Cler. Luik, A. 1528 (1528) Den Bosch Jan van Ravesteyn was vermoedelijk een zoon van Henrick van Ravesteyn. Hoewel hij zijn notariële akten en afschriften meestal als Johannes Sterck de Ravesteyn ondertekende noemt hij zich onder sommige afschriften ook Johannes de Ravesteyn. In andere bronnen komt hij uitsluitend onder de laatste naam voor. Aangezien er in de eerste helft van de zestiende eeuw nog minstens twee andere personen van deze naam in Den Bosch leefden is hij moeilijk te identificeren. De volgende gegevens zullen op de notaris van toepassing zijn. Johannes, filius quondam Henrici de ravesteyn werd op 1 april 1500 door heer Mathijs, priester, zoon van Willem Henrics Donck, gemachtigd tot het innen van diens cijnzen en pachten. Johannes, filius Henrici de Ravesteyn, clericus, wordt ook genoemd als getuige bij het testament dat Wouter, weduwe van Vranck Henricx van Bree, op 3 februari 1504 in haar woonhuis aan de Oude Dieze maakte ten overstaan van heer Dirck Spijs (nr.369). Op 26 mei 1522 assisteerde Johannes de Ravesteyn samen met Dirck van Lieshout (nr.243) de notaris en secretaris Symon van Couderborch (nr.225) in diens woonhuis bij het maken van een collatie. Op 30 januari 1526 assisteerde hij als Johannes de Ravesteyn, clericus Leodiensis diocesis ac incola opidi de Buscoducis, op de Bossche schrijfkamer bij eenzelfde handeling de notaris en secretaris meester Peter van Os (nr.292). Vermoedelijk was Jan in deze tijd dus secretarieklerk. 1) Op 21 februari 1528 trad hij zelf op als notaris toen de drie executeurs-testamentair van heer Gelden van Zoemeren, kapelaan van het Groot Gasthuis, een aantal akten aan de meester van Gasthuis in bewaring gaven. Op de achterzijde van het instrument dat hij hiervan maakte tekende hij ook twee concepten op waarin verklaard werd dat op 26 juni 1528 nog een andere akte in bewaring was gegeven en dat een tweede akte onvindbaar was. Verder zijn alleen enkele door Jan gecollationeerde afschriften van oorkonden betreffende de kapel te Volkel bewaard. Op 13 april 1529 was een Johannes de Raevesteyn nog als getuige aanwezig bij het testament van heer Huybert Lambaert Ziberts soen alias Bottel. Misschien is hij dezelfde als de notaris. Dat geldt ook voor de Jan, zoon van Henrick, zoon van Willem van Ravesteyn, die op 9 december 1530 samen met zijn broer Herman aan twee zusters beloofde een lijfrente te zullen betalen uit Jans akker te Boxtel en uit Hermans huis, erf en tuin te St.Michielsgestel. Een naamgenoot, meester Jan Henrickx van Ravesteyn, wordt achtereenvolgens genoemd als onderpastoor van Vlijmen (1530), waarnemend pastoor van Esch (1532-1537) en rector van dezelfde parochie (1541-1566). Toen deze in 1571 toestemming kreeg zijn testament te maken was hij inmiddels geen pastoor meer. 2)
|
Noten | |
1. | Bijlage II 225.11, 292.7, 369.2, vgl. 14.39, 60.17, 309.3.2, 309.4.2; GAH, RA 1268, fo.144v (1 apr.1500); Zie voor Jan van Ravesteyn ook de zettinglijsten: GAH, OA B12 (1502/03: Hinthamerstraat), B13 (1503/04: idem), B15 (1505/06: idem), B16 (1511/12: Hinthamerstraat en Verwerstraat), B53 (tweemaal Orthenstraat), B59 (1552/53: Hinthamerstraat, Orthenstraat en Vughterdijk). |
2. | Bijlage II 242.1, 374.1, 374.2; GAH, RA 1313, fo.49r (9 dec.1530), vgl. RA 1313, fo.153v (1 mrt.1531: Jan Peters van Ravesteyn), RA 1527, fo.409v-410r (10 sept.1626: verwijzing naar een akte van 4 nov.1541 waarbij een huis in de Peperstraat werd overgedragen aan Niclaes die Quaede, sone wylen Jans van Ravensteyn); Afschriften gecollationeerd door Jan: SABNOV, Par.Volkel (3 sept. en 6 okt.1455); Meester Jan Henrickx van Ravesteyn: Bannenberg e.a., De oude dekenaten, II 356, 357, 431; Juten, Consilium, 94; Bijsterveld, Laverend, 478 nr.157; Een heer Jan Sterck van ’s-Heerenberg wordt van 1534 tot zijn dood op 5 nov.1540 vermeld als abt van Marinweerd, zie: Van der Velden, "Het abbatiaat", 105, 106-107; OLVB 49, fo.36r; RANB, Coll.Mart. 13 nr.510; Zie verder: Schillings, Matricule, III 693 nr.318 (Joannes, filius Joannis Theodrici de Ravesteyn, imm. 28 febr.1523), IV 644 nr.32 (Joannes Sterck Buscoducensis, imm. sept.1562); Van Rooij, Het oud-archief, I 309 nr.3723, II 358 nr.1305, 376 nr.1370; Schutjes, Geschiedenis, III 569 (meester Joannes Sterck, kanunnik te Eindhoven sinds 17 apr.1531); Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, I 239 (1560/61: Gertruyt, dochter van meester Jan Sterck), II 217-218, III 93; De Ridder-Symoens e.a., les livres, 1.2.2 245 nr.941 (Joannes Sterck Bruxellensis, imm. Leuven 21 juli 1529, imm. Orléans 1533, licentiaat Romeins recht 1535). |