Arnoldus Sartoris
Bichelaer, van den
345. Sartoris, Arnoldus - (alias Posteleyns) de Roda Sancte Ode
|
Cler. Luik, A.L. 1517-1535 (1517-1535) Den Bosch Arnt Snyders off Posteleyns werd vermoedelijk in St.Oedenrode geboren. Hij zal een verwant zijn geweest van de Jan Jan Posteleyns aan wie de meester van het Groot Gasthuis op 25 april 1493 alle roerende en onroerende goederen overdroeg die het Gasthuis waren aangekomen door de dood van Evert Brock (vgl. nr.69). Ongeveer tezelfdertijd verpachtte de meester van het Groot Gasthuis aan hem het goed geheten "Gelach", voorheen toebehorend aan dezelfde Evert Brock en gelegen te "Eversoey" (Everse) in de parochie van St.Oedenrode. Arnt Snyders stelde als notaris van het dekenaat Woensel in 1517 en 1522 een viertal akten op die hij ondertekende met zijn paraaf en handtekening (Arnol. Sartoris). Van 1517 tot 1535 is hij tevens bekend als openbaar notaris en als kapittelnotaris van de Bossche St.Jan. Verreweg de meeste van de ongeveer twintig akten die uit deze periode van hem bewaard zijn vervaardigde hij in opdracht van het kapittel. Zo installeerde hij al op 14 november 1517 in opdracht van de vice-deken en het kapittel meester Henrick Fabri (nr.124) als rector van het St.Anthoniusaltaar in de St.Jan. Een enkele keer trad hij ook buiten Den Bosch op als notaris, zoals in Berne en Berlicum (1520), Aalburg en Herpt (1531) en Oirschot (1532). Pas vanaf omstreeks 1523 voegde hij in zijn onderschrift achter zijn achternaam Sartoris ook de aliasnaam Posteleyns of Postuleyns toe. Verder vermeldt hij vanaf 1531 dat hij als notaris is geadmitteerd of gecontinueerd door de Geheime Raad en de Raad van Brabant. In 1528 stelde hij een akte op samen met heer Marten Slegers (nr.358). Hoewel Arnt Snyders bijna twintig jaar lang kapittelnotaris was is verder vrijwel niets van hem bekend. Hij wordt éénmaal als getuige vermeld in een akte van heer Claes Hoyberchs daterend van 17 juli 1518. Arnoldus Sartoris, notarius, was toen op de kapittelplaats van de St.Jan aanwezig bij de verlening van een kwitantie door deken en kapittel. Uit deze vermelding blijkt alleen dat hij in 1518 geen priester was. Vermoedelijk overleed Arnt in 1535 of 1536. Hij werd toen als kapittelnotaris opgevolgd door meester Cornelis Coggen (nr.220) die ook enkele afschriften van zijn akten maakte en zijn protocollen zal hebben overgenomen. 1) |
| Noten | |
| 1. | Van Rooij, Het oud-archief, II 452 nr.1632, 466 nr.1682; AAB I, IV.D.9 (22 juni 1517), IV.D.11 (5 nov.1517), IV.D.12 (idem), IV.D.19 (14 mrt.1522); Bijlage II 182.24, 345.1 t/m 345.12; Akten van na 1531: SAADV, RA Boxtel 62 (1539-1542), band (Oirschot, 6 dec.1532); ABH, ZZ 340 (20 okt.1534); RAH, St.Truiden 1832 (3 en 16 juni 1535); RAU, Oudm. 1886 (14 aug.1535); Onvolledig afgeschreven akten: AAT II, 125, fo.50v-53r (30 sept.1528), fo.58v-59r (1529); Door Arnt gecollationeerde afschriften: GAH, GG 60 nr.3 (afschriften van vijf akten uit 1530 en 1531, waarvan er één door Arnt in het Middelnederlands werd ondertekend: "Arnt Snyders off Posteleyns, notarius geadmitteert"). |
A.H.P. van den Bichelaer, Het notariaat in Stad en Meierij van
Bossche Encyclopedie |