Gedoopt in de Grote kerk 15 augustus 1747, vader Abraham, drossaard van St. Michielsgestel, oud-schepen en raad van 's-Hertogenbosch en rentmeester der geestelijke goederen over de kwartieren Oisterwijk en Kempenland, moeder Florentia van Woerkom, gedoopt in de Grote kerk 4 januari 1719, dochter van Florentius en Geertruid van der Horst, begraven in de St. Janskerk 5 december 1771 (S 77, 78, 123, 569, Ned. Patr. 1915 blz. 377 en Voorname huizen I blz. 221); trouwt voor schepenen 12 november 1780 met Antonia Emilia van Heurn, gedoopt in de Grote kerk 11 januari 1756, dochter van mr Frans, schepen en raad, en Martha Christina Collot d'Escury, overleden 17 en begraven 17 april 1795, en in 2e echt te 's-Gravenhage 18 october 1795 met Sabina Wilhelmina Mollerus, gedoopt in de St. Jacobskerk te 's-Gravenhage 2 februari 1752, dochter van Johan Hendrik | 556 |
baron Mollerus en Mellina Anna Alberta van Nijenstein (S 78, 540, 570, 's-Hert. Vad. Crt 21 april 1795, Ned. Patr. 1915 blz. 344, Voorname huizen I blz. 274 en II blz. 435, Kok, Vad. Wrdbk. X blz. 460 en N.L. 1901 blz. 166); vijf kinderen gedoopt in de Grote kerk tussen 1782 en 1796, waarvan vier van Antonia Emilia van Heurn (S 79); in 1769 ingeschreven aan de Leidse Universiteit (Alb. Stud. L-B blz. 1098); in 1772 medicinae doctor te 's-Hertogenbosch tevens stads- en landsdoctor en verbonden aan de stad, het hospitaal en de armen en in 1778 lid van de Mij der Wetenschappen te Haarlem (A.R.A. Wetg. Colleges 448 d.d. 13 februari 1796 en S 's-Hertogenbosch 123); schepen te 's-Hertogenbosch in 1781, 1782 en 1791, gezworene in 1793 en kerkmeester in 1795 (Van Zuylen XVI, S 567, A.R.A. Staten-Generaal 8006 en Bossche Alm. 1796); had in 1794 bij de nadering der Fransen zijn echtgenote met vier kinderen naar Den Haag gezonden, doch was zelf op zijn post gebleven (A.R.A. Req. Staten-Generaal 7875 d.d. 11 november 1794); verzocht en verkreeg 13 februari 1796 ontslag als 2e plaatsvervanger voor het district Tilburg in de 1e Nationale Vergadering (A.R.A. Wetg. Colleges 447); in 1801 door het Uitv. Bewind benoemd tot lid van de Commissie v. geneesk. Bestuur voor het departement de Dommel (A.R.A. Uitv. Bewind 354 exh. 16 september 1801 no 14 en 16 october 1801 no 27); begraven 28 april 1802 (S 570). Portret in Th. Verster, Het geslacht Verster blz. 28. | 557 |
Mr. J. Belonje, 'Een vervormd gedenkteken te Vught' in: De Brabantse Leeuw 28 (1979) 64
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 33
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest II (1953) 556-557
A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch (1910) I. 221, 247; II. 435
R.A. van Zuijlen, Naamlijst en wapenkaart der leden van de regering de pensionarissen, griffiers en secretarissen van 's Hertogenbosch (1863) XVI