Veghel 15 januari 1817 - Maastricht 28 november 1893Burgemeester 's-Hertogenbosch, Commissaris des Konings in de provincie Limburg. Huwde te Eindhoven 1842 Jkvr. Veronica Cornelia Huberta Smits van Eckart (aldaar 13 augustus 1815 - Maastricht 14 januari 1892) (dochter van Jhr. Johannes Jacobus en Maria Theresia Merx). Ten behoeve van de hoofdelijke omslag in 1873/74 te 's-Hertogenbosch werd het inkomen geschat op ƒ 12.000,-. | 322 |
Geboren 15 februari 1817 te Veghel, overleden 28 november 1893 te Maastricht; ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw, grootofficier in die van den Gouden Leeuw van het Huis van Nassau, commandeur in de Luxemburgsche Orde der Eikenkroon, in de Belgische Leopoldsorde en in die van den H. Gregorius den Grooten, versierd met de zilveren Watersnoodmedaille, burgemeester van 's Hertogenbosch, vervolgens commissaris des Konings, later der Koningin, in het Hertogdom Limburg, vice-president der Ridderschap van Noord-Brabant, honorair proost der Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. Huwde 19 april 1842 te Eindhoven Jkvr. Véronique Cornélie Hubertine Smits van Eckart, geboren 15 augustus 1815 aldaar, overleden 14 januari 1892 te Maastricht. |
Uit Noord-Brabant afkomstige Commissaris van de Koning in Limburg. Was eerder burgemeester van Den Bosch. Zijn vader was burgemeester van Veghel en gedeputeerde van Brabant. Stond bekend als een eenvoudige, niet op uiterlijk vertoon beluste bestuurder, die minzaam in de omgang was. Overleed nog geen vier weken nadat hij was afgetreden als Commissaris. in de periode 1874-1893: Commissaris van de Koning(in) |
Nederland's Adelsboek (1925) 444-445; (1929) 416, 417-418; (1933) 262, 424; (1934) 232; (1936) 414; (1937) 266, 413, 414-415; (1938) 248, 249; (1941) 263; (1942) 556; (1948) 217; (1949) 276; (1951) 435; (1956) 151, 358, 360; (1957) 169; (1962) 60; (1963) 172; (1968) 59; (1975) 389; (1983) 513
Noordbrabants Historisch Jaarboek 33 (2016) 137-138
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 58, 81
Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 452
Klaasje Douma, De adel in Noord-Brabant, 1814-1918 (2015) 133, 163, 190, 235, 280, 308 (afb. 4.17); Bijlage 16, 46-47, 49, 95, 97-98, 101-102, 105-106, 119-120, 122, 125, 129, 131, 133, 135, 139, 141, 143, 149-150, 168, 187, 192, 201, 203, 205, 212, 218, 220-221, 223-224, 227-229
Maarten Duijvendak, Rooms, rijk of regentesk (1990) 322, 349, t7.6
J.J.M. Franssen, De Bossche arbeider in zijn werk- en leefmilieu in de tweede helft van de negentiende eeuw XXXIV (1976) 414
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 36, 62, 152, 153
W.J.F. Juten, Kwartierstaten van Nederlandsche Katholieken (1907) No. 46; (1910) No. 44
A.F.J. van Kempen, Gouvernement tussen Kroon en Statenfacties LXXVI (1988) 366
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 429
M.G. Wildeman, De Ridderschap van Noordbrabant (1903) No. 53, 89
Th. A. Wouters, Van bedeling naar verheffing XI (1968) 168n
R.A. van Zuijlen, Naamlijst en wapenkaart der leden van de regering de pensionarissen, griffiers en secretarissen van 's Hertogenbosch (1863) XXVIII