2.10.50. Inventaris van het archief van het Ministerie van Koloniën, 1815-1949 (1954)

NL-HaNA 2.10.50 137 0093

• Bij het 6e Reg^t Inf^ie voor vijf jaren als loteling der ligting van 1845 uit de provincie Noordbrabant gemeente 's Bosch onder No 321 den 16 mei 1845.
• Overgegaan als gedetacheerd bij het Korps Mariniers als 3e Klass voor zes jaren met f 20 handgeld 2 september 1845.
• Aan boord Etna in 1846. In Oost Indië aangekomen de 19 juli 1847. Gebarkeerd geweest te Sangsit bij gelegenheid der 3e Balische Expeditie den 15 en 16 april 1849. Met een gewapende groep verkenningen gemaakt van Laboena Amok naar de baai Tadang Cove den 13 mei 1948. Gedebakeerd te Laboena Amok den 24 mei 1849. Met het Marine B^on opgerukt naar Soengy Lawas aldaar en vijandelijk treffen bijgewoond en te Kasoemba geembarkeerd den 25 mei 1849. Over aan boord Nehalemia in 1851. Over aan boord Bromo 1851 en 1852. Uit oost Indie vertrokken den 28 september 1851.
• Met paspoort bij expiratie van dienst den 8 maart 1852.
• Bij het 3e Reg^t Inf^ie op den 4 mei 1853 ingedeeld als milicien voor den tijd van vijf jaren zijnde plaats vervanger voor S. Mulders Hendrikus den ligting 1853 uit de provincie Noordbrabant gemeente St. Michielsgestel onder no 21.-
• Op den 29 januari 1854 overgegaan bij de staande Armee? met eene vrijwillige verbintenis voor den tijd van zes jaren krachtens art. 171 der Wet op de van 8 januari 1817 en ? van den provincialen kommandand^t van Noord Brabant voor premie toegestaan f 20.-
• Op den 15 mei 1858 als milicien ge?eerd en als vrijwilliger aangemerkt op den 26 november 1858
• Overgegaan bij het koloniaal Werf? depot met een nieuwe verbintenis voor den tijd van zes jaren te rekenen integaan met den dag van inscheeping naar de overzeesche bezittingen met f 80 premie ?. 15 November 1858 No 24 B.-
• Op den 26 November 1858 overgenomen als soldaat van het 3e Regiment Infanterie.
• Overleden op het hospitaalschip Philips van Marnix den 4 maart 1860.

nationaalarchief.nl