Als de verloofde van verzetsman en Bossche arts Cor van Hoeckel (1914-1944), net als Harry Holla een belangrijk contactpersoon in het verzet, onderging Cornelia M.E. (Riet) Koning (1916-1994) hetzelfde lot. Ze werkte als verpleegster toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Tijdens de oorlog had van Hoeckel zijn praktijk aan het Hinthamereinde 13. Deze fungeerde tevens als “(…) een distributiecentrum voor illegale bladen, een schuilplaats voor onderduikers en een adres waar regelmatig illegale werkers over de vloer kwamen. Soms logeerden er leden van knokploegen enkele dagen.” De rol van Riet hierin verdiende volgens verzetsman Arie J.M.H. de Mug (1920-2004) meer aandacht: “Riet Koning (…) heeft haar rol in het Bossche verzet altijd geminimaliseerd. Zij was de verloofde van huisarts Cor van Hoeckel en nam sedert diens vestiging op het Hinthamereind alle honneurs (vooral ook illegale) waar. (…) Toen Cor gepakt was, dook Riet onder bij Harrie Holla in Vught.” Cor wordt uiteindelijk gearresteerd en in Kamp Vught opgesloten, waar hij twee maanden na zijn arrestatie wordt gefusilleerd. De familie en Riet hebben een jaar lang in onwetendheid geleefd over het lot van Cor. Na de oorlog emigreerde Riet naar Soerabaja in Indonesië. |