Cler. Luik, I. 1462 (1462) Den Bosch Jan vander Bruggen stelde op 29 mei 1462 in de Arnt Berwoutstraat het testament op van heer Lucas Willem Lucass, priester en poorter van Den Bosch. Op 18 januari 1470 werd door schepenen van Den Bosch een vidimus van dit testament gegeven. Hoewel verder niets met zekerheid van de notaris bekend is kunnen de volgende gegevens op hem van toepassing zijn. Johannes de Ponte uit het bisdom Luik liet zich in 1452 aan de Leuvense universiteit inschrijven. Johannes vander Bruggen was omstreeks 1456 rentmeester van het St.Janskapittel. Johannes, filius quondam Laurencii vander Bruggen, droeg op 7 november 1433 alle goederen die hij van zijn vader Laureyns had geërfd en die hem na de dood van zijn moeder Lysbeth zouden toekomen over aan een Bossche secretaris ten behoeve van Jan van Spreeuwel en van Johannes dictus vander Bruggen, natuurlijke zoon van wijlen dominus Laurencius de Gorop. Degene die de goederen overdroeg zal dezelfde zijn geweest als de Johannes de Ponte alias de Eyck die omstreeks 1460 getrouwd was met Mechtelt, dochter van Gerit Michiels van Breda en van Margriet, dochter van Jan Broet (vgl. nr.152). Mechtelt wordt vanaf 1478 vermeld als zijn weduwe en woonde toen op de Vughterdijk. Op 9 januari 1478 droeg ze haar vruchtgebruik in een hofstad aan de Zijle over aan haar zoon Laureyns. Deze komt ook voor onder de naam Laurentius van Eyck alias vander Bruggen en was in 1475 één van de vier meesters van de huisarmen op de Vughterdijk. Volgens Van Sasse van Ysselt overleed Laureyns omstreeks 1517 en had hij een zoon geheten meester Goyart vander Bruggen alias van Eyck die omstreeks 1521 overleed. 1) Verder treedt een dominus Johannes de Ponte de Heyst - in het Middelnederlands geheten heer Jan vander Bruggen van Heyst - tussen 1461 en 1497 veelvuldig op als getuige in akten van heer Jan Amelrijcx (nr.5) en van heer Henrick vanden Loe (nr.246). In 1461 en 1467 verbleef hij tijdelijk in Den Bosch maar woonde hij nog te Oss. In 1478 en 1479 wordt hij vermeld als absent rector van het St.Barbara-altaar in deze laatste plaats. Hij was toen inmiddels naar Den Bosch verhuisd waar hij van 1479 tot 1497 bekend is als beneficiant van de St.Jan. Het is onzeker of hij ook dezelfde is als de Johannes de Ponte die van 1472 tot 1485 genoemd wordt als vicaris van Knegsel en die op 22 september 1474 als zodanig werd beboet wegens incontinentie met Katherijn van Asten, zijn bediende. 2)
|
Noten | |
1. | Bijlage II 320.1; Reusens, Matricule, 173 nr.40; GAH, RA 1204, fo.133v (7 nov.1433), RA 1218, fo.419r, fo.429r (1447/48), RA 1219, fo.296r (1448/49), RA 1222, fo.245r (22 dec.1451), RA 1226, fo.530v (1455/56), RA 1231, fo.161r-162v (1460/61), RA 1239, fo.130r (1469/70), RA 1247, fo.126v (9 jan.1478), RA 1261, fo.351v (25 okt.1491), RA 1268, fo.240r-v (28 jan.1500); Van Rooij, Het oud-archief, I 88 nr.1884, II 387 nr.1413, vgl. 282 nr.1393; Meester Goyart vander Bruggen was getrouwd met Jutken, dochter van Otto Jacops. Hun dochter Ermgart trouwde met Bartholomeeus Loeff vander Sloot die meerdere malen schepen was van Den Bosch. Ermgarts moeder Jutken hertrouwde eerst met meester Henrick Loeff junior en later nog eens met Henrick van Dickberch geheten van Staeckenbroeck. Zie: Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, I 327, II 55-56, vgl. III 51; Jacobs, Justitie, 272 vv. |
2. | Bijlage II 5.34, 5.48.1, 5.78, 5.79, 5.80, 5.85, 5.87, 5.90.1, 5.93.1, 5.94, 5.101, 246.3, 246.13, 246.24; Bannenberg e.a., De oude dekenaten, I 73, II 137, 340; Juten, Consilium, 52; Bijsterveld, Laverend, II 523 nr.931; Schutjes, Geschiedenis, IV 205; Zie ook: GAH, RA 1252, fo.139v (1482/83), RA 1257, fo.452r (1487/88). |