Presb. Luik, A. 1531 (1531) Berlicum
Heer Jan Loefs was van 1497 tot 1510 rector van het altaar van St.Jan Baptist in Aarle. In 1510 was hij absent en liet hij het altaar bedienen door heer Merselis Reyners. Een Johannes Loeffs, clericus van het bisdom Luik en pauselijk notaris, liet zich in 1516 inschrijven in het register van het college van notarissen werkzaam aan de Romeinse Curie. Als zodanig beloofde hij het notarisambt op eerlijke wijze uit te zullen oefenen, zowel in als buiten de Romeinse Curie, en de concepten die hij op verzoek van anderen zou maken binnen acht dagen na het verzoek door de scriptores archivii te laten registreren. Hij gaf het begin van zijn onderschrift op en tekende een voorbeeld van zijn signet in het register. Hoewel deze Johannes Loeffs zich geen priester noemt was hij mogelijk toch dezelfde als heer Jan Loefs. Ook andere notarissen die zich aan het college lieten inschrijven noemden zich clericus terwijl ze in feite priester waren, waarschijnlijk omdat ze bij hun benoeming tot notaris als clericus de eed hadden afgelegd. Dit zou dan tevens betekenen dat heer Jan al sinds 1497 of eerder notaris was. Op 22 juni 1531 stelde heer Jan te Berlicum het testament op van heer Jan Willems vanden Putte uit Leende, onderpastoor van heer Otto Boetzelaer, pastoor van Berlicum. De testateur was besmet met de pest, net als zijn zuster Jenneken met wie hij samen op bed lag. Om zelf niet besmet te raken bleef de notaris buiten het huis van heer Jan vanden Putte staan toen deze zijn laatste wil bekend maakte. Deze werkwijze zou dat jaar nog vele malen worden toegepast door heer Jan vanden Putte’s opvolger als onderpastoor van Berlicum, heer Bartholomeeus Ysbrants (nr.201). Na 22 juni 1531 zijn van heer Jan Loefs geen gegevens meer bekend. Een Bartholomeeus, zoon van wijlen Henrick Loef en dus mogelijk een broer van heer Jan, verkocht in 1547 drie kamers in Den Bosch aan Coenraet Henrickx vanden Staeck. 1)
| |