's-Hertogenbosch 17 januari 1728 - Helvoirt 31 juli 1800Heer van Zwijnsbergen (Helvoirt) pensionaris 's-Hertogenbosch. Huwde 's-Gravenhage Eva Maria Adriana Buys ('s-Hertogenbosch 17 april 1735 - aldaar 10 oktober 1811). | 330 |
Gedoopt in de Grote kerk 18 januari 1728, vader mr Hendrick Bernard, schepen der stad, 20 juli 1693, te 's-Hertogenbosch gedoopt als zoon van Antonie, van 1681 tot 1684 predikant te Sassenheim en 1684 professor in de theologie en predikant te 's-Hertogenbosch, en Geertruida Buys, sinds 22 februari 1710 poirter van 's-Hertogenbosch, sinds 31 okctober 1718 eigenaar van het kasteel Zwijnsbergen onder Helvoirt, overleden te 's-Hertogenbosch 6 mei 1776, moeder | 460 |
Anna Martha Emilia van Schagen, gedoopt in N.H. kerk te Gorinchem 19 october 1694, dochter van Cornelius, raad en schepen te Gorinchem en Anna Maria van Winteroyen, begraven te 's-Hertogenbosch 2 november 1780 (Sassen, Helm. notarisproc. blz. 98, A.R.A. Res. Raad van State 25 december 1684 en Van Alphen Nw. Kerkel. handboek 1907 blz. 155); ondertrouw 31 juli en trouw in de Kloosterkerk te 's-Gravenhage 19 augustus 1757 met Eva Maria Adriana Buys, gedoopt in de Grote kerk 17 april 1735, dochter van Paulus Hubert, majoor in garnizoen te 's-Hertogenbosch, en Sibilla de Grande, overleden 10 oktober 1811 (T 's-Gravenhage 210, S 's-Hertogenbosch 78 en N.B.S. 's-Hertogenbosch); vier kinderen gedoopt in de Grote kerk tussen 1763 en 1768 (S 78 en 79); legde in 1741 als zoon van de president-schepen te 's-Hertogenbosch de eerste steen voor de nieuwe steenweg over Eindhoven naar Maastricht (Hanewinkel , Gesch. en Aardr.k. Beschrijving van Stad en Meijerij van 's-Hertogenbosch blz. 237 en Familiegeneal. blz. 14); in 1746 ingeschreven aan de Leidse Universiteit (Alb. Stud. L-B blz. 1012); 1752-1756 advocaat te 's-Gravenhage; 27 augustus 1756 - 5 december 1787 pensionaris der stad 's-Hertogenbosch (pamflet Kn. 22879, Van Zuylen XXXI en Wag. XIX blz. 348); in 1775 curator van de Latijnse school te 's-Hertogenbosch (A.R.A. aanw. 1879 AXX no. 14); was in 1794 bij de nadering der Fransen met vrouw en dochter Sibilla naar Haarlem gevlucht (A.R.A. Req. Staten-Generaal 7875 d.d. 10 november 1794 en Raad van State 385 besluit 1923 d.d. 18 november 1794); 2 augustus 1797 te Heusden door het district Biesbosch en Maas tot lid van de Tweede Nationale Vergadering gekozen, bedankte hij in verband met zijn „hoge jaren en geringe kundigheden in het aangenomen nieuwe stelsel”, in de Nat. Verg. d.d. 28 augustus 1797 werden deze „motieven onvoldoende bevonden” (zie pamplet Kn. 22879 „Missive van mr A. Martini om ontslag als gekozen Repr.”, 's-Hertogenbosch 1797); in 1786 schreef hij: „Verzameling van stukken, rakende de adressen door de magistraat der hoofdstad 's-Hertogenbosch aan de Hoge Collegien van de Generaliteit en de respective Bondgenoten gedaan tot inroeping der Brabantse Landwetten en Privilegien omtrent de begeving van ambten aan geboren Brabanders”; werkte met mr. H. v. Wijn, de eerste landsarchivaris, en anderen mee aan het vervolgwerk op Wagenaar's Vaderl. Historie, waarvan het eerste deel in 1788 verscheen, toen hij al pensionaris der stad 's-Hertogenbosch ontslag had moeten nemen, hij werkte mee aan twintig delen; was gematigd federalist (N. Ned. Biogr. Wrdbk. VIII); overleden te Helvoirt 31 juli 18010 en begraven te 's-Hertogenbosch 4 augustus 1800 (S 570 en Voorname huizen II blz. 246); ontgraven en bijgezet te Helvoirt 14 october 1811 (Bloys van Treslong Pr. I blz. 255). | 461 |
's-Bosch. Immatriculatie Leiden 24 augustus 1746 (rechten). Promoveerde 11 september 1752 tot I.U.D. op „de Fideius-soribus”. Gedoopt (prot.) 18 januari 1728; zoon van Hendricus (3450). Huwde 19 augustus 1757 Eva Maria Adriana Buys. Per 14 september 1752 advocaat bij het Hof van Holland. Woonde te 's-Gravenhage (1752-1756). Stadspensionaris van 's-Bosch (1756-1787). Werd in 1775 curator van de Latijnse School te 's-Bosch. In 1797 te Heusden gekozen tot lid van de Nationale Vergadering. Overleed te Helvoirt 31 juli 1800. Publiceerde.ASL, 1012; BLU, V, 281; NNBW, II, 877; vSvY, III, 307; BvT, I, 255; Mommers, Brab., 460; ARAG/AHvH 5943; Rietstap, II, 15 | 501 |
1953 |
A.R.M. MommersMartini, mr AntoniBrabant van Generaliteitsland tot Gewest II (1953) 460-461 |
Nederland's Adelsboek (1905) 452; (1926) 137; (1930) 135; (1934) 137-138; (1948) 120; (1949) 47
Noordbrabants Historisch Jaarboek 13 (1996) 95
H. Bots, J. Matthey, M. Meyer, Noordbrabantse studenten (1979) 501-502
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 27-28, 30-32, 34, 36, 40, 42
Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 319, 330
C.J. Gudde, 's-Hertogenbosch geschiedenis van vesting en forten (1974) 159
A.F.J. van Kempen, Gouvernement tussen Kroon en Statenfacties LXXVI (1988) 362
P.C. Molhuijsen (e.d.), Bronnen tot de geschiedenis der Leidse Universiteit (1919-1924) V. 281
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest (1953) 460-461
Charles de Mooij, Eindelyk uit d'Onderdrukking (1988) 9, 13, 28, 32
Charles de Mooij en Aart Vos, 's-Hertogenbosch binnenskamers (1999) 12
Jan van Oudheusden, Geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden (2004) 523
G. du Rieu (ed.), Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae MDLXXV-MDCCCLXXV (1875) 1012
A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch (1910) II. 246
Jan Sanders, Kroniek van Molius (2003) 34
Varia Historica Brabantica III (1969) 237, 309, 315
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 108, 118, 186
M.G. Wildeman, De Ridderschap van Noordbrabant (1903) No. 27, 40, 84
R.A. van Zuijlen, Naamlijst en wapenkaart der leden van de regering de pensionarissen, griffiers en secretarissen van 's Hertogenbosch (1863) XXXI