Arnt kanunnik van de St.Jan. In de kanunnikenlijst van het handschrift Kievits wordt hij vermeld als Arnoldus Iwani Peelt, welke naam door de meeste schrijvers is overgenomen. In andere bronnen komt hij echter nooit onder de naam Peelt voor. Kievits voegde hem waarschijnlijk per ongeluk toe achter Arnoldus Iwani in plaats van achter Joannes Oem (nr.284) wiens naam in de lijst volgt op die van meester Arnt. Van 1400 tot 1405 wordt meester Arnt ook vermeld als absent rector van de kerk van Boxmeer en omstreeks 1400 was hij tevens officialis foraneus van de officiaal van Luik in het dekenaat Cuijk. Als zodanig droeg hij op verzoek van de officiaal onder meer de protocollen van de overleden notarissen heer Mercelis van Bakel (nr.26) en Peter Polslauwer over aan heer Pauwels van Zulichem (nr.382). Meester Arnt bleef vermoedelijk tot 1402 in Den Bosch wonen waar hij een huis met erf aan het St.Janskerkhof bezat. Hij verkocht dit huis vóór 9 december 1402. 2)
In 1405 wordt meester Arnt vermeld als capellanus van de bisschop van Luik. Hij had deze functie waarschijnlijk te danken aan zijn bloedverwant heer Hack van Authoesden die een belangrijke positie bekleedde in de Luikse administratie. Dankzij deze verwantschap hoefde heer Arnt in 1400 geen absentiegeld te betalen voor zijn beneficie in Boxmeer, terwijl hij in 1405 werd ontzien op verzoek van de bisschop zelf. Hij zou in deze tijd ook het rectoraat van de St.Gangulphus in St.Truiden hebben verworven en wordt vanaf 1410 vermeld als kanunnik van de O.L.V.-kerk in Tongeren. Van 1415 tot 1437 was hij zelfs deken van deze kerk. Inmiddels wilde het Bossche kapittel de scholasterij opheffen omdat de inkomsten van de scholaster door de sterke groei van het aantal scholieren te gering waren geworden. De inkomsten uit de scholasterij zouden voortaan direct aan deken en kapittel moeten komen die daaruit zelf de schoolmeester zouden betalen. Op 4 december 1422 gaf paus Martinus V toestemming om tot opheffing van de scholasterij over te gaan. Meester Goyart van Zichem, kapitteldeken van Hilvarenbeek en gedelegeerd rechter in deze zaak, daagde na een kort onderzoek alle belanghebbenden om op 25 september in de Bossche St.Jan voor hem te verschijnen en eventuele bezwaren kenbaar te maken. De dagvaarding werd door de notaris Reyner van Tielen (nr.389) op 11, 15 en 25 september 1423 respectievelijk in Luik, Tongeren en Den Bosch bekendgemaakt. Meester Arnt Ywijns werd op 15 september 1423 persoonlijk van de dagvaarding op de hoogte gebracht in zijn woonhuis te Tongeren. Nadat er op 25 september door niemand bezwaar was gemaakt deed meester Arnt op 27 september in de St.Jan afstand van de scholasterij en werd deze door meester Goyart van Zichem opgeheven. Vermoedelijk ontving meester Arnt van het kapittel een passende afkoopsom voor zijn resignatie. Hij overleed waarschijnlijk op 9 februari 1444 te Tongeren. In het obituarium van de Tongerse O.L.V.-kerk wordt hij althans vermeld onder 9 februari, terwijl de obitus fratrum van de Bossche O.L.V.-broederschap als zijn sterfjaar 1443/44 opgeeft. 4)
|
Noten | |
1. | GAH, RA 1180, p.665-666 (1397), RA 1183, fo.19r (9 dec.1402), RA 1194, fo.103v (10 mei 1424), RA 1196, fo.222v (27 jan. 1427), RA 1211, fo.74r (1441), RA 1213, fo.250v (28 aug.1443); Hens e.a., Mirakelen, 456-458 nr.261 ("Int jaer ons heren mccclxxxiii, 23 daghe in september, quam Arnt Jans Yewenssoen, wonende ten Bosch over Her Gheerlijcsbrugge, wellic Arnt, wonende in den Hof van Hollant, voer Sinte Jansdach te Midsomer was in Henegouwen, in een stat die hiet Keynoet, biden cant van Vranckerijc. Wellic Arnt alsoe siec wart in al sinen leeden ende in alsoe groter pinen was dat hi gaen noch staen en mocht. Ende die meesters seiden dat die poppelsie was, ende si consten hem ghenen raet ghegeven van dier siecheit ... "), vgl. 224-225 nr.49 (Ghijsbrecht Arnt Ywijnssoen uit Oudheusden, 25 apr.1383); Bijlage II 157.7, vgl. 5.100, 121.1, 173.27; Analecta Vaticano-Belgica, XIV 793-794; Vgl.: Oosterbosch, "Het openbare notariaat in Antwerpen", II 25-27 nr.19 (Arnoldus Ywini); Reusens, Matricule, I 15 nr.30; Van den Bichelaer, "Het Bossche notariaat", 78; Zie ook notaris nr.196. |
2. | Keussen, Die Matrikel, I 57 nr.43; OLVB 49, fo.12r; Bijlage II 202.1, 272.1, 408.3. |
3. | ABH, MA 167 (24 jan.1398); Indekeu, "Aspekten", 117; AAB II, hs. Kievits, p.6, p.20; Bannenberg e.a., De oude dekenaten, I 52; Tabel 3.2, nr.5; Bijsterveld, Laverend, II 625 nr.2107; GAH, RA 1183, fo.19r (9 dec.1402); Vgl.: Coppens, Nieuwe beschrijving, II 91, 100; Schutjes, Geschiedenis, IV 236; Nauwelaerts, Latijnse school, 14; Michiels, "Beneficianten", 42-44; Smeulders, "Is Arnold Ywanni Peelt ... ", 25-27. |
4. | Bannenberg e.a., De oude dekenaten, I 52, vgl. 84; Bijsterveld, Laverend, II 556 nr.1310, vgl. 557 nr.1315; Paquay, "Les doyens", 139; AAB II, hs. Kievits, p.27; Bijlage II 289.1, 389.1, 389.2; OLVB 49, fo.30v. |
Geertrui Van Synghel, De stedelijke secretarie van 's-Hertogenbosch tot ca. 1450 (2007) 166