C.F. Cordes, 1884
Historische verzameling der Schutterij te 's-HertogenboschNL-HtSA Archiefnummer 0233 |
Directeur van het Haarlemsch muziekkorps, geb. te 's Hage 18 Mei 1853, was van 1863-'68 leerling van de Kon. muziekschool aldaar voor viool, klarinet en theorie. Van 1868-'70 was hij lid van het Utrecht's Sted. orkest en van het strijkkwartet, van 1870-'72 solo-klarinettist in het orkest „Surry Garden" te Londen onder Arban, met welk orkest hij in 1873 een concertreis door Engeland maakte. Daarna verbond hij zich in gelijke functie aan het privaat-orkest van den Vorst van Dernties te Lizza en Lugano, deed concertreizen door Frankrijk en Italië en werd in 1877 tot solo-klarinettist aangesteld in het Paleis-orkest te Amsterdam. Vervolgens werd hij in 1880 benoemd tot K. Saksisch Kamer- Musicus aan de Hofkapel te Dresden, en nadat hij in 1881 concert- reizen met Bilse's Kapel door Duitschland en Rusland had gemaakt, keerde hij naar Nederland terug, en werd in 1884 Luitenant - Kapelmeester te 's Hertogenbosch, welke betrekking hij in 1889 verwisselde met die te Haarlem. Tevens werd hij in 1901 benoemd tot leeraar voor klarinet en ensemble-blaas-instrumenten aan het Kon. Conservatorium te 's Hage. Van zijn werken vermelden wij: Concerto en ré majeur pour violon et orchestre, of voor viool en klavier; Suite Créole, uitgevoerd door het Concertgebouw-orkest te Amsterdam; Twee vioolstukken: Sons du soir (een herinnering aan de Damiaatjes) en Souvenir de San Sebastian. | 96 |
René Bouwman en Theo Hoogbergen, Muziekleven in 's-Hertogenbosch : Thema vol variaties (2002) 44, 115, 119
J.H. Letzer, Muzikaal Nederland 1850-1910 (1913) 96
A.J.J. van de Well, Beschrijvende Catalogus van de Historische Verzameling der Schutterij te 's-Hertogenbosch (1910) 67, 98
H.J. Zomerdijk, Het muziekleven in Noord-Brabant 1770-1850 LI (1981) 170
H.J. Zomerdijk, Het muziekleven in Noord-Brabant 1850-1914 LV (1982) 151, 153, 158, 159, 166-168, 218-220, 234-235, 240, 266, 284, 312, 372