's-Hertogenbosch 4 november 1844 - 's-Hertogenbosch 1 september 1927Huwde te 's-Hertogenbosch 1873 Henriëtte Antoinette Thérèse Maria Mahie (aldaar 4 juli 1848 - aldaar 20 september 1917) (dochter van Johannes Henricus en Geertruida Antonia van Son). In (pj) 1875 rechter in de arrondissement rechtbank te Den Bosch. In (pj) 1895 idem, lid van het Illustre Lieve Vrouwe Broederschap, lid Gemeenteraad 's-Hertogenbosch, commissaris Bossche Bouw Maatschappij, voorzitter arrondissement rechtbank en bestuurslid Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen. In (pj) 1910 president provinciaal gerechtshof, tweede voorzitter Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen, lid van het Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. In (pj) 1875, 1895 en 1910 vermeld op de lijst van hoogstaangeslagenen voor resp. ƒ 525,46. en onbekende aanslag. Ten behoeve van de hoofdelijke omslag te 's-Hertogenbosch 1873/74 werd het inkomen geschat op ƒ 3000,-. Ten behoeve van de plaatselijke inkomensbelasting in 1894 werd het inkomen geschat op ƒ 32.000,-. | 332 |
geboren te 's-Hertogenbosch 4 november 1844, overleden te 's-Hertogenbosch 1 september 1927
Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw,
| 75 |
Geboren 4 november 1844 te 's Hertogenbosch, overleden ... ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw, president der Arrondissements-Rechtbank te 's Hertogenbosch, lid van den Gemeenteraad aldaar. Huwde 23 juni 1873 te 's Hertogenbosch Henriëtte Antoinette Thérèse Maria Mahie, geboren 4 juli 1848 te 's Hertogenbosch, overleden ... |
Nederland's Adelsboek (1905) 457, 485-486; (1926) 156-157; (1930) 146; (1934) 148, 150; (1938) 156, 157-158; (1949) 82, 84-85; (1957) 51-52; (1969) 62-63
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 71-72, 81, 171
C.J.G. Bredius, Naamlijst van de leden der rechterlijke macht (1924) 5
H.J. Dieben, Biografisch Lexicon (1928) 88
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 525
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) 201; Bijlage 17, 95-96, 99-100, 102, 106-109, 123, 126, 133-134, 136-137, 140-141, 150-151, 156, 168, 195, 203, 214, 219, 224-225
Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 76, 78, 114, 156, 157, 159, 161, 295, 325, 326, 329, 332, t8.1, t8.3, t8.5
J.J.M. Franssen, De Bossche arbeider in zijn werk- en leefmilieu in de tweede helft van de negentiende eeuw XXXIV (1976) 341, 369
W.J.F. Juten, Kwartierstaten van Nederlandsche Katholieken (1907) No. 54
G.Chr. Kok, Van Raad van Brabant naar gerechtshof 's-Hertogenbosch (2008) 108-117, 279, 310
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 233, 237
M.G. Wildeman, De Ridderschap van Noordbrabant (1903) No. 77
Th. A. Wouters, Van bedeling naar verheffing XI (1968) 188, 190, 195