Heer van Sandenburg, geboren 8 mei 1684, overleden 8 augustus 1747, zoon van Johan Carel en Constantia Coymans. Als krijgsman nam hij deel aan den slag bij Oudenaarden (1708) het beleg van Gent (1708) en van Doornik (1709). In den slag bij Malplaquet (1709), waar hij gewond werd, benoemde de generaal van Nassau-Woudenberg hem tot zijn adjudant-generaal. Later werd hij eigenaar en kolonel van een regiment infanterie en commandant van Sas van Gent en het fort St. Antoon. Bij het uitbreken van den oorlog met Frankrijk (1744) werd hij tot luitenant-generaal bevorderd en ontving hij het bevel over de 6000 man hulptroepen, die de Staten-Generaal naar Engeland zonden. Van daar teruggekeerd verving hij in den slag bij Rocoux den aldaar gesneuvelden generaal-majoor Veldman en werd wederom gekwetst. Op vrij hoogen leeftijd werd hij bij den inval der Franschen in Staats-Vlaanderen benoemd tot opperbevelhebber over de troepen in Zeeland. Hij overleed echter in het hoofdkwartier te Capelle en werd in het graf der familie van Tuyll van Serooskerken begraven. Hij was gehuwd met jonkvr. Eleonora Sophia Borre van Amerongen. | 1329 |
Bronnen | |
• | Bosscha, Neęrlands Heldendaden te Land II, 557, 565, 586, 592, 601, 602 |
• | Ned. Jaarb. v. 1747 |
• | Blok, Geschiedenis van het Nederlandsch volk VI, 197, 208. |
C.J. Gudde, Vier eeuwen geschiedenis van het garnizoen 's-Hertogenbosch (1958) 104
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 444
P.Th.J. Kuyer, Rondom en in het gouvernement (1973) 5, 103