Groningen 29 mei 1837 - 's Gravenhage 11 juni 1924Diverse juridische en politieke functies. Huwde Groningen 1863 Johanna Catherina Ermerins (Middelburg 29 oktober 1839 - 's Gravenhage 29 november 1906) (dochter van François Zacharias en Barta Antonia van der Feen). In (pj) 1875 raadsheer provinciaal gerechtshof te 's-Hertogenbosch, provinciaal college van toezicht Nederlands-Hervormde kerk en bestuurslid Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen. | 327 |
geboren te Groningen 29 mei 1837, overleden te 's-Gravenhage 11 juni 1924
Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. | 90 |
Protestants politicus; voorman van de christelijk-historischen. Aristocratische, maar ook temperamentvolle Groninger die driftig kon reageren en zich soms zeer scherp uitliet tegen politieke tegenstanders. Stond echter wel open voor argumenten van anderen. Had een sterk juridische inslag bij de benadering van vraagstukken. Werd in 1879 Tweede Kamerlid voor de antirevolutionairen en bleef dat tot 1921 (onderbroken door een kort ministerschap in het kabinet-Mackay en enige jaren in de Eerste Kamer). Brak samen met Kuyper met de Hervormde Kerk, maar keerde zich later af van de antirevolutionaire voorman. Van 1884 tot een conflict in 1896 hoogleraar aan de VU. Voor- en nadien rechter. Als vooraanstaand, invloedrijk staatsman was hij tot op hoge leeftijd één van de belangrijkste adviseurs van koningin Wilhelmina. |
Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (1979) 522-525
J.M.A. Boots, P.H.A. Calis, F. van den Heuvel en W. de Vries, Het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch 1838-1988 (1988) 90
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 77-79, 186, 189
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) 212, 292; Bijlage 30, 138, 141, 147
Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 327
Marlies Enklaar e.a., Het oog van Jan Veth : Schilder en criticus rond 1900 (2023) 132
G.Chr. Kok, Van Raad van Brabant naar gerechtshof 's-Hertogenbosch (2008) 96-107, 279, 317
A.M. Lauret, Per imperatief mandaat X (1967) 158
Elisabeth Leijnse, Cécile en Elsa, strijdbare freules (2017) 213, 239
Nederland's Adelsboek (1905) 427, 428; (1924) 454; (1926) 90-92; (1928) 455; (1930) 84-86; (1934) 83-84; (1936) 470; (1938) 83-85; (1940) 617; (1941) 399; (1948) 426-427; (1955) 128; (1956) 497-498; (1960) 123; (1962) 399-400; (1967) 117; (1968) 396-397
Onze Afgevaardigden (1905) 254, 255
E.B.F.F. Wittert van Hoogland, Portret-album van den Nederlandsche adel (1937) LIII