Gedoopt in de St. Jan 19 juli 1767, vader Albertus Leonardus, koopman en mede-oprichter van het R.K. Weeshuis te 's-Hertogenbosch in 1778, 5 september 1762 voor schepenen | 560 |
getrouwd en 19 juni 1786 begraven, moeder Catharina Heeren, begraven 15 februari 1808 oud 64 jaar (S 48, 566, 570, 571 en 585, Schutjes IV blz. 521 en Voorname huizen II blz. 570); doopgetuige in de St. Jan en St. Pieter in december 1806 (S 49); in 1790 ingeschreven aan de Leidse Universiteit (Alm. Stud. L-B blz. 1171); practiserend advocaat (Bossche Almanak 1796-1810); 23 juni 1795 benoemd tot secretaris van het Dep. Bestuur van Bataafs Braband en 18 mei 1798 van het Interm. Adm. Bestuur van het voorm. gewest Bataafs Braband (A.R.A. S.s.k.L. 629 en Uitv. Bewind 27 d.d. 29 mei 1798 no 4); 30 maart 1799 benoemd tot secretaris bij het Dept. Bestuur van de Dommel te 's-Hertogenbosch (Res. Dep. Bestuur de Dommel 30 maart 1799 blz. 5); in 1804 secretaris van het Dep. Bestuur van Bataafs Braband, gecontinueerd bij Staatsbesluit van 19 juli 1805 no 1, verzocht 31 maart 1806 no 26 nieuwe acte van commissie (A.R.A. S.s.k.L. 629 en Bat. Alm. 1804); van 1806-1810 secretaris-generaal bij het landdrostambt van Braband (Kon. Alm. 1807 en 1809 en Bossche Alm. 1810); had in 1810 een tractement van ƒ 3500,- (A.R.A. coll. Elout 64); van 1811-1814 rechter van instructie en van 16 februari 1814 tot zijn overlijden in 1831 vice-president van de rechtbank van Eerste Aanleg te 's-Hertogenbosch (A.R.A. Just. no 9 en Min. van Justitie 5022, Alm. Dép. Bouches du Rhin en Alm. van N.Br.); woonde in 1812 Hinthamerstraat C 573 en in 1831 St. Jorisstraat F 160; ongehuwd overleden te 's-Hertogenbosch 20 december 1831 (N.B.S. 's-Hertogenbosch). | 561 |
A.F.J. van Kempen, Gouvernement tussen Kroon en Statenfacties LXXVI (1988) 70
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest II (1953) 560-561
A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch (1910) II. 570