-- -- (1487) Den Bosch Heer Boudewijn Goyarts vander Weyden fungeerde in 1479 als onderpastoor van heer Jan Gastmans alias Bye, rector van St.Michielsgestel. Hij viel blijkbaar korte tijd in voor heer Jan van Gherwen (nr.139) die van 1469 tot 1478 en van 1485 tot 1502 als onderpastoor van St.Michielsgestel bekend is. Op 9 november 1479 beloofden enkele personen ten overstaan van schepenen van Den Bosch 32 mud rogge te zullen overhandigen aan dominus Boudewinus, filius quondam Godefridi de Pascua, presbiter, en op 11 september 1482 nam dezelfde dominus Baudewinus, filius quondam Godefridi vander Weyden, in Den Bosch een aan hem beloofde geldsom in ontvangst. Blijkens een kanttekening in het Bosch' protocol die dateert van 20 juli 1487 was heer Boudewijn toen vice-cureit van de St.Jan en ook openbaar notaris. Dominus Boudewinus de Pascua, cappellanus curatus ecclesie Santi Johannis, bevestigde toen tamquam notarius publicus voor schepenen van Den Bosch dat Herman Haps en Jan Peterss alias Scuermans mochten optreden als uitvoerders van het testament dat Katherijn Jans van Hynen had gemaakt ten overstaan van heer Jan Amelijcx (nr.5). Daarna wordt heer Boudewijn in de bronnen niet meer genoemd (vgl. nr.59). 1) Vermoedelijk was hij verwant aan de Balduinus de Pascua, presbiter, die tot 1429 rector was van Kerkdriel en aan de dominus Petrus de Pascuis, presbiter secularis, die op 26 april 1487 te Vught St.Lambertus als getuige aanwezig was bij een testament dat verleden werd ten overstaan van de eerder genoemde heer Jan van Gherwen (nr.139). Een Henricus de Pascuis alias de Asten fungeerde van 1452 tot 1494 als notaris in Maastricht (cler. Luik, I.). Hij was vooral werkzaam voor heer Bartholomeeus van Eyck, deken van het St.Catharinakapittel te Eindhoven, die in Maastricht resideerde. In 1479 trad hij ook op als gemachtigde van dominus Martinus de Pascuis uit Asten die toen werd voorgedragen als rector van een altaar in Someren. Dezelfde heer Marten wordt in 1494 vermeld als zoon van Henrick Hermans vander Weyden en van Geertruyt Corneliss van Tongeren. Hij liet zich op 8 maart 1496 als dominus Martinus de Pascuis de Asten inschrijven aan Leuvense universiteit waar hij theologie studeerde. Omstreeks 1497 was hij rector van Haren. 2)
|
Noten | |
1. | Juten, Consilium, 122; Bijsterveld, Laverend, II 576 nr.1544; GAH, RA 1249, fo.141r (9 nov.1479), RA 1251, fo.624r-v (11 sept.1482), RA 1255, fo.299v (20 juli 1487). |
2. | Heer Boudewijn: Göller e.a., Repertorium Germanicum, IV 178 nr.1544; Heer Peter: Bijlage II 139.4; Henric: Doppler, Verzameling, I 390 nr.561 t/m II 34-36 nr.643; Grauwels, Regesten ... Oudenbiezen, 141 nr.403, 148 nr.424, 152-153 nr.435, 154-155 nr.440, 165 nr.472; Gehlen, Het notariaat in het tweeherig Maastricht, 281-282 nr.40; RANB, KDOG 1255 (8 juli 1462); Heer Marten: Bannenberg e.a., De oude dekenaten, I 33, 141, 142; Bijsterveld, Laverend, I 294 nr.2324; GAH, RA 1264, fo.273v (1494/95); Schillings, Matricule, 136 nr.10. |