Bossche Encyclopedie | Henricus de Wijs

Henricus (Hein) de Wijs

's-Hertogenbosch 3 september 1775 - 's-Hertogenbosch 9 april 1854 (78)

Henricus de Wijs

's-Hertogenbosch 3 september 1775 - 's-Hertogenbosch 9 april 1854

Rijksontvanger te 's-Hertogenbosch. Huwde 1811 te Breda Maria Cornelia Havermans (Breda 3 augustus 1784 - 's-Hertogenbosch 26 maart 1858) (dochter van Johannes Josephus en Anna Maria Floren). In (pj) 1835 Gedeputeerde-statenlid. In 1812 vermeld op lijst van hoogstaangeslagenen. In 1813 vermeld op de 'Etat des 500' met een revenue van 4000 francs. In 1830 te 's-Hertogenbosch als rentenier vermeld op kiezerslijst met aanslag van ƒ 190,37. In 1848 als grondeigenaar vermeld op lijst van hoogstaangeslagenen met aanslag van ƒ 884,08. S.P.: 'Trésoir de la ville. Membre du conseil municipal. Il jouit de consideration parmis ses concitoyens, il a beaucoup de talens et [est] très actif, il a suivi le parti Patriotique avec beaucoup de moderation. Il a beaucoup travaillé pour les intéraats de la ville et du Départements.'

367

Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk ('s-Hertogenbosch 1990) 367

Hendrik de Wijs

Functies / onderscheiding(en)

Controleur van de eerste classe indirecte belastingen, 1815 (pj)
Ontvanger goude en zilveren werken, 1815 (pj)

H. de Wijs

's-Hertogenbosch 1775 - aldaar 1854

Katholiek. Vader Cornelis (Vessem 1737 - Den Bosch 1790) vestigde zich in Den Bosch als wijnhandelaar en brander. Zoon Henricus kreeg spoedig veel invloed in deze stad. Al in 1814 trad hij inzake geschillen over de Sint Jan, waarvan hij rentmeester was, op namens de katholieke gemeenchap. Hij maakte carrière in het belastingswezen: na 1814 was hij provinciaal ontvanger der indirecte belastingen, tevens arrondissementsontvanger in Den Bosch, tevens ontvanger van het stadsbestuur. Hij was regent der godshuizen en commissaris der armscholen, beide in Den Bosch. Vanaf 1826 zat hij in P.S., vanaf 1834 in G.S.

Oudste broer was Martinus F., wijnhandelaar, regent der weeshuizen, 1824-1839 lid van P.S. Broer Franciscus A. was deken van Boxtel. Jongere broers waren Mr. Johannes, lid van de Bossche rechtbank, Josephus, wijnhandelaar, regent der gevangenissen, commissaris der armscholen, raadsid en lid P.S. 1818-1829 en 1835-184, en tenslotte Antonius.

371

A.F.J. van Kempen, Gouvernement tussen Kroon en Statenfacties LXXVI (1988) 371

9 april 1854

Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 300

Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) 274, 278, 293

Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 133, 134, 138, 142, 144, 145, 340, 342, 367, t5.2, t6.3, t7.1

H.F.J.M. van den Eerenbeemt en M.F.A. Linders-Rooijendijk, Vreemde militairen in een gesloten samenleving LXVII (1986) 7

A.F.J. van Kempen, Gouvernement tussen Kroon en Statenfacties LXXVI (1988) 85-86, 133, 144, 160, 164-165, 176n, 187, 213, 225-228, 231-232, 251-254, 257-258, 261-270, 276, 286, 288, 290, 294, 312, 333, 339-340, 350, 370-371