Gedoopt in de St. Jan, St. Cathrien en St. Pieter 12 maart 1745, vader Joannis, ondertrouw voor schepenen 23 april 1735, moeder Gertruda Magnin, geboren te Nijmegen, in 1735 wonende te 's-Gravenhage, begraven 19 juli 1797 (S 46, 114c, 217 en 570); ondertrouw voor schepenen 7 en trouw 24 november 1793 met Agnes Maria Habraken Thomasdochter (S 135 en 274); in 1794 regent van het Geoctroyeerd Rooms Arm- en Weeshuis ('s-Hertogenbosch Rep. Alm. 1794-1795); in 1803 door het Dep. Bestuur van Braband tot lid van het gemeentebestuur van 's-Hertogenbosch benoemd, gecontinuerrd tot 1810 (A.R.A. S.s.k.L. 115, Kon. Alm. Bossche Alm 1810 en Alm. van N.Br.); in 1810 opperbrandmeester bij de spuit in de St. Jorisstraat (Bossche Alm.); in 1815 raad der stad 's-Hertogenbosch (Alm. van N.Br.); 30 october 1916 plaatsvervangend rechter in de rechtbank van Koophandel te 's-Hertogenbosch (A.R.A. Keizerl.- en Hooggerechtshof 19); overleden te 's-Hertogenbosch 11 augustus 1826 (N.B.S. 's-Hertogenbosch). | 533 |
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 296
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest II (1953) 533