15 februari 1930
geboren: 28 februari 1873
Als monteur van een machinefabriek te Dresden kwam deze Duitser de nieuwe machines voor de eerste de Gruyters-fabriek aan de Smalle Haven monteren en allen die deze man in de groei der fabrieken en van de daarbij behorende installaties hebben kunnen volgen, zullen onderstrepen hoe belangrijk en vooruitstrevend de beslissing van de heer Lambert de Gruyter was toen hij deze heer Scholz in 1905 niet meer naar Duitsland liet teruggaan doch hem met blijkbaar hechte zekerheid voor goed aan het bedrijf 'de Gruyter' verbond. | 9 |
Onder zijn bekwame leiding hadden de oorspronkelijke grutterswaren de volle aandacht. Er kwamen belangrijke koffie- en theefabrieken, er ontstond een vooraanstaande chocoladefabriek terwijl de heer Scholz in de latere jaren nog pionierswerk mee verrichtte voor Drukkerij - Jam - Soepen en Vermicelli, voor welke artikel-groepen later geheel afzonderlijke fabrieksgebouwen zouden verrijzen.
Mede op aandrang van zijn Directie bezocht de heer Scholz regelmatig binnen- en buitenlandse fabrieken en tentoonstellingen, waardoor hij goed op de hoogte bleef en ervaring opdeed teneinde steeds op deskundige wijze te kunnen adviseren inzake verbeteringen resp. uitbreiding van het machine-apparaat.
De adviezen van de heer Scholz werden ook graag ingewonnen door onze binnen- en buitenlandse dochter-ondernemingen, zodat hij niet allen de grote bedrijfsleider van de Bossche fabrieken was maar tevens een gewaardeerd adviseur van het gehele bedrijf.
Op 65-jarige leeftijd trok de heer Scholz zich uit het bedrijfsleven terug om van een welverdiend pensioen te gaan genieten. Zij die direct onder hem gewerkt hebben o.a. de heer W. Peynenburg, die jarenlang zijn assistent was, zullen met dankbaarheid terugdenken aan de samenwerking met deze eenvoudige doch bekwame bedrijfsleider.
Ofschoon de heer Scholz met een Hollandse dame trouwde en dus een Hollands gezin opbouwde, bleef hij zich - zulks in afwijking van de vele andere Duitsers, die we in de zaak hebben meegemaakt - weinig inspannen om behoorlijk Hollands te praten. Zijn spraak was in 1937 nog even Duits-gemengd als in 1912, zodat hij voor zijn omgeving toch steeds 'Duitser' bleef. Met deze betiteling kon het gemakkelijk gebeuren dat hij in de na zijn pensionering volgende jaren der Duitse bezetting als 'Deutsch-freundlich' werd beschouwd. Persoonlijk kennen we gelukkig geen details van eventuele anti-Hollandse daden, zodat we zonder enige reserve met waardering blijven denken aan deze 'de Gruyters-pionier', die met zijn 'Herrn Lamberr' zoveel voor de zaak kon tot stand brengen.
De heer Scholz overleed in januari 1951, zeer merkwaardig in dezelfde maand als zijn voornaamste directeur, de heer Lambert de Gruyter.
| 10 |
Nel van der Heijden Rogier, Slager : Acht Bossche kunstenaars en een museum (2015) 61
Paul Kriele, De Gruijter's Snoepje van de Week (1992) 227
J.A.L. van de Sanden, Bedrijfsgeschiedenis I-V (1912-1968) I. 9-10; II. 53, 62
Museum Slager, Piet Slager 1871-1938 : Aspecten uit het Bossche verleden (1988) Zaal VI No. 4