afb. Anoniem, 1770
's-Bosch. Bezocht de Latijnse School te 's-Bosch. Imm. Leiden 16 september 1746 (theologie, 16 jaar). Verdedigde 5 november 1751 aan de Illustre School te 's-Bosch zijn „Disputatio theologica de Paschate secundo et tertio”. Geboren en gedoopt (prot.) 16 juni 1729; zoon van Hendrik en Anna Goverdina Kop. Huwde te 's-Bosch 1. Florentina van der Horst 2. Wilhelmina Martini. Vanaf 1755 predikant te Well en Ammerzoden. In 1769 beroepen naar 's-Bosch. Werd in 1771 benoemd tot hoogleraar theologie aan de Illustre School aldaar. Overleed 's-Bosch 20 februari 1780. Publiceerde.ASL, 1013; NNBW, V, 421; Glasius, III, 57; vSvY, III, 334; Sassen, St. 's-Bosch, 81; Sassen, Hoogl. 's-Bosch, 296; Smits, 190 | 562 |
Werd in juni 1738 onder rector J. Jungius (1692/93-1794) aan de Latijnse School van zijn geboorteplaats als leerling aangenomen en studeerde wijsbegeerte te Den Bosch onder E. de Joncourt (1697-1765) en theologie te Leiden, waar hij 5 oktober 1751 onder B. de Moor (1709-1780) een Disputatio theologica de Paschate secunda et tertia (Lugd. Bat. 1751) verdedigde. In het Album Studiosorum van de Leidse Hogeschool staat hij echter niet ingeschreven.
Na in 1755 als proponent te zijn toegelaten, werd hij hetzelfde jaar predikant te Well en Ammerzoden (Gld.) en 1 april 1770 te Den Bosch. Reeds twee maal, in 1763 en in 1765, had hij op een lijst van aanbeveling gestaan voor het professoraat in de wijsbegeerte, de wis- en sterrenkunde te Harderwijk, toen hij in 1772 H.G. Clemens (1701-1772) opvolgde als hoogleraar in de theologie te Den Bosch. In een nacht van dat jaar werden aan zijn huis verregaande baldadigheden gepleegd en, hoewel een beloning van ƒ 600,- werd uitgeloofd, werden de daders niet gevonden.
De belangstelling van Palier ging vooral uit naar de natuurwetenschap, in de encyclopaedische zin, waarin die in de 18e eeuw werd beoefend. Hij was lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem en van het Provinciaal Genootschap te Utrecht. Op 26 februari 1780 is hij in de
| 296 |
St. Janskerk begraven. Zijn uitgebreide bibliotheek werd 27 mei 1782 te Den Bosch publiek verkocht. Palier is 1 mei 1762 te Well gehuwd met Florentia van der Horst (1728-1773)*. Na de dood van zijn echtgenote trad hij 29 juni 1778 te Den Bosch opnieuw in het huwelijk, met Wilhelma Martini (1731-1810)*, kleindochter van Prof. A. Martini (1654-1730). Uit het eerste huwelijk werden geboren: Anna (1765-1783)*, Hendrik (1767-?)*, gehuwd te Arnhem, 3 augustus met Francisca van Goor (1769-?)*, Henriëtta Maria (1771-1774)*. Na Paliers dood traden zijn broers Jacobus (?-1801)* en Hendrik (1737-1796)* met zijn zwager Gerard van Dieden als voogden over zijn minderjarige kinderen Anna en Hendrik op.
| 297 |
1949 |
Van AlphenJohan Carel PalierGekomen van Well en Ammerzoden 1 april 1770, overleden 20 februari 1780 Van Alphen's Nieuw Kerkelijk Handboek (1949) 265 |
|
1969 |
F.L.R. SassenJohan Carel Palier's-Hertogenbosch 16 juni 1729 - 20 februari 1780 Levensberichten van de hoogleraren der Illustre School te 's-Hertogenbosch 1636-1810 (1969) 296 |
|
1970 |
F.L.R. SassenJohan Carel Palier's-Hertogenbosch 16 juni 1729 - 20 februari 1780 Studenten van de Illustre School te 's-Hertogenbosch 1636-1810 (1970) 81 |
|
2010 |
Jan van Oudheusden en Harry Tummers (red.)281. Johan Carel Palier, 1780De grafzerken van de Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : III Transept (2010) 31-32 |
M. de Haas, Bossche scholen van 1629 tot 1795 (1926) VI, 158, 266
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 224, 387, 448
Noordbrabants Historisch Jaarboek 33 (2016) 221
Kees van den Oord, Scolae de Buscho 1274-1999 (1999) II.106
G. du Rieu (ed.), Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae MDLXXV-MDCCCLXXV (1875) 1013
Ferd. Sassen, Studenten van de Illustre School te 's-Hertogenbosch 1636-1810 (1970) 81-82
F.L.R. Sassen, 'Levensberichten van de hoogleraren der Illustre School te 's-Hertogenbosch' in: Varia Historica Brabantica III (1969) 237, 292, 296-297, 308, 314, 318, 320