Cler. Luik, I.L. 1439-1444 (1439-1446) Den Bosch Jan Pels werd in Den Bosch geboren als zoon van een zekere Rembout Pels. Er leefden in zijn tijd diverse naamgenoten in Den Bosch waaronder ook een Jan Gerits Pels, neef van heer Dirc (nr.311), en een Jan Ghijsbrechts Pels, broer van heer Dirc. In hoeverre Jan Rembouts Pels aan heer Dirc verwant was is onbekend. Vermoedelijk is hij dezelfde als de Johanne Pels de Buscoducis die in mei 1430 te Leuven zijn baccalaureaat behaalde nadat hij zich in 1429 aan de universiteit had ingeschreven. Omstreeks 1440 was hij secretarieklerk in Den Bosch waar hij tussen 1439 en 1444 ook als notaris werkzaam was. Hij schreef zijn akten meestal zelf maar een akte uit 1440 liet hij ingrosseren door heer Philips van Boningen (nr.60). In 1439 stelde hij een testament op in Oostelbeers en in 1443 maakte hij een collatie van een testament in Helmond. De overige elf akten werden in Den Bosch opgesteld, waarvan zes in zijn woonhuis achter het Stadhuis. Dit woonhuis was de herberg "Int Wilt Verken" aan de Zijle. Vermoedelijk huurde hij er één of meer vertrekken. In de akten die hij hier opstelde treden als getuige vaak clerici op die net als hij in de secretarie werkzaam zullen zijn geweest. Tussen 1439 en 1441 komt Jan zelf als getuige voor in akten van de notarissen heer Jan Osman (nr.293), heer Jan die Gruter (nr.157) en heer Philips van Boningen (nr.60). De officiaal van Luik wees hem op 17 augustus 1439 de protocollen toe van heer Dirc vander Masen (nr.272) en van Jan Cousmeker (nr.226), en op 3 november 1440 machtigde de officiaal hem samen met heer Jan die Gruter (nr.157) en Rutger van Arkel (nr.14) om grossen op te stellen van het testament van Jan vanden Cloet en diens zuster Sophie. 1) Behalve klerk ter secretarie en openbaar notaris was Jan vermoedelijk ook nog rentmeester van het St.Janskapittel. Al op 29 september 1440 nam hij als notaris samen met heer Gerit Albrechts, provisor van het kapittel, namens deze instelling enkele erfcijnzen in ontvangst van de twee proosten van de O.L.V.-broederschap. Vervolgens wordt een Johannes Pels in een akte van 19 juli 1441 onder de getuigen genoemd als receptor van het kapittel. Deze wordt ook als rentmeester vermeld in een verzoekschrift van 2 augustus 1447. De clericus Willem van Zeghewerp verzocht toen aan de paus om hem de prebende en het kanunnikaat in de St.Jan toe te kennen dat ontnomen was aan heer Goessen Kemp nadat deze Johannes Pels, clericus dicte [Leodiensis] diocesis, reddituarius dicte ecclesie, met een mes had verwond. Dit voorval moet zich dan wel enige tijd daarvóór hebben afgespeeld want de notaris Jan Pels overleed in de eerste helft van januari 1446. Op 30 december 1445 stelde hij ziek op bed liggend in zijn woonhuis bij de Markt zijn testament op in aanwezigheid van heer Peter Mollenair (nr.269). Hij wordt in de akte aangeduid als Johannes Pels, filius quondam Remboldi, clericus coniugatus et opidanus opidi de Buscoducis. Op enkele stuivers na die hij aan de St.Lambertuskerk te Luik en de St.Jan in Den Bosch legateerde vermaakte hij al zijn bezittingen aan zijn vrouw Aleyt. Kort daarna moet hij zijn overleden. Zijn uitvaart werd betaald door de O.L.V.-broederschap, waarvan hij een gezworen broeder was, en vond plaats kort na de uitvaart van de op 28 december 1445 overleden heer Jan van Dommelen (nr.84). In de obitus fratrum werd hij onder het jaar 1445/1446 opgetekend als Johannes Pels alias Quademaet en op 15 januari 1446 werden zijn notariële protocollen toegewezen aan heer Jan Amelrijcx (nr.5). Een andere Johannes Pels was omstreeks 1507 als openbaar notaris en kapittelnotaris werkzaam te Antwerpen (presb. Keulen, A.I.). 2)
|
Noten | |
1. | Bijlage II 60.14, 157.37, 269.6, 293.5.2, 310.1 t/m 310.13; Reusens, Matricule, I 99 nr.12; GAH, RA 1211, fo.332r (1440/41); Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, II 158, vgl. 441 noot 1; Tabel 3.2, nrs.16 en 19; Een Jan Pels wordt in 1431 en 1432 ook genoemd als man van Mechtelt, dochter van Arnt Goyarts van Lyemde alias Becker en van Luytgart: Bijlage II 223.12; GAH, THG 1824 en 1825 (3 mrt.1432); Een Giselbertus Pels Dirxs was omstreeks 1480 klerk ter secretarie, zie: GAH, RA 1245, fo.210v (1475/76), RA 1251, fo.309v (1481/82); Smulders, "Over het schepenprotocol", 162. |
2. | Bijlage II 14.35, 269.6, 310.4; Göller e.a., Repertorium Germanicum, VI 604-605 nr.5910; OLVB 52, band 2, fo.200r (1445/46); OLVB 49, fo.30v; Tabel 3.2, nr.20; RAU, Dom 2426 (16 febr.1507); Oosterbosch, "Het openbare notariaat in Antwerpen", II 182 nr.146. |
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 610
Geertrui Van Synghel, De stedelijke secretarie van 's-Hertogenbosch tot ca. 1450 (2007) 162, 293, 324, 325, 411