Gedoopt in de Grote kerk 10 november 1733, vader Cornelis Martinus, procureur en schepen, moeder Joanna Maria Cramer, dochter van de heer van Geffen (S 77 en Voorname huizen II blz. 307 en Wapenher. 1902 blz. 192); ondertrouw voor schepenen 10 mei 1777 met Sophia Cornelia Spille, gedoopt in de N.H. kerk te Waddingsveen 28 november 1752, dochter van Jan Hendriksz, bij zijn huwelijk 20 januari 1732 wonende te Gouda en Maria Hovenier Jansdochter, overleden te 's-Hertogenbosch 6 februari en begraven in de St. Jacob 9 februari 1802 (S 356, 570, D Waddingsveen 1 en 11 en Krantenknipsels C.B.v.G.); in 1750 ingeschreven aan de Leidse Universiteit (Alb. Stud. L-B blz. 1030); 1752 - november 1802 notaris te 's-Hertogenbosch (Hartong blz. 190 en Res. Departementaal Bestuur de Dommel 30 november 1802 no 13); van 1761 tot zijn overlijden advocaat te 's-Hertogenbosch (Voorname huizen II blz. 461 en Bossche Alm. 1796-1802); in 1794 en 1798 regent van het gereformeerd Weeshuis, gekozen uit de burgerij, en in 1798 havenmeester te 's-Hertogenbosch, in welke laatste post hij in 1802 om herstel verzocht ('s-Hertogenbosch Rep. Alm. 1794-1795, Bossche Alm. en A.R.A. Ag. van Justitie 167 no 334, Besl. Staatsbew. van 5 april 1802 no 60 en Res. Departementaal Bestuur de Dommel 14 april 1802 no 5); van 13 augustus 1795 - 31 december 1800 ontvanger van de 20e, 40e en 80e penning (Gewestelijk Bestuur 319); in 1797 als griffier van het Hof van Justitie vaar Bataafs Braband aangesteld tot rentmeester der exploiten, tot 12 maart 1802 in functie (Res. Repr. Bataafs Braband 14 april 1797 no 11 en Gewestelijk Bestuur 312-318); was in september 1802 gewezen griffier van het Hof van Justitie (Res. Departementaal Bestuur de Dommel 14 september 1802 no 11); begraven 18 mei 1805 (S 570). | 489 |
's-Bosch. Imm. Leiden 8 september 1750 (rechten). Promoveerde 27 november tot I.U.D. op „se Ritu nuptiarum”. Gedoopt (prot.) 10 november 1733; zoon van Cornelis, procureur, schepen, en Johanna Maria Cramer. Ondertrouwde te 's-Bosch 10 mei 1777 Sophia Cornelia Spille. Te 's-Bosch notaris (1752-1802), advocaat (1761-1805), belastingontvanger (1795-1800) en griffier van het Hof (tot ca. 1802). Begraven te 's-Bosch 18 mei 1805.ASL, 1030; BLU, V, 301; Mommers, Brab., 489 | 565 |
Minuutakten. 1752-1802. 24 banden.
N.B. Met indices in elke band.
| |||
3299 |
Index der akten. 1752-1802. 1 deel. |
H. Bots, J. Matthey, M. Meyer, Noordbrabantse studenten (1979) 565
P.C. Molhuijsen (e.d.), Bronnen tot de geschiedenis der Leidse Universiteit (1919-1924) V. 301
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest (1953) 489
G. du Rieu (ed.), Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae MDLXXV-MDCCCLXXV (1875) 1030
A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch (1910) II. 307, 461